Hoofdstuk 5: een netwerk is geen groep Flashcards
(27 cards)
sociaal netwerk
geheel van posities en relaties met een bepaalde mate van (onbewuste) organisatie
Sociaal kapitaal?
3 componenten
1) vertrouwen
2) gedeelde waarden en normen
3) netwerk
een dyade?
een sociale netwerk tussen 2 posities bv. een koppel
een triade?
een netwerksrelatie tussen 3 posities. Grote verandering t.o.v dyade, want nu zijn coalities mogelijk
persoonlijk of ego-netwerk
ego komt hier rechtstreeks in interactie mee, je kent hun naam en achtergrond en kunt ze bv. opbellen om iets leuks te gaan doen samen.
via-via netwerk
geheel van alle relaties die alle mensen bezitten
potentiële via
potentiële relaties via positie netwerk, als je meer tijd zou steken zouden deze relaties in ego-netwerk kunnen belanden
Kreuzung sozialer Kreise
als sociale kringen elkaar snijden, dan kunnen mensen een privésfeer ontwikkelen, dit leidt ertoe dat hun horizon verbreed wordt, maar omdat het soms gedeeltelijk overlapt moeten er keuzes worden gemaakt.
morfologische kenmerken van een netwerk?
1) grootte: omvang
2) dichtheid: contact
3) diversiteit: verscheidenheid
4) centraliteit: gatekeepers
interactionele kenmerken van een netwerk?
1) sterke: frequentie, betrokkenheid en multiplexiteit
2) verwantschap: (niet) overlapping van zwakke/sterke banden
3) samenstelling: inhoud, graad van formelisering, multiplexiteit, reciprociteit en standaardisering
groep?
bevat meerdere netwerken
heeft groepsbewustzijn/groepscultuur
we kunnen ze benoemen bv. clubs
ze hebben cultuurpatroon
hiërarchie
Soorten doelstellingen van een groep?
guiding beliefs: officiële doelstellingen
daily beliefs: doelstellingen die niet worden uitgesproken of neergeschreven
Typologie van groepen?
gemeenschappelijke waarden en normen + interactie en communicatie?
1) primaire groep
2) collectiviteit
3) samenzijn
4) sociale categorie
Sociale categorie?
interactie: nauwelijks
gemeenschappelijke waarde en normen: ontbreken
verzameling sociale eenheden met bepaald gemeenschappelijk kenmerk, bv. leeftijdscategorie
samenzijn?
mensen zijn met elkaar verbonden door de situatie die hen samenbrengt. bv. ramptoeristen bij ongeval, zodra het verdwijnt, verdwijnt het samenzijn.
interactie: aanwezig
gemeenschappelijke waarde en normen: ontbreken
primaire groepen
fundamenteel voor de vorming van de sociale natuur en idealen van het individu.
interactie: regelmatig, veelvuldig en intensief
gemeenschappelijke waarde en normen: aanwezig
collectiviteit?
grote groepen waarvan de leden niet echt communiceren, maar er wel een sterke samenhorigheid. Ze bestaat uit verschillende kleinere netwerken. bv. organisaties, sociale bewegingen
interactie: nauwelijks
gemeenschappelijke waarde en normen: aanwezig
société civile/maatschappelijk middenveld?
bemiddelaar tussen individu en overheid.
intermediaire sociale en culturele organisaties die politieke doeleinden nastreven zonder noodzakelijk een politieke partij te zijn. Ze nemen als drukkingsgroepen deel aan de politieke besluitvorming
Luc Huyse over de maatschappelijke velden?
1) politiek bestel
2) sociale veld
3) veld van de economie
4) middenveld
-> constante wisselwerking en houden elkaar in balans
-> Samenleving waar 1 veld ‘koloniseert’ raakt onderhevig aan desintegratie!
sociale bewegingen?
aantal organisaties en losse actoren omtrent een maatschappelijk thema, die probeert op dit domein door collectieve actie buiten de geïnstitutionaliseerde politieke kanalen maatschappelijke veranderingen te realiseren.
referentiegroepen?
=/= lidmaatschapsgroepen
groepen waaraan mensen hun waarden en/ of gedrag refereren
normatieve referentiegroep?
wanneer mensen lid willen worden van de referentiegroep
anticiperende socialisatie!
comparatieve/vergelijkende referentiegroep?
wanneer de groep enkel een voorbeeldfunctie heeft. Vergelijkingspunt hoeft niet altijd een groep te zijn, het kan ook een sociale categorie, abstract idee of 1 individu zijn.
relatieve deprivatie?
we voelen ons tekort gedaan in vergelijking met anderen. bepaalde voorwaarden:
1)men heeft het goed niet
2)men ziet anderen die het goed wel hebben
3)men wil het goed ook hebben
4)men ziet het als haalbaar om het goed te verwerven