inductieve statistiek Flashcards

(11 cards)

1
Q

doel

A

een nul- en alternatieve hypothese opstellen en voldoende bewijs verzamelen om de H0 te kunnen verwerpen opdat H1 aanvaard kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stappenplan hypothesetest

A
  • H0 en H1 opstellen
  • data verzamelen
  • teststatistiek bepalen onder H0 (want je gaat er van uit dat H0 waar is tot het tegendeel bewezen is)
  • teststatistiek vergelijken met een distributie
  • interpreteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

teststatistiek

A

geeft aan in welke mate de schatting (die je uit de steekproef bepaalt) verschilt van de hypothese
-> je gaat dus kijken hoe de teststatistiek van H0 verschilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

z- test voor het populatiegemiddelde

A
  • mu is niet gekend maar sigma moet gekend zijn
  • teststatistiek = z waarde die een normale verdeling volgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

drie methoden om de teststatistiek te vergelijken met H0

A

kritische waarde: H0 verwerpen als de teststatistiek de kritieke waarde overschrijdt

p-waarde: kans om onze waarde te bekomen of een nog extremer

BI: H0 verwerpen als het niet in het interval ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar voor z-waarde verwacht je als H0 waar is en welke als H0 verworpen kan worden

A

H0 waar: kleine z-waarde (ligt dan in aanvaardingsgebied)
H0 onwaar: grote z-waarde (ligt dan in verwerpingsgebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

type I fout

A
  • H0 wordt onterecht verworpen
  • alfa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

type II fout

A
  • H0 wordt onterecht niet verworpen
  • beta
  • je stelt bv dat het steekproefgemiddelde in het aanvaardingsgebied ligt terwijl H1 waar is en H0 niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

power van de test

A
  • 1-beta
  • kans op het niet maken van een type II fout
  • kans om H0 te verwerpen wanneer deze onwaar is
  • de kans om dus H1 terecht te aanvaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat beïnvloedt de power van een test

A
  • alfa
  • variantie
  • effect size (verschil tss twee populatiegemiddelden vergroten)
  • steekproefgrootte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe interpreteer je de p-waarde

A

p < alfa: significant
p >= alfa: niet significant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly