Hoofdstuk 4 Ecosystemen en adaptatie Flashcards
(75 cards)
Hoe kunnen de grenzen van een ecosysteem aangegeven worden?
Een (min of meer) aaneengesloten gebied met dezelfde omstandigheden.
Op welke schalen kunnen we ecosystemen indelen en noem een aantal voorbeelden.
Mega-schaal, macro-schaal, meso-schaal en micro-schaal.
Voorbeelden zijn,
Mega-schaal, de complete aarde, de oceanen of het land
Macro-schaal, het tropisch regenwoud van Centraal-Afrika, de Bossen van Centraal-Europa of de taiga in het noorden van Eurasia.
Meso-schaal, de Veluwe, het laag veengebied in Friesland.
Micro-schaal, sloot, een koeienvlaai.
Wat verstaan we onderscheidt bio en van elkaar?
Algemene kenmerken van de vegetatie en algemene abiotische factoren.
Bio geografische regio’s kunnen onderscheiden worden op wat voor basis?
Het voorkomen van een gelijkenis aan soorten, bijvoorbeeld in de gelijkenis aan dieren of planten. Zo onderscheiden we 6 zoo grafische regio’s en de flora rijken kunnen ook onderscheiden worden.
Waarom vertonen (in het algemeen) natuurlijke ecosystemen meer variatie dan door de mens aangelegde ecosystemen?
Omdat de door de mens aangelegde landschappen vaak monoculturen bevatten van een soort en in een natuurlijk ecosysteem veelal gelaagdheid voorkomt.
Wat zijn de belangrijkste abiotische omstandigheden in terrestrische ecosystemen?
Het klimaat, de bodemgesteldheid en de hydrologie.
Zonlicht, temperatuur, neerslag, wind, structuur, mineralen, zuurstof en het gedrag van water binnen deze factoren.
Wat zijn de belangrijke abiotische omstandigheden in aquatische ecosystemen?
Licht, temperatuur, zuurstof en mineralen.
Waar fluctueert de temperatuur sneller? In water of in de lucht? E het zuurstofgehalte?
In water fluctueert de voorraad zuurstof sneller in de atmosfeer is dit de temperatuur.
Wat is het verschil tussen producenten en consumenten in de voedselkringloop?
Producenten creëren organische stof uit anorganische stoffen. Waar consumenten organische stof nodig hebben en afhankelijk zijn van de producenten in hun energie en bouwstop voorziening.
Zijn alle producenten primaire producenten?
Nee, er zijn ook secundaire, tertiaire producten die voor hun energie en bouwstop voorziening afhankelijk zijn van primaire producenten.
Waar hangt de bestaansmogelijkheid van autotroof organismen van af binnen een ecosysteem?
De beschikbaarheid van anorganische koolstof, energie, mineralen en de temperatuur.
Zijn herbivoren producenten of consumenten?
Consumenten van de eerste orde.
Wat zijn dertrivoren?
Dieren die dood organisch materiaal consumeren. (wormen, insecten)
Wat is de voornaamste taak van reducenten in de voedsel kringloop?
Zij verzorgen de laatste afbraak van organisch materiaal tot anorganische verbindingen, die weer opgenomen kunnen worden door autotrofe organismen.
Dit proces wordt gedaan door schimmels en bacteriën.
Wat is het belangrijkste verschil om een voedsel piramide en een voedsel web te onderscheiden.
Een voedselpiramide is een versimpelde versie van de realiteit waar een aantal belangrijke processen zijn weggelaten. Bij een voedsel web als we hier alle interacties in weergeven wordt deze snel zeer onoverzichtelijk.
Waarom neemt de breedte van de voedselpiramide af per trofisch niveau?
Doordat organismen binnen een bepaalde laag energie gebruiken en een deel van de productie verloren gaat voor de bovenliggende laag.
Op wat voor manier hebben consumenten invloed op producenten?
Herbivoren eten meestal maar een deel van hun voedsel planten. Waardoor deze niet dood gaan maar wel een verlate bloei vertonen, licht kansen creëren en andere omstandigheden beïnvloeden voor de producenten.
Welke soorten symbiose zijn er?
Parasitisme, commensalism en mutualisme.
Bij parasitisme heeft een soort voordeel en de ander nadeel bij de relatie.
Bij commensalism heeft een soort voordeel en de ander is neutraal bij de relatie.
Bij mutualisme hebben beide soorten voordeel bij de relatie.
Wat houdt symbiose in?
Wanneer twee soorten lang met elkaar in verband leven, tot voordeel van een van de twee noemen we dit symbiose.
Hoe kunnen organismen elkaar onderling beïnvloeden?
Door middel van concurrentie, predatie en door ontzegging van voedselbronnen.
Wat is het voordeel van mycorrhizae in algemene zin?
Ze verhogen de toevoer van mineralen nutriënten naar de plant wortels en omgekeerd heeft de schimmel profijt van het afgestorven plantmateriaal.
Wat is het verschil tussen netto assimilatie en bruto assimilatie in het fotosynthese proces?
Omdat een deel van de energie die gevormd wordt tijdens fotosynthese gebruikt wordt tijdens ademhaling (respiratie) is de totale “winst” niet 100%.
Waar hangt de bruto assimilatie van af?
De onderschepping van zonlicht dat bruikbaar is voor fotosynthese.
De efficiëntie waarmee door een blad ingevangen fotosynthetische actieve straling wordt omgezet in chemische energie.
Wat verstaan we onder de transmissiecoëfficiënt bij fotosynthese?
De hoeveelheid inkomende straling naar het bladerdek dat niet wordt tegengehouden door de atmosfeer, de bewolking, stof en andere storende factoren.