Hoofdstuk 8 Flashcards
Learning and thinking: basic processes of learning (44 cards)
Classical conditioning
Vorm van leren waarin een organisme gebeurtenissen voorspelt op basis van eerdere ervaringen.
Het proces betrokken bij het aanleren van een nieuwe reflexmatige response en zorgt voor het voorspellen van en voorbereiden op een ongeconditioneerde stimulus.
Meest basale vorm van classical conditioning
Een reflex is een simpele en relatief automatische ‘Stimulus-Response’ relatie. Deze wordt gemedieerd door het zenuwstelsel.
(Bv. Knipperen van ogen bij plotseling fel licht, speeksel vorming bij bijten in citroen, spannen van spieren bij schrikreactie)
Stimulus - response bij klassieke conditionering
Een goed beschreven gebeurtenis in de omgeving resulteert in een goed beschreven reactie.
(Stimulus is fel licht in ogen, response is knipperen van ooglid)
Belangrijke eis bij definiëren reflex
De response moet worden gemedieerd door het zenuwstelsel.
Invoer vanuit de sensorische neuronen
Habituation
Habituatie: vermindering van de sterkte van een response wanneer de stimulus meerdere keren achter elkaar wordt herhaald en deze geen betekenis meer heeft.
Neutrale stimulus
Een stimulus die geen response uitlokt.
Extinction (uitdoven)
Door het presenteren van de geconditioneerde stimulus zonder de ongeconditioneerde stimulus, verdwijnt de connectie tussen beide.
Dit kan natuurlijk verlopen of via ingrijpen (bv een patient blootstellen aan een geconditioneerde stimulus (confronteren met bv een angst)
Welke theorieën over wat er geleerd wordt met klassiek conditioneren?
- Stimulus-response theorie (vanuit het behaviorisme) waar wordt uitgegaan dat een stimulus direct de response uitlokt
- stimulus-stimulus theorie (Pavlov), waar wordt uitgegaan dat de geconditioneerde stimulus een connectie heeft met de ongeconditioneerde stimulus en het presenteren van de geconditioneerde stimulus een mentale representatie van de ongeconditioneerde stimulus uitlokt.
Behavioralisme
Vroege stroming binnen de psychologie waarin wordt gesteld dat gedrag alleen kan worden beschreven in duidelijke definities van waarneembare gebeurtenissen (stimuli) en waarneembare gedragsuitingen (responses). Mentale processen zoals denken, emoties en motieven zijn niet waarneembaar en zouden niet moeten worden meegenomen.
Het gedrag op ieder moment wordt bepaald door eerdere ervaringen in de omgeving (leren).
wat zijn cognitieve theorieën
Theorieën waarin hypothetische, niet geobserveerde entiteiten in de geest worden gebruikt om gedrag te verklaren en voorspellen
Expectancy theorie
Theorie waar wordt uitgegaan dat alle reacties op een geconditioneerde stimulus leiden tot een verwachting van de te komen ongeconditioneerde stimulus.
bv. het geconditioneerde geluid van de bel lokt de verwachting van het krijgen van eten uit.
Stimulus-response theorie
Behavioristische uitleg van klassiek conditioneren waarin wordt uitgegaan dat de geconditioneerde stimulus direct de ongeconditioneerde response uitlokt.
stimulus-stimulus theorie
Pavlovs theorie dat de geconditioneerde stimulus is verbonden aan de ongeconditioneerde stimulus.
De geconditioneerde stimulus lokt een mentale representatie van de ongeconditioneerde stimulus uit. Dit druist in tegen de visie van de behavioralisten!
Wat is generalisatie
Generalisatie treedt op zodra een geconditioneerde response optreedt op een stimulus die lijkt op de geconditioneerde stimulus.
(bv CS=5000hz geluid, maar CR treedt ook op bij 4800hz)
Wat is discrimination training en hoe kan generalisatie worden uitgewist met behulp hiervan?
Discrimination training is het versterken (reinforcing) van de ene stimulus en het uitdoven (extincting) van een ander. Door deze training te gebruiken kan generalisatie worden uitgewist door de geconditioneerde stimulus de versterken en de gegeneraliseerde stimuli uit te wissen.
Wat is onder meer een toepassing voor discrimination training?
Door het versterken van een bepaalde stimulus en het uitdoven van een stimulus en dit herhalen met stimuli die telkens dichter bij de geconditioneerde stimulus ligt, kan zintuiglijke onderscheidende capaciteit worden onderzocht (en de just noticeable difference).
wat is spontaneous recovery?
het fenomeen dat na extinctie de geconditioneerde response terug keert en weer via het extinctie proces moet worden uitgedoofd.
Dit toont aan dat de geconditioneerde response niet blijvend verdwijnt.
Noem een aantal belangrijke biologisch significante gebeurtenissen waarvoor conditioneren belangrijk is
- bv ANGST, een geconditioneerde stimulus die voorspelt dat er een pijnlijke gebeurtenis staat aan te komen en ervoor zorgt dat het lichaam zichzelf schrap kan zetten of weg kan springen
- HONGER, een geconditioneerse stimulus die voorspelt dat er voedsel kan worden verwacht en ervoor zorgt dat spijsverteringsreflexen (afgifte hormonen, verhoogde speekselproductie, spijsverteringssappen etc)
- Seksuele opwinding, een geconditioneere stimulus die voorspelt dat een vruchtbare partner voorhanden is en ervoor zorgt dat seksuele opwinding wordt uitgelokt.
Hoe heeft Watson gedemonstreerd dat angst te conditoneren is.
Watson heeft op basis van zijn behavioralistische visie een definitie gemaakt van angst met als waarneembare uitingen het happen naar adem, verstijven van het lichaam, afkeren van het lichaam van de richting van de bron en weglopen/kruipen en gevonden dat er 2 ongeconditioneerde angsten zijn, harde plotselinge geluiden en verlies van ondersteuning.
Door een baby te laten kijken naar een rat en vast te stellen dat deze geen angst heeft, vervolgens bij het laten zien van een rat een hard geluid produceert om na enkele trials waar te nemen dat de baby matige angst heeft ontwikkeld voor de rat. Rat is hierdoor de conditionele stimulus.
Later is ook aangetoond dat de angst is gegeneraliseerd en het kind ook angst heeft ontwikkeld voor andere harige dieren zoals konijnen.
evaluative conditioning
verandering in de waarde van het wel of niet houden van een stimulus als gevolg van het koppelen met een andere positieve of negatieve stimulus.
waarom benadrukken cognitief psychologen dat voorspellen en verwachten geen mysterische krachten zijn?
Verwachting en voorspelling zijn processen die gebaseerd zijn op informatie in de geest, die waarschijnlijk afkomstig zijn van berekeningen gemaakt door neuronen in de hersenen.
(nb. er worden computermodellen ontwikkeld die uitleggen hoe dit soort berekeningen mogelijk kunnen worden gemaakt, google)
Wat wordt bedoeld met de ‘expentancy theory’
Het is gebleken dat de gedragseffecten bij de geconditioneerde response niet gelijk zijn aan die van de ongeconditioneerde reponse. Bij dieren ontstaat bijvoorbeeld wel de verhoogde speekselproductie, maar waar de ongeconditioneerde response ook gedrag zoals kauwen en slikken laat zie, laat de geconditioneerde response gedrag zoals kwispelen, ‘vrolijkheid’ en bedelen voor voedsel zien
Dit lijkt erop te wijzen dat de geconditioneerde response een verwachting uitlokt dan er voedsel onderweg is.
Wat is het ‘blocking effect’
Als er al een goede voorspelling voor een ongeconditioneerde stimulus aanwezig is, is het (over het algemeen) niet mogelijk om een nieuwe conditionering te maken. De al aanwezige geconditioneerde stimulus blokkeert het conditioneren van een nieuwe.
Cognitieve interpretatie is dat het dier het probleem voor het voorspellen van de ongeconditioneerde stimulus al heeft opgelost en dat er geen reden nodig is om een nieuwe voorspeller te vinden.
Wat zijn de voorwaarden voor conditioneren
- De conditionerende stimulus moet gepresenteerd worden vóór de ongeconditioneerde stimulus (er na heeft geen zin)
- de conditionerende stimulus moet een verhoogde kans van het verschijnen de ongeconditioneerde stimulus laten zien
- Het is (over het algemeen) niet mogelijk om te conditioneren als er al een goede voorspeller is, ongeacht het aantal trials (=blocking effect)