Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Geef een schematisch overzicht van het verloop van het strafproces: vooronderzoek

A

Vooronderzoek:
-verdachte indentificeren en nagaan voldoende bezwaren
-Mini-instructie: daling gerechtelijk onderzoek
-Vooronderzoek is geheim doch
-Iedereen mag kopie van ondervraging
-Verdachte en slachtoffer hebben recht om inzage te doen
-Vooronderzoek is niet-tegensprekelijk
-Schriftelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een schematisch overzicht van het verloop van het strafproces: Opsporingsonderzoek vs gerechtelijk onderzoek

A

Opsporingsonderzoek
-OM en politie lijdt onderzoek
-PdK en hulpofficieren voeren en sluiten
-Aflsluiten via:
-Beslissing tot niet-vervolging
-Rechtstreekse dagvaarding voor het vonnisgerecht
-Geen tussenkomst van de onderzoeksrechter

Gerechtelijk onderzoek
-Onderzoeksrechter lijdt onderzoek
-Dwangmaatregelen
-Verdachte en slachtoffer kunnen dit onderzoek meesturen
-Onder controle van onderzoeksgerechten maar wordt afgesloten door de raadkamer in een regeling der rechtspleging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef een schematisch overzicht van het verloop van het strafproces: Onderzoek ten gronde

A

-Er wordt uitspraak gedaan over de grond van de zaak
-Nagaan of de feiten bewezen zijn dat de beklaagde dit heeft gedaan en over de eventuele straf
-Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak
-Tegensprekelijk
-Mondeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke voorwerpen kunnen tijdens een strafrechtelijk vooronderzoek worden in beslag genomen

A

-Voorwerp van het misdrijf
-Alles gediend heeft voor het plegen van het misdrijf
-Zaken die uit het misdrijf komen
-Primaire, secundaire en tertiaire vermogensvoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de verantwoordelijkheid van de onderzoeksrechter

A

Verantwoordelijk voor het gerechtelijk onderzoek dat a charge en als decharge wordt gevoerd

Verantwoordelijk voor alle dwangmaatregelen die moeten genomen worden om aan bewijzen te geraken

Moet waken over wettelijkheid van bewijsmiddelen, en de loyauteit waarmee het wordt verzamelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de verantwoordelijkheden van OM

A

Verwerken van klachten, aangiften en proces verbaal
Oordeelt over de vervolging op basis van het oppurtiniteitsbeginsel
-PdK oordeelt zelf of het oppertuun is om een zaak aanhangig te maken voor de rechtbank
-Of het moet geseponeert worden
-Beslissen voor het buitengerechtelijke afhandeling, minnelijke schikking of bemiddeling in strafzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek een onderzoeksdaad en een dwangmaatregel

A

Onderzoeksdaad (in loop van vooronderzoek)
-Fouillering
-DNA onderzoek
-PV
-ID controle
-Verhoor
Dwangmaatregel
-Huiszoeking
-Inbeslagname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek accusatoire en inquisitoire binnen het Formeel strafrecht

A

Accusatoire (tijdens berechting)
-Mondeling
-Openbaar
-Tegensprekelijk
Inquisitoire (tijdens onderzoek)
-Schriftelijk
-Geheim
-Niet-tegensprekelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit: saisine

A

Verwijst naar de toewijzing van een zaak aan een specifieke rechter of autoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit: in rem

A

Onderzoek richt hem op de zaak zelf, niet op individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit: à charge en à décharge

A

A charge: bewijsmateriaal dat aantoont dat de verdachte schuldig is
A decharge: bewijsmateriaal dat aantoont dat de verdachte onschuldig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg uit: adiëren

A

De zaak doorverwijzen naar de onderzoeksrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: mini-instructie

A

PdK kan bepaalde dwangmaatregelen van de onderzoeksrechter vorderen, zonder hem evenwel met het gehele onderzoek te belasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly