Idioms Flashcards

(109 cards)

1
Q

kan ik je een plezier doen met een drankje

A

may I get you a drink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de koffie is op

A

the coffee is ready

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ik kan even niet op je naam komen

A

I can’t bring your name to mind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat mij betreft

A

far as I’m concerned

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

met je eens

A

I agree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ieder geval

A

in every (any) case

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eerlijk gezegd

A

honestly, to be honest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kennis gemaakt

A

got aquainted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het vaak heel druk

A

very busy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geen flauw idee

A

not a clue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onder de indruk

A

impressed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dan haalt hij twee dingen door elkaar

A

to confuse/mix up two things

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rekening me houden

A

take into account

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

maken zich vaak veel te druk

A

to look for problems/worry too much

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het regent weer

A

it’s raining again

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ik heb een minuut nodig

A

I need a minute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ik hoop dat je het haalt

A

I hope you make it

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ik houd je op de hoogte

A

I’ll keep you posted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ik heb een hekel

A

I hate ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

die erbij wordt opgeroepen

A

which is called upon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

lastig bij te benen

A

difficult to keep up with

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

deze slager slacht zelf koeien

A

this butcher slaughters cows himself

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

zo doen we dat al lang niet meer

A

we haven’t done that for a long time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

die jurk, die kan echt niet meer

A

that dress, it really can’t anymore (doesn’t fit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
die muziek is zo jaren tachtig
80's music is old
26
dat zijn middeleeuwse toestanden
those are medieval conditions
27
hij doet alles nog op de ouderwetse manier
he's very old fashioned
28
vroeger was alles beter
everything used to be better
29
dat is de traditionele manier van doen
that's the traditional way of doing it (good)
30
wat een mooie klassieke jurk
classic
31
die muziek is ouderwets goed
oldy but goody song
32
in die goeie ouwe tijd
good old times
33
hij is nog een echte vakman
he is still a true professional
34
geen blad voor de mond nemen
doesn't mince words
35
van top tot teen
head to toe
36
in vuur en vlam
in fire and flame
37
koetjes en kalfjes
this and that
38
dubbel en dwars
more than
39
paal en perk
to put an end to
40
weer en wind
in rain and wind
41
hebben en houden
property all you have
42
in rep en roer
in an uproar
43
het komt je niet aanwaaien
to make an effort
44
het gelijk aan je zijde hebben
the truth is on your side
45
iets onder de loep nemen
to examine
46
geen haar op m'n hoofd die daaraan denkt
nothing to worry about
47
in de weer zijn
being busy
48
in het geweer komen
take action
49
het voor het zeggen hebben
have the say
50
iemand de deur wijzen
show someone the door
51
lef hebben
to have courage
52
geboren en getogen
born and raised
53
de waan van de dag
the delusion of the day
54
met de deur in huis vallen
get straight to the point
55
het niet meekrijgen
not getting it
56
iets uit je hoofd laten
don't do anything
57
er dwars doorheen kijken
See through it
58
met alle winden meewaaien
change your mind easily
59
het slaat nergens op
makes no sense
60
hoe komt hij toch tot stand
how does it come about
61
nu weer aan het werk
now back to work
62
dat hangt ervan af
that depends on
63
ten onrechte voor gek gezet
wrongly made fun of
64
je raakt het spoor bijster
you lose track
65
nul komma nul
nothing at all
66
het voelt heel dubbel
mixed feelings
67
we zijn er dol op
we love it
68
wat me opvalt, is dat...
what strikes me is that
69
Is het jou ook opgevallen dat...
have you also noticed that
70
ik vraag me af of...
I wonder if
71
ik kan me niet voorstellen dat...
I can not imagine that...
72
Ik weet niet precies wat
I don't know exactly what
73
iemand ergens op afrekenen
to judge someone on their results
74
iets onder de loep nemen
to scrutinize something
75
op de schrootoop
on the scrap heap
76
het aloude cliché
the age old cliche
77
op de proppen komen met iets
come up with something
78
its in bruikleen krijgen/hebben
borrow something
79
de voorkeur geven aan iets
to give preferance to
80
de diepte in gaan
go into depth
81
lang en breed
at great length
82
het ligt voor de hand
it speaks for itself
83
een goede voorbereiding het halve werk
good preparation is half the work
84
ik heb een hekel aan
i can't stand
85
iets buiten de deur houden
to keep out
86
het goed / beter / slecht / slechter doen
doing good / better / badly / worse
87
niet zozeer …, maar wel …
not so much, but
88
juichend commentaar
rave reviews
89
iets in de hand hebben
have something under control
90
op peil houden
maintain
91
roet in het eten gooien
stand/get in the way, throw a spanner in the work
92
de puntjes op de i zetten
dotting the i's and crossing the t's
93
hij zit op zijn geld
he is sitting on his money
94
zij zitten met hun handen in het haar
they are at their wits' end
95
je kunt geen ijzer met handen breken
you can't break iron with your hands
96
op de klok kijken
watching the clock
97
tussen de regels door lezen
reading between the lines
98
de kous op de kop krijgen
to be blamed
99
nieuwe bezems vegen schoon
new brooms sweep clean
100
geen rozen zonder doornen
no roze without thorns
101
achter de wolken schint de zon
behind the clouds the sun is shining
102
waar een wil is, is een weg
where there is a will there is a way
103
hoge bomen vangen veel wind
tall trees catch a lot of wind
104
vragen staat vrij
questions are free
105
hebben is hebben
to have is to have
106
spreken is zilver, zwijgen is goud
speaking is silver, silence is gold
107
van je stokje gaan
to go off your rocker
108
moet je mij hebben?
do you need me?
109