HS 9 analythische meetkunde Flashcards
(8 cards)
improduct evenwijdige vectoren
A // B (dezelfde zin) ⇒ A ? B = A ? B
* A // B (tegengestelde zin) ⇒ A ? B = – A ? B
improduct
Het inproduct van twee vectoren A en B is het product van de normen
van die vectoren en de cosinus van de hoek
a tussen die vectoren.
In symbolen
A-> . B-> = ||A||. || B|| . cos
a
improduct loodrechte vectoren
A ⊥ B ⇒ A ? B = 0
uitdrukking van het improduct (formule + bewijs)
Als co ( A ) = (xA , yA ) en co ( B ) = (xB , yB ),
dan is A ? B = xA . x B + y A . yB .
normaalvector
Een normaalvector van een rechte is een vector loodrecht op die rechte.
kenmerk 1 loodrechte stand
Als a ↔ u1 x + v1 y + w1 = 0 en b ↔ u2 x + v2 y + w2 = 0, dan geldt:
a ⊥ b ⇔ u 1 ? u2 + v1 ? v2 = 0
kenmerk 2 loodrechte stand
Als a en b rechten zijn, niet evenwijdig met de assen, dan geldt:
a ⊥ b ⇔ rc a ? rc b = –1.
hoek tussen snijdende rechten
De hoek tussen twee snijdende rechten is de scherpe hoek of rechte hoek
die de rechten vormen in hun snijpunt