Infertiliteit bij de man Flashcards

(89 cards)

1
Q

Vruchtbaarheidscijfer

A

hoeveelheid kinderen dat geboren wordt per vrouw
Gemiddelde: 2,1 kind per vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vruchtbaarheid van vrouw wordt bepaald door

A

Eisprong dus geslachtsgemeenschap timen op eisprong
Kans op zwangerschap is groter bij dag 2 voor eisprong
Leeftijd van vrouw: jongere vrouw hogere kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is de kans op zwangerschap het hoogste (frequentie)

A

2, 3, 4 keer per week seksueel contact is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spermatogenese (11)

A

Wordt aangestuurd vanuit hypothalamus en hypofyse
* HT maakt in GnRH-neuron het hormoon GnRH aan
* GnRH stimuleert de gonadotrope cel in de HF
* Gonadotrope cel maakt gonadotropines LH en FSH aan
* LH stimuleert leydigcellen (in de teelbal)
* FSH stimuleert de sertolicellen
* Leydicellen in teelbal maken T aan
* Sertolicellen in teelbal maken inhibine B aan
* Sertolicellen en T uit teelbal ondersteunen spermatogenese
* Uit kiemcellen worden zaadcellen gemaakt
* T geeft negatieve feedback aan GnRH-neuron en gonadotrope cel
* Inhibine B geeft negatieve feedback aan gonadotrope cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie sertolicellen

A

Sertolicellen ondersteunen zaadcellen en maken inhibine B aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Effect van injecties van T op ZC aanmaak

A

Injecties van T gaat zaadcel aanmaak verlagen omdat er niet voldoende lokaal aanmaak van T in teelbal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bekijke foto’s op p15 (spermatogenese)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zijn er miljoenen zaadcellen nodig

A

Veel ZC kunnen traject tussen baarmoeder en eileider niet voltooien
In vagina kunnen een heel aantal ZC doodgaan door het zure milieu
Meeste ZC kunnen barriere in baarmoeder niet doorkomen en worden gevangen in het slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bepalen van optimale spermakwaliteit

A
  • Kijken naar hoeveel ZC er zijn en hoe beweeglijk ze zijn
  • Kijken naar stalen van koppels die binnen het jaar zwanger geworden zijn vs koppels die niet binnen het jaar zwanger geworden zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Optimale spermakwaliteit (aantal ZC)

A

Kans op zwangerschap 90-95% als je 15 miljoen ZC per ml
o Onder 15 miljoen per ml is verminderde spermakwaliteit
o Tussen 15 en 40 miljoen is goed
o Boven 40 miljoen is optimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Optimale bewegelijkheid

A

Altijd een fractie onbeweeglijk, dus meer dan 70% bewegelijk komt niet vaak voor
o 70% is optimaal
o Tussen 70%-40% is goed
o Voorbij 40% is verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

WHO-criteria verminderde spermakwaliteit (8)

A
  • volume: 1.4ml
  • aantal: 39 milj
  • totale beweeglijkheid: 42%
  • progressieve beweeglijkheid: 30%
  • niet progressieve beweeglijkheid: 1%
  • immotiel: 20%
  • Vitaliteit: 54%
  • normale vorm: 4%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Subfertiliteit

A

uitblijven van een zwangerschap bij een koppel, gedurende tenminste 12 maanden bij regelmatige, onbeschermde, op conceptie gerichte coïtus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subfertiliteit vs infertiliteit

A

Subfertiliteit: verminder vruchtbaarheid
Infertiliteit: onvruchtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cumulatieve conceptie ratio

A

per cycli of per maand de kans dat je zwanger wordt
* 85% van koppels zijn zwanger na 12 maanden
* 90% van koppels zijn zwanger na 24 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oorzaken subfertiliteit (4)

A

Mannelijke oorzaken: 30-40%
Vrouwelijke oorzaken: 30-40%
Beide partners: 10-20%
Geen verklaring: 5-25%
–> belangrijk om koppel te behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Globale prevalentie van onvruchtbaarheid

A

1/6 mensen heeft onvruchtbaarheid ervaren
17,5% geschatte prevalentie van onvruchtbaarheid gedurende het leven
12,6% geschatte prevalentie van onvruchtbaarheid gedurende een periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mannelijke onvruchtbaarheid niveaus

A

Kijken naar de verschillende niveaus waarop het probleem zich voordoet
* Hypothalamus
* Hypofyse
* Teelbal
* Erectie/ejaculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Oorzakelijke factoren van mannelijke onvruchtbaarheid (6)

A

secundair hypogonadisme
obstructie van zaadleiders
genetische oorzaken
oncologische ziektes
aangeboren afwijkingen in de uro-genitale kanalen
verworven/secundair testiculaire schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Bijdragende factoren van mannelijke onvruchtbaarheid (4)

A

varicocele
leukocytospermie (verhoogd # witte bloedcellen in zc)
chronische ziekte
overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Globozoöspermie

A

kop van ZC bevat geen acrosoom (topje van de ZC is er niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Oorzaken mannelijke onvruchtbaarheid (3)

A

Pretesticulair probleem: secundair hypogonadisme
Testiculair probleem: primair hypogonadisme, gestoorde spermatogenese, Y chromosoom deleties, varicocele
Post-testiculair probleem: obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bekijk overzicht onderaan p18

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Testiculair probleem kwalitatief en kwantitatief

A

Kwantitatief (# ZC dat er gemaakt worden)
Kwalitatief (# is goed maar niet bewegelijk of abnormale vorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Secundair hypogonadisme
Pretesticulair probleem Hormoonaanmaak verstoord (gonadotropine verlaagd) waardoor er minder T en inhibine B gemaakt en dus ook minder ZC
26
Oorzaken secundair hypogonadisme (4)
* Hypofysetumor * Aangeboren hypofyseprobleem * Anabolica * Radiotherapie hersenen
27
Behandeling secundair hypogonadisme
* Oorzaak behandelen (indien mogelijk) * Hormoonvervangende therapie
28
Hormoonvervangende therapie secundair hypogonadisme
o LH --> HCG injecties o FSH injecties
29
HCG
zwangerschapshormoon Lijkt heel erg qua structuur op LH
30
Bekijk foto op p19 (secundair hypogonadisme)
Gedaan
31
Primair hypogonadisme
Testiculair probleem Problemen met T * Laag T --> verminderde ZC aanmaak o Als er geen zc aanmaak is gaan sertolicellen ook geen inhibine B aan maken * Verhoogde LH en FSH * Meestal kan er niks aan gedaan worden om ZC aan maak te verbeteren
32
Primair hypogonadisme oorzaken
* Klinefelter syndroom * Orchidectomie ikv testistumor
33
Primair hypogonadisme behandeling
* Oorzaak behandelen: Meestal niet mogelijk * Hormoonvervangende therapie: Niet mogelijk --> testosteroninjecties onderdrukken spermatogenese
34
Bekijk foto op p19 (primair hypogonadisme)
Gedaan
35
Gestoorde spermatogenese
Testiculair probleem Kan zijn dat T aanmaak normaal is maar dat sperma-aanmaak verstoord is * Inhibine B laag * FSH verhoogd
36
Gestoorde spermatogenese oorzaken (4)
* Afwezige kiemcellen * Chemotherapie * Y-microdeleties * Varicocele
37
Gestoorde spermatogenese behandeling
* Oorzaak behandelen: meestal niet mogelijk * Bij verminderde zaadcelaanmaak: o Geassisteerde vruchtbaarheidsbehandeling --> als er wel ZC aanmaak aanwezig is * Bij azoöspermie: o Testiculaire sperma-extractie (TESE)
38
Bekijk foto op p19 (verstoorde spermanamaak)
Gedaan
39
Y chromosoom microdeleties
Genetisch/aangeboren aandoening Functioneert normaal, maar stukje op Y-chromosoom dat verantwoordelijk is voor ZC aanmaak mist * Stukje is AZF regios * FSH hoog en inhibine B laag omdat er geen ZC zijn * T is normaal
40
Bekijk foto p20 (Y chromosoom microdeleties)
Gedaan
41
Varicocele
Spatader in teelbal, vergroting van ader die zorgt voor bloedafvoer in teelbal * Graad 1: enkel palpabel bij Valsalva * Graad 2: bij palpatie * Graad 3: bij inspectie
42
Invloed van varicocele op spermatogenese
Bij graag 3 heeft 54,9% een lage zaadkwaliteit Bij graad 2 heeft 40,4% een lage zaadkwaliteit Bij graad 1 heeft 31,4% een lage zaadkwaliteit
43
Obstructie
Post-testiculair probleem Afvoerwegen zijn niet toegankelijk, wel ZC aanmaak
44
Oorzaken obstructie (5)
* Vasectomie * Bilaterale afwezigheid vas deferens (CFTR) * Obstructie afvoerwegen * Erectiele dysfunctie * Ejaculatieproblemen
45
Behandeling obstructie
* Oorzaak behandelen: soms mogelijk * Testiculaire sperma-extractie (TESE)
46
Investigaties man bij onvervulde kinderwens (4)
* Anamnese en klinisch onderzoek * Echo scrotum * Hormonaal bilan * Genetisch onderzoek
47
Hormonaal bilan
Analyse van 2 spermastalen (voormiddag) Leydig cel functie: LH, testosteron, SHBG, vrij testosteron, prolactine meten Sertoli cel functie: FSH, bij azoöspermie: inhibine B meten
48
Genetisch onderzoek vruchtbaarheid
Karyotype en Y-chromosoom microdeleties: bij concentratie <5 miljoen/mL CFTR-dragerschap: bij vermoeden obstructieve azoöspermie
49
Spermiogram
sperma aantal sperma morfologie sperma motiliteit
50
Oligospermie
te weinig ZC (≤ 15 milj/ml)
51
Teratospermie
abnormale ZC
52
Asthenospermie
te weinig beweeglijk
53
Azoöspermie
volledige afwezigheid van zaadcellen (1% van alle mannen, 10-15% infertiele mannen) Obstructieve azoöspermie (40%) Niet-obstructieve azoöspermie (60%)
54
Volume en pH sperma
* Volume ≥ 1,5 ml o Zaadvocht: afkomstig van de zaadblaasjes, prostaat o Verlaagd volume: teken van obstructie * pH: 7,2 – 8,0 o Lage pH: teken van obstructie
55
Telling sperma
* Concentratie ≥ 15,0 milj/ml * Totaal aantal zaadcellen ≥ 40,0 milj
56
Motiliteit
* Progressieve motiliteit --> motiliteit ≥ 32% progressieve motiliteit * Niet-progressieve motiliteit * Immotiel Opm. Indien geen enkele beweeglijke zaadcel gezien, Vitaliteit testen: (DD dode zaadcellen), met vitaliteitskleuring
57
Motiliteit 4 klassen
Klasse A: snelle voorwaartse beweeglijkheid (> 25µm/sec) Klasse B: langzame voorwaartse beweeglijkheid (>5µm/sec) Klasse C: ter plaatse beweeglijk Klasse D: onbeweeglijk
58
Asthenozoöspermie
<32% progressieve motiliteit
59
Asthenozoöspermie oorzaak
* Te veel tijd alvorens staalverwerking * Genital tract infections (leucocytospermie ≥ 1 milj leucocyten/ml) * Varicocoele * Verlengd abstinentie-interval * Immotile cilia syndrome (Kartagener synroom)
60
Bekijk foto p22 (morfologie)
Gedaan
61
Bekijk foto p23 (morfologie)
Gedaan
62
Morfologie
* Morfologie ≥ 4% normale vormen o Reflecteert de kwaliteit van de spermatogenese: WHO criteria o Normale vorm : hoofd = ovaal en glad; nekstuk = recht; staart = ononderbroken, geen krullen of knikken * Teratozoöspermie < 4% normale vormen
63
Afwijkende vormen ZC
Pinhead: geen/kleine kop, bevat geen DNA Globozoospermie: round-headed sperm syndrome, geen acrosoom Macrocephalie: grote kop, extra chromosomen, moeilijke fertilisatie
64
Aanvullende tests op spermiogram
Total motile count (TMC) Vitaliteit (hoeveel ZC leven er?) o Belangrijk bij hoog percentage onbeweeglijke zaadcellen * Ronde cellen en leukocytospermie: teken van infectie * Antistoffen
65
Total motile count
(Concentratie x volume ejaculaat x % progressief motiel) / 100 Combi van belangrijke parameters
66
Necrozoöspermie
geen vitale zaadcellen
67
Testen voor antistoffen
MAR-test: mixed agglutination reaction Detecteert IgA en IgG antibodes tegen sperma-antigenen Immunologische infertiliteit
68
Bekijk foto p23 (Sperm preparation techniques)
Gedaan
69
Capacitatietest
Doel: voorbereiding op fertilisatie: vloeibaar maken van het plasma membraan en veranderingen in motiliteit induceren Zaadcellen met beste beweeglijkheid selecteren Techniek: incuberen na isolatie via densiteitsgradiënt op 37°C in incubator gedurende 30 min in speciaal medium ( bicarbonaat + albumine)
70
TOTAL MOTILE COUNT na capacitatie
o TMC ≥ 5 miljoen IUI o TMC 2-5 miljoen IVF o TMC ≤ 2 miljoen ICSI
71
Voorgeschiedenis vruchtbaarheid
Secundaire geslachtskenmerken: Indalen van de teelballen, verloop puberteit Medische voorgeschiedenis: radio/chemotherapie, chronische ziekte Heelkundige voorgeschiedenis: ingreep voor niet-ingedaalde teelbal, varicocele behandeling, vasectomie, ingrepen genitale regio Infecties: bof orchitis, seksueel overdraagbare aandoeningen, urogenitale infecties, prostatitis
72
Anamnese vruchtbaarheid
Seksueel: libido, erectiele function, coitusfrequentie Medicatie: (anti)androgenen, corticosterioden, opioiden, medicatie die hyperprolactinemia kan veroorzaken (domperidone, antipsychotica, … (Ab)usus: alcohol, roken, chemicalien, druggebruik, anabolica gebruik
73
Klinisch onderzoek vruchtbaarheid
Algemeen: BMI, lichaamsbeharing, gynaecomastie Genitaal onderzoek Testiculair volume Prader orchidometer Palpatie teelballen Normaal, zacht, stevig Peniele anatomie Locatie van de urethrale meatus Varicocoele Vas deferens Aanwezig/afwezig Epididymis Normaal/opgezet
74
Bekijk foto p24 (echo scrotum)
Gedaan
75
Bekijk foto p25 (hormonaal bilan)
Gedaan
76
Bekijk foto p25 (Genetisch onderzoek)
Gedaan
77
Obstructieve azoöspermie
Er is wel zaadcelaanmaak in de teelbal, maar geen zaadcellen in ejaculaat
78
Niet-obstructieve azoöspermie
Er is geen zaadcelaanmaak in de teelbal, ook geen zaadcellen in ejaculaat
79
Sperma-analyse obstructieve azoöspermie
o Laag volume o Lage pH o Laag fructose
80
Hormonaal bilan obstructieve azoöspermie
o LH/FSH: normaal o Testosteron: normaal o Inhibine B: normaal
81
Scrotale echografie obstructieve azoöspermie
tekens van obstructie tonen, bv thv epididymis
82
Sperma-analyse niet-obstructieve azoöspermie
o Normaal volume o Normale pH o Normaal fructose
83
Hypofysair probleem niet-obstructieve azoöspermie
Hormonaal bilan: o LH en FSH: verlaagd o Testosteron: verlaagd o Inhibine B: verlaagd
84
Testiculair probleem niet-obstructieve azoöspermie
* Gestoorde testosteronaanmaak: o LH en FSH: verhoogd o Testosteron: verlaagd o Inhibine B: verlaagd * Gestoorde zaadcelaanmaak: o LH: normaal o FSH: verhoogd o Testosteron: normaal o Inhibine B: verlaagd
85
TESE
Testicular sperm extraction Stukje tubili seminiferi en dan in labo uit die tubuli de ZC eruit halen * Obstructieve azoöspermie: 100% kans op vinden van zaadcellen bij TESE * Niet-obstructieve azoöspermie: 40-50% kans op vinden van zaadcellen bij TESE
86
Surgical sperm retrieval
Tubuli seminiferi die het meest gezwollen zijn want dit is teken van meer ZC ZC op verschillende manieren uit teelbal halen (naald uit bij-/zaadbal, chirurgisch uit bij-/zaadbal, op een of meerdere plaatsen)
87
"Behandeling" mannelijke infertiliteit
Intra-uterine inseminatie IVF ICSI
88
In vitro fertilisatie (IVF)
Hormonale stimulatie om meerdere eicellen te laten uitrijpen Pick-up van de eicellen uit de eierstokken doorheen de vaginawand Eicel samenbrengen met veel ZC zodat ZC eicel gaat bevruchten
89
Intracytoplasmatische injectie (ICSI)
Hormonale stimulatie om meerdere eicellen te laten uitrijpen Pick-up van de eicellen uit de eierstokken doorheen de vaginawand ZC in eicel injecteren