Hoorcollege 8: Retoriek 2: Reclamewerking Artikel van Cialdini (2001), Artikel van Franzen (1988) en Artikel van Percy & Rossiter (1992). Flashcards

(35 cards)

1
Q

Wat is reclame?

A

De kunst en het vakmanschap van het gebruiken van communicatietechnieken om een bepaalde doelgroep te overtuigen om een product of dienst aan te schaffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is AIDA?

A

Attention, interest, desire en action

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het model van McGuire?

A

Presentation, attention, comprehension, yielding, retention en behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het standard hierarchy of effects model?

A

Cognitive - affective - behavioral/experience

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het proces bij ‘cognitive’ van het standard hierarchy of effects model

A

Een cognitief proces waarbij je informatie moet onthouden en verwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het proces bij ‘Behavioral/experience’ van het standard hierarchy of effects model

A

ga je het daadwerkelijk uitvoeren of kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het proces bij ‘Affective’ van het standard hierarchy of effects model

A

besluiten of je het leuk vindt of wilt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de theory of planned behaviour?

A

De theory stelt dat intentie de belangrijkste factor is voor gepland gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke drie factoren volgt intentie volgend de theory of planned behavior?

A
  1. attitude
  2. subjectieve norm
  3. ingeschatte beheersing van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt bedoeld met attitude bij de theory of planned behavior en vanuit welke overtuiging is het gebaseerd?

A

Of je positief of negatief tegenover het gedrag staat. Gebaseerd op gedragsovertuiging, de verwachte consequenties van het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt bedoeld met ‘subjectieve norm’ bij de theory of planned behavior en vanuit welke overtuiging is het gebaseerd?

A

De sociale druk die je ervaart met betrekking tot het gedrag. Normatieve overtuigingen, Het belang dat je denkt dat anderen hechten aan het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met ‘ingeschatte beheersing van het gedrag’ bij de theory of planned behavior en vanuit welke overtuiging is het gebaseerd?

A

je inschatting over de uitvoerbaarheid van het gedrag. Beheersingsovertuiging, je inschatting over de mogelijkheden en problemen bij de uitvoering van het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke drie delen wordt advertentiestrategie ingedeeld?

A
  • brand awareness
  • brand attitude
  • top of mind awareness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke twee delen wordt attitude verdeeld bij campagne- evaluatie

A

Atittude towards the add en atittude towards the brand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is belangrijk volgens het Elaboration likelihood model?

A

Heuristieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn low involvement producten?

A

producten met weinig cognitieve moeite. ook spelen ze in op het gevoel ookal is dit gevoel niet de waarheid

17
Q

Wat zijn high involvement producten?

A

producten met veel cognitieve moeite

18
Q

Waarvoor is het rooster van percy en rossiter handig?

A

Het geeft meer tips voor hoe je het moet aanpakken bij een bepaald soort product.

19
Q

Wat zijn informational producten?

A

Producten die zijn gebaseerd op negatieve emoties verminderen

20
Q

Wat zijn transformational producten?

A

producten die voor een positieve emotie zorgen

21
Q

Wat zijn de 7 reclamewerkingsmodellen van Giep Franzen

A
  1. Sales response
  2. perusasion
  3. symbolism
  4. emotions
  5. relationship
  6. likeability
  7. awareness
22
Q

Wat is sales response?

A

directe aanschaf van het product na blootstelling

23
Q

Wat is persuasion?

A

Overtuiging van publiek door middel van argumenten, compliance of heuristieken

24
Q

Wat is symbolism?

A

Het creëren van symbolische betekenis, merk is onderdeel van een lifestyle en sociale groep

25
Wat is emotions?
emotie opwekken bij het zien van slice of life, klassieke conitionering
26
Wat is relationship?
Brand involvement, creëren van een band met een merk
27
Wat is likeability?
Aannemelijke relatie tussen de reclame en het merk
28
Wat is awareness?
Creëren van top of mind awareness door introduceren van iets nieuws, consistents of een mnemonic
29
Wat zijn de 6 principes van overtuiging van Cialdini?
Reciprocity, commitment & consistency, social proof, liking, authority en scarcity
30
Wat is reciprocity?
Wederkerigheid
31
Wat is commitment
consistent blijven
32
Wat is social proof?
doen wat gelijken doen
33
Wat is liking?
Behoefte om gelijkgestemd te zijn met persoon die op je lijkt
34
wat is auhority?
autoriteit
35
Wat is scarcity?
Schaarste