Huts Woorden Duits 11/12 Flashcards
(42 cards)
1
Q
Witwer
A
weduwnaar
2
Q
Witwe
A
Weduwe
3
Q
Alter
A
Leeftijd
4
Q
Geburtsort
A
Geboorteplaats
5
Q
die Staatsangehörigkeit
A
De nationaliteit
6
Q
Verwandte
A
Familie Lid
7
Q
Vater
A
Vader
8
Q
Mutter
A
Moeder
9
Q
Eltern
A
Ouders
10
Q
Kind
A
Kind
11
Q
Erziehen
A
Opvoeden
12
Q
Geschwister
A
Broertje/Zusje
13
Q
Bruder/Schwester
A
Broer/Zus
14
Q
Großvater/mutter/eltern
A
Grootvader/Moeder/Ouders
15
Q
Opa
A
Opa
16
Q
Oma
A
Oma
17
Q
Tante
A
Tante
18
Q
Onkel
A
Oom
19
Q
Cousin
A
Neef
20
Q
Cousine
A
Nicht
21
Q
Neffe
A
Neef
22
Q
Nichte
A
Nicht
23
Q
Heiraten
A
Trouwen
24
Q
Hochzeit
A
Bruiloft
25
Ehepaar
Echtpaar
26
Ehemann
Echtgenoot
27
Ehefrau
Echtgenote
28
Gelb
Geel
29
Rot
Rood
30
Rosa
Roze
31
Violet
Paars
32
Braun
Bruin
33
Blau
Blauw
34
Grün
Groen
35
Die farbe
De kleur
36
Hell
Licht
37
Dunkel
Donker
38
Die form
De vorm
39
Der kreis
De crirkel
40
Eckig
Zeshoek
41
Rund
Rond
42
Das gold
Goud
