Hoofdstuk 7, Tekst 2, In Het Oog Van De Camera Van De Baas Flashcards

(56 cards)

1
Q

Воровать

A

Steel / stelen
Stal/ stalen
Heb gestolen/ hebben gestolen

Medicijnen uit het ziekenhuis stelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stiekem

A

Heimelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

To chase

A

Achtervolgen (ударение на vol)
Achtervolg/ Achtervolgen
Achtervolgde/ Achtervolgden
Heb(ben) achtervolgd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Существуют судебные постановления

A

Er liggen rechterlijke uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

В целом, все-таки

A

Al met al

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Patchwork

A

De lappendEken
Die vormen lappendeken met het en der gaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Нарушать границу

A

Een grens overschrijden
Overschrijd/ Overschrijden
Overschreed/ Overschreden
Heb(ben) overschreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Нарушать нейтралитет, закон, приватность, права
(Violate)
Нарушение (violation)

A

Schenden
Schend/ schenden
Schond/ schonden
Heb(ben) geschonden

De schending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Related to

A

Verwant aan
Het wet is verwant aan artikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Неприкосновенность частной жизни
(Уважение)

A

Eerbiediging (ударение на bie)
Van priveleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Наблюдать за чем-то, supervise

A

Toezien op
(Zag toe, heeft toegezien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Внимательно обходиться с..

A

Zorgvuldig omgaan met (persoonsgegevens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Скрытая камера

A

Een verborgen camera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Их снимали скрытой камерой

A

Ze werden met een verborgen camera heimelijk gefilmd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

To suspect

A

Vermoeden
Vermoed/ vermoedt
Vermoedde(n)
Heb(ben) vermoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

For smth. purposes

A

Voor trainingsdoeleinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Appel to/ speak to/ address
someone because of his behavior

A

Aanspreken
Spreek/t/en aan
Sprak(en) aan
Heb/t/en aangesproken

De medewerkers werden op hun gedrag aangesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Against the law
To act against the law
Поступать в ситуации против закона

A

In strijd met de wet
Handelen in strijd met de wet

Handel/t/en
Handelde(n)
Heb/eft/Ben gehandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Under strict conditions

A

Onder strikte voorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

First of all

A

Allereerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Подозрение

A

De verdenking
Allereerst moet er een verdenking van concreet wangedrag zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Неэтичное поведение

A

Het wangedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Benadrukken
(Делать ударение, подчеркивать)

A

Beklemtonen
Beklemtoon/t, beklemtonen
Beklemtoonde (n)
Heb/t/ben beklemtoond

24
Q

Заполнить магазин камерами

A

Je winkel vol te hangen met camera’s

25
Вешать, to hang
Hangen Hang/t/en Hing(en) Heb(en) gehangen
26
Применять каки-тотинструменты
Inzetten Zet(en) Zette(n) Heb/eft/en ingezet
27
Спрашивать себя
Zich afvragen
28
1.Вмешиваться, принимать решительные меры 2. Радикальные меры 3. Вмешательство (хирургическое)
Ingrijpen Grijp/t/en in Greep, grepen in Heb/ben/ eft ingegrepen 2. Ingrijpende maatregelen 3. De ingreep (chirurgische)
29
Что-то имеющееся
Iets voorhanden is
30
В идеале
Idealiter
31
Отрицать, отпираться (deny)
Ontkennen (ударение на ke) Ontken/t/nen Ontkende(n) Heb/eft/ben ontkend
32
Увольнять
Ontslaan Ontsla/ontslaat/ontslaan Ontsloeg(en) Heb/eft/ben ontslagen
33
Повесить на кого-то ответственность
Iemand aansprakelijk stellen (Stelde, heb gesteld)
34
1. Вора поймать 2. Уличить в 3. Застать на месте преступления
1. Een dief te betrappen 2. Betrappen op 3. Op heter daad betrappen (хэйтер даад) (Betrapte, heb betrapt)
35
Раздевалке
De Omkleedtuimte
36
Нанесения ущерба, нарушение закона, свободы слова 2. Нарушить чьи-то права
De inbreuk (op de vrijheid van meningsuiting) 2. Inbreuk op iemands rechten maken
37
Suspect
De vermoedelijke dader
38
Common, commonly used
Veelgebruikt
39
Пробел в законе)
Het hiaat (хият) Hiaten
40
Как таковой, as such
ALs zodanig
41
Позволенный, допустимы, законный, приемлемый Allowed, legitimate
GeoorlOOfd
42
Should be, is appropriate to be
Dient te worden/zijn
43
Обнаружить, неожиданно встретить
AAntreffen Tref/t/en aan Trof(en) aan Heb aangetroffen
44
Explicit attention
Expliciete aandacht
45
So far
Tot nog toe
46
1. Речь зашла об 2. Выдвинуть вопрос 3. Говорят, имеется, ходят слухи 4. Ни в коем случае
1. Dat kwam ook ter sprake 2. Een kwestie ter sprake brengen 3. Er is sprake van 4. Geen sprake van
47
Create, develop
Ontwerpen Ontwerp/t/en Ontwierp(en) Heb/eft/ben ontworpen
48
To provide a grip
Een handvat bieden 2. Als handvat dienen
49
To offer
Bieden Bied/t/en Bood/boden Heb geboden
50
Справедливый, справедливость
Rechtvaardig Rechtvaardigheid
51
предварительно
Vooraf
52
Проследить, выяснить, проверить
Nagaan Ging na, is nagegaan
53
Выводить, базировать, Понят из Отвлекать
Afleiden Leid/t/en af Leidde(n) af Heb afgeleid
54
Возможный, потенциальный, случайный
Eventueel
55
Строго тесно
Nauw (betrokken)
56
Осуществиться Осуществление, создание Осуществлять
Tot stand komen (kwam tot stand, is tot stand gekomen) Tot stand brengen De totstandkoming