Hoorcollege 3: EFA Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wanneer gebruik je een EFA?

A

We gebruiken een EFA wanneer we willen uitzoeken wat we dan wel meten met de test/vragenlijst. (Als een CFA bijvoorbeeld niet een goede fit laat zien).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van een EFA?

A

We willen uitzoeken:
- Hoeveel factoren worden door de items gemeten.
- Hoeveel factoren verklaren voldoende variantie?
- Welke items vormen een sub-test?
- Hoe kunnen de factoren worden geïnterpreteerd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet een EFA model eruit?

A

Items kunnen dan op andere (meerdere) factoren laden tegelijkertijd, er is geen sprak van een simple structure!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een eigenwaarde (eigenvalue)?

A

Dit is de maat voor de hoeveelheid informatie in een factor
Eigenwaarde 1 = Evenveel variantie als 1 item
Eigenwaarde > 1 = Factor kan meer variantie verklaren dan 1 item.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lees je de scree-plot?

A

Je kijkt naar de grafiek en kijkt naar het aantal factoren voor de knik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de parallell-analyse?

A

We kijken naar waar de gesimuleerde data met de daadwerkelijke data elkaar kruizen en nemen dan het aantal factoren voor de knik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt het fitmodel?

A

We kijken telkens naar de modelfit en stoppen totdat we een goede fit krijgen en dan hebben we onze aantal factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er bij een te complexe model?

A

Dan wordt het model niet meer geïdentificeerd en krijg je onrealistische fitmaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een factorrotatie?

A

We helpen daarbij de ladingen beter interpreteerbaar te maken en factorladingen beter te kunnen scheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee rotaties zijn er?

A

Orthogonaal (Varimax): ongecorreleerde factoren.
Obliek (Oblimin/Promax): gecorreleerde facotoren -> meest standaard in sociale wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is de UVI bij een EFA niet voldoende, wat is hiervan de oplossing dan?

A

Omdat we ook alle kruisladingen schatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee soorten modelmodificaties zijn er?

A

1) We kunnen kruisladingen toepassen - Items die op meerdere factoren laden.
2) Residuele covarianties: Samenhang tussen unieke factoren - (Gebeurt alleen bij CFA).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent Model Indices en EPC?

A

Mod. Ind. - Hoeveel beter past mijn model?
EPC - Wat os de verwacjte waarde?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom moet je aanpassingen niet te gelijkertijd doen?

A

Hierdoor kunnen de covarianties negatief gaan laden en je een foutmelding krijgen in je programma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zijn model modificaties gevaarlijk?

A

Je kan het model te complex maken, daardoor is het geen CFA meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan er misgaan bij model modificaties?

A

Er kunnen foutmeldingen ontstaan in je programma

17
Q

Wat houdt de assumptie aantal items in?

A

Voor een construct moet je minsten 3-4 items hebben, maar in een constructiefase is het beste om meer items te hebben.

18
Q

Wat houdt de assumptie steekproefgrootte in en waar hangt dit vanaf?

A

Algemeen betekent hoe groter, hoe beter. Dit hangt ook wel af van de schattingsmethode die je kiest, een richtlijn hiervoor is sample size to parameter 20:1

19
Q

Welke eigenschappen van de data zijn er, waar moet er dan naar gekeken worden?

A

Denk aan missing values, uitschieters, correlaties, normaliteit, lineariteit en multicollineariteit.

20
Q

Waarom gebruiken we een robuuste schatter?

A

Deze is wat robuuster met kleinere steekproeven.