Hoofdstuk 4 - Ministeries Flashcards

(26 cards)

1
Q

Klassieke overheidstaken

A

Behoorden tot de eerste ministeries. Financiën, Justitie, Openbare orde en veiligheid, en landsverdediging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ministeries

A

Er zijn er twaalf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verzorgingsstaat

A

De rijksvoerheid ging zich in de twintigste eeuw meer bemoeien door de sociale problemen, economische crisis en de invloed van de arbeidersbeweging. Zo kwam er een uitgebreid stelsel van verzekeringen, uitkeringen en voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociale grondrechten

A

Deze zijn aan de grondwet toegevoegd en gaan over volksgezondheid, maatschappelijke en culturele ontplooiing en vrijetijdsbesteding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorwaardenscheppende staat

A

Van verzorgingsstaat naar voorwaardenscheppende staat. Grotere verantwoordelijkheid van de burger voor hun welzijn en van particuliere organisaties voor voorzieningen. Privatisering, deregulering, decentralisatie en verzelfstandiging van overheidsdiensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secretaris-generaal

A

Ambtelijke leiding van een ministerie. Rechterhand van de politieke leiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bureau secretaris-generaal

A

Zorgt voor samenhang in de beleidsvorming binnen het ministerie. Intradepartementale coördinatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Directoraten-generaal

A

Hoofdonderdelen van een ministerie die zich bezighouden met de beleidsontwikkeling. Valt uiteen in directies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Agentschappen

A

Uitvoerend onderdeel van de ministerie maat is intern verzelfstandigd. Beleidsdirectie is de opdrachtgever en het agentschap de opdracht nemer. Rijkswaterstaat, Nationaal archief en Dienst Justitiële Inrichtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ministerie van Algemene zaken AZ

A

Om de minister-president te ondersteunen. Voorlichting geven over het koninklijk huis en algemene regeringsrichtlijnen. Ook een belangrijk toezicht orgaan, de commissie van toezicht op de inlichtingen en veiligheidsdiensten zit er.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties BZK

A

Ook bezig met openbare orde en veiligheid. Hieronder valt ook volkshuisvesting en heeft zicht op he functioneren van het openbaar bestuur en op de kwaliteit van dienstverlening van de overheid. Onderhoudt contacten met Caribisch Nederland. Handhaving democratische rechtsorde en staatsveiligheid. Rijksvastgoedbedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ministerie van Buitenlandse zaken BuZa

A

Buitenlands beleid, Europese samenwerking, handel. Vertegenwoordiging van NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ministerie van Defensie

A

Landsverdediging. Landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ministerie van Economische zaken en Klimaat (EZK)

A

Economische ontwikkeling stimuleren door het ondernemersklimaat en concurrentiepositie van het bedrijfsleven te bevorderen. Ook een klimaat neutrale samenleving is al taak erbij gekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ministerie van Financiën

A

Financieel-economisch beleid in NL. Rijksbegroting en de miljoenennota, bewaakt begrotingsuitgaven. Belastingdienst, heffen premies en belastingen. Controles op alle goederenbewegingen en uitvoering van inkomensafhankelijke regelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

A

Wateroverlast, water en luchtkwaliteit. Rijkswaterstaat, verkeersdoorstroming en waterbeheer.

17
Q

Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV)

A

Rechtshandhaving en veiligheid. Goed functioneren nationale politie, openbaar ministerie, immigratie, terrorismebestrijding, kinderbescherming, gevangenissen.

18
Q

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

A

Vitaal platteland, waardevolle natuur en duurzaam voedsel.

19
Q

Ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschap (OCW)

A

Kwaliteit van de verschillende onderwijssoorten. Wetenschap, media, bibliotheken, musea en kunsten. DUO (agentschap).

20
Q

Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid (SZW)

A

Arbeidsmarktbeleid, migratie en vrij verkeer van werknemers, uitkeringen en re-integratie, inkomensbeleid, arbeid en zorg, inspectie arbeidsomstandigheden. Volksverzekeringen zoals WW, AOW

21
Q

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

A

Zorg, gezonder nl, toegankelijk en betaalbaar, inspectie, jeugdshulp, RIVM.

22
Q

5 categorieën rijksambtenaren

A
  1. Beleidsambtenaren: Politieke besluitvorming. Lange, middellange of lange termijn. Notities, advies, concretiseren.
  2. Uitvoerende ambtenaren: vastgestelde beleid uitvoeren, diplomaten, bewaarders, belastingsinspecteurs, ingenieurs waterstaat.
  3. Onderzoekers, voor bereidsvoorbereiding en beoordeling van de effectiviteit van beleid.
  4. Toezichthouders en controleurs: Of de uitvoerders het wel goed doen, kwaliteitscontrole
  5. Ondersteunende en faciliterende medewerkers: van voorlichters en portiers tot kantinepersoneel
23
Q

De rijksdienst

A

Geheel van ministeries.

24
Q

De nationale politie

A

Het is een rechtspersoon (rechtspersoon met wettelijke taak, zwt), en valt dus niet rechtstreeks onder JenV. Zelfstandig rechtshandelingen verrichten.

  • handhaving van de rechtsorde
  • hullpverlening aan hen die deze behoeven
25
Zelfstandige bestuursorganen (zbo's)
Bijv het CBR en het UWV - Het is een orgaan, niet perse een organisatie (bestuur, raad of college) - Werken altijd op wettelijke basis (met openbaar gezag bekleed) - Niet hierarchisch onderschikt aan een minister
26
Verkokering
Dat de aandacht zich alleen beperkt op het eigen beleidsveld, minimale afstemming.