Intelligentie Flashcards

1
Q

Omschrijf intelligentie.

A

Het oplossen van problemen door middel van het denken en zijn hulpmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Binnen de intelligentie onderscheiden we 3 vormen van denken. Welke?

A
  • Receptief denken (waarneming)
  • Reproductief denken (geheugen)
  • Productief denken (convergent en divergent)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omschrijf receptief denken.

A

Juist identificeren wat men waarneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Omschrijf reproductief denken.

A

Geleerde feiten, begrippen, regels en vroegere informatie oproepen uit het geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omschrijf productief denken.

A

Zelf zoeken van een oplossingsmethode, door herstructureren en combineren van regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen convergent en divergent denken?

A

Bij convergent denken is er maar één juiste oplossing mogelijk (vb. correct schrijven), bij divergent denken kunnen er meerdere oplossingen zijn. (syntheses maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Omschrijf de IQ-test.

A

Een test bestaande uit een gestandaardiseerde reeks opdrachten of vragen die een betrouwbare en valide maat geeft van de intelligentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komt men tot een intelligentiequotiënt?

A

Het intelligentiequotiënt verkrijgt men door de verstandelijke leeftijd te delen door de kalenderleeftijd en dan te vermenigvuldigen met 100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door welke factoren wordt de intelligentie beïnvloed?

A

Door de intellectuele aanleg en door het milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er bestaat een positieve correlatie tussen het IQ en de leerprestaties. Wat is dan een onderpresteerder?

A

Bij een onderpresteerder liggen de resultaten lager dan de aanwezige intelligentie laat vermoeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er bestaat een positieve correlatie tussen het IQ en de leerprestaties. Wat is dan een overpresteerder?

A

Een overpresteerder presteert beter dan zijn/haar IQ doet vermoeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schoolprestaties zijn niet uitsluitend het product van de intelligentie. Ze worden ook beïnvloed door andere factoren. Welke?

A
  • Persoonlijkheidstrekken (motivatie,…)
  • Schoolse factoren (leerkracht, sfeer,…)
  • Milieufactoren (taalcultuur, gezin, geld,…)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom speelt de leerkracht een belangrijke rol bij die milieufactoren?

A

Hij speelt een belangrijke rol bij het opsporen en verhelpen van specifieke remmende factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Verbale Intelligentie’.

A

Houden van lezen, schrijven, talige informatie,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Logisch-wiskundige Intelligentie’.

A

Oplossen van problemen, analyseren van objecten en situaties, abstracte symbolen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Muzikale Intelligentie’.

A

Genieten van luisteren naar an maken van muziek.

17
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Lichamelijke-bewegingsintelligentie’.

A

Geniet van doe- en fysieke activiteiten.

18
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Ruimtelijke Intelligentie’.

A

Ontwerpen, tekenen, kleuren, goed richtingsgevoel.

19
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Interpersoonlijke Intelligentie’.

A

Zorgen voor anderen, communiceren, contact met anderen,…

20
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Intrapersoonlijke Intelligentie’.

A

Genieten van afzondering, zelfreflectie, innerlijke ervaringen en gedachten verkennen,…

21
Q

De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner deelt intelligentie op in verschillende delen. Geef enkele voorbeelden van ‘Naturalistische Intelligentie’.

A

Aangetrokken tot planten, dieren, stenen, klimaat,…

22
Q

Omschrijf ‘Emotionele Intelligentie’.

A

Het vermogen om adequaat (goed genoeg) met eigen emoties om te gaan.

23
Q

In Wat manifesteert EQ zich onder andere?

A
  • Zelfkennis en het reguleren van de eigen emoties.
  • Empathie
  • Omgaan met anderen (samenwerken)
24
Q

Wat is essentieel om Emotionele intelligentie te ontwikkelen?

A

Het vermogen om de eigen emoties te herkennen. (Zelfbewustzijn)

25
Hoe kunnen leerkrachten rekening houden met de leerlingen hun EQ?
- Spreken over hun emoties - Helder zijn over verwachtingen - Leerlingen ondersteunen - Specifieke feedback geven - Bevestiging - Het goede voorbeeld geven - Leerlingen invloed geven
26
Waarom is de relevantie van het EQ zo groot voor de onderwijspraktijk?
Omdat zonder EQ het vrijwel onmogelijk is om op school succes te hebben en goede relaties met jezelf en je leerlingen te hebben.