industriële revolutie Flashcards

1
Q

hoe evolueerde de industrie?

A

handmatig -> machinaal door/met grote sociale gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Demografische transitie

A

Hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboortecijfers en hoge sterftecijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken vele sterftegevallen

A

ziektes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat was de levensverwachting?

A

25-35 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uiteindelijk daalt sterftecijfer, hoezo?

A
  • kwalitatief betere voeding
  • nieuwe landbouwgewassen
  • verbeterende hygiëne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

op welke manier werd de hygiëne verbetert?

A

drinkwaterleiding, riolering, controle op zieken die stad binnenkwamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prenuptialen

A

kinderen verwerkt voor huwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel kinderen waren prenuptialen?a

A

1/5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel kinderen stierven er binnen eerste levensjaar?

A

1/4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waardoor stierven 1/4 kinderen in hun eerste levensjaar?

A

ondervoeding, infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer was een vrouw vruchtbaar?

A

ongeveer op 27 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Veillée

A

nachtvrijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoeveel van de vrouwen stierf ongehuwd?

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom trouwen mensen in Vlaanderen later?

A

meer kans op werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom trouwen mensen in Engeland vroeger?

A

katoenindustrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

algemene overgang naar fabrieksarbeit

A
  • handenarbeid -> gemechaniseerde arbeid
  • Huisarbeid -> fabrieksarbeid
17
Q

handenarbeid -> gemechaniseerde arbeid

A

stoommachine ipv water en wind

18
Q

Huisarbeid -> fabrieksarbeid

A

nood aan grote werkplaatsen, maximaal rendement voor dure stoommachine

19
Q

gevolg overgang naar fabrieksarbeid

A

immigratie van platteland naar stad

20
Q

manufactuur

A

grote werkplaats op basis van handenarbeid

21
Q

manufactuur

A

grote werkplaats op basis van handenarbeid

22
Q

Groot-Brittanië: Bevolkingsexplosie + koloniale expansie

A

goedkoop katoen uit India

23
Q

bestaande spin- en weeftechnieken te arbeidsintensief

A

nood aan vernieuwing

24
Q

wat ontwikkelde Samuel Crompton

A

spinning Jennie + waterframe

25
Q

gevolgen van technologie

A
  • Huisnijverheid kwijnt weg
  • Analoge ontwikkeling in wolweverij
  • Zuidelijke Nederlanden
26
Q

hout

A

schaars + te lage temperatuur

27
Q

alternatief hout

A

steenkool -> cokes

28
Q

Stoommachine van Watt (1780)

A

dieper graven -> meer steenkool

29
Q

waarom was Darby zijn tijd te ver vooruit?

A
  • geen productieverhoging
  • vraag naar ijzer blijft uit