Hoorcollege 1 en hoorcollege 2. Flashcards
(99 cards)
klinische geneeskunde
Mono-causale verklaring van de ziekte in de geneeskunde
Nadruk op biologische wegen
Duidelijk onderscheid tussen lichaam en geest
Ziekte (Disease): duidelijke tekenen en symptomen dat signaal pathologie
Ziekte (Illness): ziekte gedrag en de subjectieve ervaring
Psychiatrie vijf onderdelen
- Focus op psychische problemen
- Behandeling van abnormale emoties en gedrag
- Grotendeels gedreven door DSM-classificatie (Diagnostic & Statistical Manual)
- Het gebruik van psychofarmaca aan psychische aandoeningen te behandelen
- Psychiater is arts
klinische psycholgie
Klinische psychologie
- Diagnosticeren van geestelijke problemen bij voorbeeld angststoornis, depressie
- Verstrekken van psychotherapeutische behandeling
gezondheidspsychologie
Gezondheidspsychologie
- Een deel van de psychologie die hoofdzakelijk betrekking heeft op de preventie
Bijvoorbeeld: Bevordering van bepaald gezondheidsgedrag om seksueel overdraagbare ziekten te voorkomen
medische psychologie drie onderdelen
Medische psychologie
- Richten op de patiënt in een medische situatie en zijn / haar psychologische problemen
- Medisch psychologen werken voornamelijk in ziekenhuizen
- Bijvoorbeeld: Patiënt die ontwikkelt een angst voor naalden, terwijl in de noodzaak van hemodialyse of patiënten die depressief zijn tijdens of na chemotherapie
aspecten medisch psycholoog en de daarbij behorende onderdelen WDDDLIB
werkterrein; primaire directe patientenzorg en secundaire indirecte patientenzorg, Deskundigheid; psychodiagnostiek, psychoeducatie, psychologische behandeling, doel; gedragsverandering, kennis van ziekte, inzicht in eigen gedrag, goede houding en vaardigheden voor zelfzorg, doelgroepen; primair -> patienten, secundair;-. hulpverleners, lid medische staf? JAA, indirecte patientenzorg; ad-hoc basis participatie in of deelname aan onderzoek over o.a. psychosociaal welbevinden van en psycshiche problemeatiek bij patienten, leefstijlverandering en therapietrouw
Gedrag ziekte ziektekenmerkenuitkomst
Illness Constellation Model
By Morse and Johnson, 1991
Four phases
Insecurity (onzekerheid)
Distortion (verstoring)
Rehabilitation (herstel)
Acceptation (acceptatie)
Behandeling kan verschillen van elkaar met betrekking tot:
- Streven/doel
- Duur
- Ingewikkeldheid/complexiteit
- Intensiteit
- Gevolgen
- Bijwerkingen
Er zijn veel psychosociale interventies die redelijk effectief lijken te zijn, maar het is onduidelijk welke elementen in de interventies voor dat succes verantwoordelijk gehouden moeten worden. Hierdoor kan je geen richtlijnen opstellen die de zorg meer zouden moeten structureren. Psychosociale interventies hebben zowel betrekking op psychologisch gebied als op sociaal gebied. Spelen beiden een rol bij welbevinden van zieken.
Het is nog niet gelukt om richtlijnen voor psychosociale zorg aan chronisch zieken te ontwikkelen. Dit heeft te maken met:
- Onduidelijkheid over de afbakening van de psychosociale zorg voor chronische zieken
- Onduidelijkheid over de manier waarop richtlijnen geformuleerd dienen te worden
Struikelblokken bij de richtlijn ontwikkeling voor psychosociale zorg
afbakening van het terrein van de psychosociale zorg en de plaats diedeze inneemt binnen het geheel van de medische zorg voor chornische zieken. 2. zijn de richtlijnen voorschrijvend of richtinggevend bedoeld? 3. in hoeverre moeten interventies ziektespecifiek of ziekgegeneriek (soorten, verschillende ziekten bij elkaar zijn? 4. er moet rekening worden gehouden met de verschillende zorgmodellen die aan differentiatie in vormen van psychosociale zorg ten grondslag liggen
Struikelblokken bij de richtlijn ontwikkeling voor psychosociale zorg
1. Afbakening van het terrein van de psychosociale zorg en de plaats die deze
inneemt binnen het geheel van de medische zorg voor chronische zieken.
Er is enerzijds de psychosociale zorg die gegeven wordt door artsen en verpleegkundigen en anderzijds de meer specialistische zorg die verleend wordt door psychologen en maatschappelijk werkenden.
Verschil: eerste maken deel uit van de reguliere behandeling en tweede niet. Tweede wordt op indicatie verleend.
- Zijn de richtlijnen voorschrijvend of richtinggevend bedoeld?
In het boek is meer de globale afspraken, suggesties en aandachtspunten bij de behandeling, aangevuld met een explicitering van behandeldoelen en behandeltechnieken. Op het moment is er een zeker herwaardering van bottem-up strategieën waarbij afspraken gemaakt worden op basis van praktisch bewezen nut en niet door empirisch onderbouwde theorieën zoals bij top-down. Bij bottem-up heb je grey zones of medicine. Grijze gebied.
- In hoeverre moeten interventies ziektespecifiek of ziektegeneriek(soorten, verschillende ziekten bij elkaar) zijn?
De meeste zijn specifiek van aard. De reden hiervoor is dat de zorg voor een bepaalde aandoening sterk verkaveld is naar locaties en beroepsgroepen. Het is pragmatisch om voort te bouwen op die praktijk en specifiek te blijven. Specifieke ziekten vertonen veel inhoudelijke overeenkomsten, daarom zou je voor generiek kunnen kiezen. Je kan kijken in welke mate de psychosociale behoeften overeenkomen bij mensen met diverse chronische aandoeningen.
Uit onderzoek is gebleken dat een ziekte generieke aanpak zinvol kan zijn. Patiënten bleken een heterogene samenstelling van patiëntengroepen erg te waarderen. Ook heb je patiënten die meer dan een chronische ziekte hebben, dus onomkombaar. Inzicht in de gemeenschappelijke, ziekte-overstijgende problematiek van chronische aandoeningen zou kunnen bijdragen aan een medische en psychosociale zorg die beter is afgestemd op het omgaan met co-morbiditeit.
- Er moet rekening worden gehouden met de verschillende zorgmodellen die aan differentiatie in vormen van psychosociale zorg ten grondslag liggen.
nothing
top down en bottom up
Top-down wordt meer gewaardeerd dan bottom-up, omdat top-down gebaseerd op empirische evidentie. Helaas kan er op psychosociaal gebied alleen gebruik worden gemaakt van bottom-up, omdat er weinig empirische evidentie beschikbaar is.
richtlijnontwikkeling
Richtlijnontwikkeling geeft niet alleen structuur aan het dagelijkse hulverleningsproces en vergroot niet alleen de herkenbaarheid van de psychosociale zorg in het geheel van de medische zorg, maar maakt kennis over psychosociale zorg ook overdraagbaar en toetsbaar, en draagt als zodanig bij aan kwaliteitsverhoging van de zorg.
a. Verreweg het meest gevarieerde aanbod aan psychosociale interventies treft men tot nu toe aan in ziekenhuizen, thuiszorginstellingen en revalidatiecentra.
Opmerkelijk is dat ambulante GGZ-instellingen zich, op enkele uitzondering na, niet bezighouden met psychosociale zorg voor chronische zieken.
Voorbeelden van prototypische interventies voor psychosociale zorg aan chronisch zieken:
Psycho-educatieve preventie (PEP)
Module voor mensen met hart- en vaatziekente. Aan patienten met een recent myocard infarct, een bypass-operatie of een dotterbehandeling wordt de PEP-module aangeboden. Speciaal bedoeld voor patiënten die weinig ziekte-inzicht hebben, een hoge mate van stress ervaren, gebrekkig sociaal functioneren en of hardnekkige ongezonde leefgewoonten hebben. De module is gericht op hersteld van het emotioneel evenwicht en op het leren om op een functionele manier om te gaan met hartziekten. Gedragstherapie voor gedragsverandering. Groepsverband
Leren omgaan met reumatoïde artritis
Groepsgewijze aanpak onderverdeeld in twee onderdelen: het geven van informatie en het aanleren van activiteiten en vaardigheden om met de gevolgen van reumatoïde artritis te leren omgaan. De nadruk in het programma ligt op het aanleren en verbeteren van self-management-vaardigheden van patiënten. Lotgenootschap is essentieel.
Psycho-educatieve groepstraining voor Type 1- diabetespatiënten
Bedoelt voor patiënten met een langdurig gebrekkig reguleerde diabetes en is erop gericht om deelnemers ete helpen een betere glycemische instelling te bereiken zoner dat dit tent koste gaat van het emotioneel welbevinden. Het doel is om oefeningen en therapieën en met behulp van lot genootschap, patiënten leren om te gaan met hun diabetesregime en zich beter te wapenen tegen negatieve, disfunctionele cognities. Groepsverband.
b. Doelstellingen van interventies
Bevorderen van kwaliteit van elven of het bevorderen van lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren waren favoriet. Bevorderen van zelfzorgvaardigheden of therapietrouw werden genoemd om algemenere doelstellingen te bereiken. Lotgenootschap werd in 63% van de interventies als expliciet doel gesteld.
c. Doelgroepen
Patiënten en partner van patiënten. Personen met ernstige problematiek of beperkingen worden uitgesloten van deelname. De patiënt moet in een redelijke geestelijke en lichamelijke conditie zijn.
Kankerpatiënten krijgen naast reguliere zorg ook tegelijk psychosociale hulp toegewezen.
d. Behandelthema’s
Naarmate de interventie meer uitgewerkt is in de vorm van een draaiboek, wordt het aantal thema’s navenant kleiner, en naarmate men meer van mening is dat het hulpaanbod moet worden toegesneden op de specifieke mensen en behoeften van patiënten wordt het aantal juist groter.
Naarmate de interventie meer uitgewerkt is in de vorm van een draaiboek, wordt het aantal thema’s navenant kleiner, en naarmate men meer van mening is dat het hulpaanbod moet worden toegesneden op de specifieke mensen en behoeften van patiënten wordt het aantal juist groter.
Top 5:
- Omgaan met beperkingen van de ziekte (83%)
- Omgaan met emoties als gevolg van de ziekte (82%)
- Acceptatie (80%)
- Toekomstperspectief (70%)
- Het toepassen van leefregels (67%)
Thema’s - Sociale thema’s, participatie in de gezonde wereld
- Medische thema’s, zelfzorgacitiveiten
- Psychologische thema’s, acceptatie