Hoofdstuk 5 + Topic 3 Flashcards

1
Q

Wat doet het endocriene systeem?

A

Hormoonregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk orgaan zorgt voor groei van het lichaam en zenuwstelsel?

A

De schildklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn androgenen?

A

Mannelijke hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn oestrogenen?

A

Vrouwelijke hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het principe van cefalocaudale ontwikkeling?

A

Je ontwikkelt van boven naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het principe van proximodistale ontwikkeling?

A

Je ontwikkelt van binnen naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het principe van ortogenetische ontwikkeling?

A

Je ontwikkelt van massa naar gedifferentieerde features

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontwikkelt het brein in de kindertijd?

A

Heel erg snel, met veel nieuwe synapsen die groeien (en synaptic pruning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorg je voor een beter functionerend brein met meer synapsen?

A

Door een omgeving met veel sensorische stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een reflex?

A

Een aangeboren respons naar een stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn primitieve reflexen en waar zijn ze nu goed voor?

A

Reflexen die nu geen nut meer hebben, ze verdwijnen als je meer vrijwillige bewegingen kunt maken. Als de duur of aanwezigheid van primitieve reflexen afwijkt van de norm, kun je neurologische problemen herkennen in baby’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke slaapfase is belangrijk voor leren en herinneringen verwerken?

A

REM slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lateralisatie?

A

Het asymetrisch worden van hersenprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen de linker en rechter hersenhelft?

A

De linkerhelft stuurt de rechterkant van het lichaam, heeft taalvaardigheid en kan analyseren
De rechterhelft stuurt de linkerkant van het lichaam, verwerkt spatiale informatie, visio-motorische informatie en stuurt emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn 3 dingen die voor veel problemen zorgen in de kindertijd?

A

Ongevallen, voeding en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn drie factoren die beïnvloeden hoeveel kinderen buitenspelen?

A

Of de omgeving erop gemaakt is dat kinderen buitenspelen, temperament, en of ouders vinden dat de kinderen buiten veilig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom is lichamelijke beweging belangrijk voor kinderen?

A

Het bevordert cognitieve en psychologisch functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe veel grijze stof hebben de hersenen gedurende iemands levensloop?

A

In de kindertijd weinig, het wordt daarna meer, en neemt weer af na de tienerjaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoeveel witte stof hebben de hersenen gedurende iemands levensloop?

A

Het neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom nemen tieners meer risico’s?

A

Ze hebben nog niet zo veel zelfcontrole en hebben een hogere responsiviteit voor beloning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de adrenarche?

A

Wanneer de bijnier meer androgenen gaat aanmaken wat de groei van schaamhaar en een groeispurt veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een ander woord voor geslachtshormonen?

A

Gonadale hormonen / gonaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe heet de eerste menstruatie?

A

De menarche

24
Q

Hoe heet de schaal waarop je kan zien hoever iemand is in de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken?

A

De Tanner Scale

25
Q

Hoe heet de eerste ejaculatie?

A

De semenarche

26
Q

Wat is de seculaire trend?

A

Het patroon dat wanneer een land zich ontwikkelt, dat de kinderen eerder de pubertijd bereiken. Het is bewijs dat omgeving ook invloed heeft op de hormonen

27
Q

Wat kan de seculaire trend verklaren?

A

Betere voeding of overvoeding, en minder risico op ziektes die groei hinderen

28
Q

Wat is het verschil in de psyche van jongens en meisjes die in de pubertijd komen?

A

Meisjes worden onzekerder en gevoeliger voor sociale afwijzing. Jongens worden juist zelfverzekerder

29
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van jongens die eerder of later dan normatief de pubertijd bereiken?

A

Eerder: meer risicovol gedrag, meer sociale voordelen
Later: meer angst en onzekerheid, meer sociale nadelen

30
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van meisjes die eerder of later dan normatief de pubertijd bereiken?

A

Eerder: gepest worden, onzekerder, eetstoornissen, minder daten
Later: betere schoolprestaties, meer onzekerheid

31
Q

Wat is de menopauze?

A

De overgang waarin een vrouw geen menstruatie meer krijgt en vrouwelijke geslachtshormonen afnemen

32
Q

Wat is de andropauze?

A

Het proces van een oudere man waarin minder mannelijke geslachtshormonen aangemaakt worden

33
Q

Wat is reserve output?

A

De mogelijkheid van organen om in uitzonderlijke situaties nog goed te kunnen werken

34
Q

Wat zijn gezondheidsissues die op kunnen dagen bij het ouder worden?

A

Verminderde reserve output, botdichtheid, en kraakbeen. Hoger risico op chronische ziektes

35
Q

Wat stellen geprogrammeerde theorieën over sterven?

A

Ouder worden gaat volgens een specifieke trend die biologisch geprogrammeerd is

36
Q

Wat stelt het Hayflick limiet?

A

De cellen waarmee je geboren wordt kunnen zich maar een bepaald aantal keer delen, als dit niet meer lukt dan sterf je uiteindelijk

37
Q

Wat stellen schade or error theorieën over sterven?

A

Random schade aan cellen is wat uiteindelijk ervoor zorgt dat we sterven

38
Q

Wat zijn free radicals?

A

Cellen die zo beschadigd zijn dat ze hun taak niet meer goed kunnen uitvoeren en zo schade kunnen aandoen aan het lichaam

39
Q

Hoe neutraliseer je free radicals?

A

Door antioxidanten, specifiek vitamine E en C. Ze kunnen 1 elektron afgeven aan free radicals

40
Q

Welke drie fasen zijn er in de prenatale ontwikkeling?

A

Germinaal, embryonaal en foetaal

41
Q

Wat gebeurt er in de germinale fase?

A

Bevruchting, celdeling en differentiatie van cellen. De blastocyten van de foetus hechten zich aan de baarmoederwand

42
Q

Wat gebeurt er in de embryonale fase?

A

Cellen vormen een embryo, het hart ontwikkelt, daarna het centrale zenuwstelsel. Er komen ook meer gedifferentieerde features

43
Q

Welke drie lagen heeft een blastocyt? Wat worden die?

A

Endoderm, wordt het spijsvertering en ademhalingsstelsel
Mesoderm, wordt het spier- en skeletsysteem
Ectoderm, wordt de huid en het zenuwstelsel

44
Q

Hoe vormt het centrale zenuwstelsel in de embryonale fase?

A

Het ectoderm vormt een neurale buis

45
Q

Wat gebeurt er in de foetale fase?

A

De hersenen ontwikkelen verder, de hersenplooien en kronkels zorgen dat er meer oppervlak is. Neuronale profliferatie en migratie en zintuigen ontwikkelen ook

46
Q

Wat is neuronale proliferatie?

A

Neuronen beginnen zich snel te delen en vormen de cortex

47
Q

Wat is neurale migratie?

A

Neuronen gaan naar hun eindbestemming in het zenuwstelsel

48
Q

Wat zijn teratogenen? Welke ontwikkeling beïnvloeden ze?

A

Stoffen die schadelijk zijn voor de baby. In de embryonale fase schaadt het orgaanvorming en in de foetale fase de hersenontwikkeling

49
Q

Hoe verloopt hersenatrofie?

A

De prefrontale cortex en hippocampus krimpen

50
Q

Wat is het verschil tussen sensatie en perceptie?

A

Sensatie is de interactie van prikkels en receptoren
Perceptie is de interpretatie van die interactie

51
Q

Hoe ontwikkelt het gehoor zich?

A

Is al ontwikkeld bij geboorte, kan moederstem al onderscheiden, later worden klanken gefilterd die niet in de moedertaal horen. Op oudere leeftijd kan er afname zijn door maturatie, dat heeft gevolgen voor welzijn

52
Q

Hoe ontwikkelt het smaakvermogen zich?

A

Baby’s hebben een voorkeur voor zoet en basissmaken. Adolescenten leren nieuwe smaken te waarderen. Bij ouderen vermindert speekselaanmaak en dat beïnvloedt smaak, ze kunnen minder goed smaken discrimineren

53
Q

Hoe ontwikkelt zicht zich?

A

Een foetus krijgt geen licht in de buik maar kan wel op erg fel licht reageren, pas na 3 maanden na de geboorte is het zicht scherp dichtbijt. Er is een voorkeur voor contrast en patronen. Rond 1 jaar is zicht volledig ontwikkeld. Ouderen hebben vaak verlies en herstellen langzamer van verblinding

54
Q

Wat is de fear bias?

A

Pasgeborenen hebben de neiging om angstige gezichten beter te verwerken

55
Q

Wat is de visual cliff paradigm?

A

Kinderen vanaf 2-4 maanden laten al angstreacties zien bij kliffen