Internationaal recht Flashcards

(83 cards)

1
Q

Welke twee verdragen maken een belangrijk onderdeel uit van het Nederlandse rechtssysteem?

A

EVRM en EU-verdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de kern van het Europees recht?

A

Het verdrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er geregeld in een verdrag?

A

1.Rechten en plichten tussen staten onderling
2.Rechten en plichten op zichzelf
3.Internationale organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rechten en plichten tussen staten onderling

A

Twee of meer staten
Verdrag gesloten
nemen rechten en plichten op zich
maken afspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechten en plichten voor burgers

A

Roepen rechten en plichten in het leven
voor de burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Internationale organisaties

A

Deze organisaties worden via de verdragen opgericht
voorbeelden zijn VEU en WVEU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Intergouvernementele organisatie

A

de staten die een verdrag sluiten behouden hun soevereiniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Supranationale organisatie

A

Wel soevereiniteit prijsgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Twee soorten visies die staten op het verdrag kunnen hebben?

A

Dualistische visie
Monistische visie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dualistische visie

A

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de internationale en de nationale rechtsorde, van elkaar gescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Monistische visie

A

De internationale en nationale rechtsorde zijn niet van elkaar gescheiden, rechtstreekse werking
nederland heeft dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EEG

A

De Europese Economische Gemeenschap
heeft 6 landen, eigen verdrag
doelstelling is het samenwerken op
economisch vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

VEU

A

het Verdrag betreffende de Europese Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WVEU

A

het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Doelstellingen van de EU?

A

Totstandkoming van een interne markt = vrij verkeer
Totstandkoming van een monetaire unie = vrede/welzijn en veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inrichting van de EU

A

1.Europese Raad
2.Europese Commissie
3.Raad van de Europese Unie
4.Europees Parlement
5.Hof van Justitie van de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Europese Raad

A

hoogste instelling van de EU
staatshoofden en regeringsleiders
27 lidstaten
politiek orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Europese Commissie

A

27 leden
commissaris van de EU
dagelijks bestuur genoemd
exclusief recht van initiatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Raad van de EU

A

regeringen van de landen
wetgeving en begrotingstaak uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Europees Parlement

A

een keer in de 5 jaar gekozen
705 leden
instemmingsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hof van Justitie van de EU

A

berechten geschillen en prejudiciële beslissingen worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Primair Europees recht

A

belangrijkste bronnen van het recht
VEU WVEU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Secundair Europees recht

A

Recht dat niet in de andere bronnen staat, maar dr wel op is gebaseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Verordening

A

geldt onmiddellijk binnen de nationale rechtsorde van elke lidstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Naast de EU twee belangrijke organisaties op internationaal gebied
Benelux = economische unie, verdrag Raad van Europa = verstevigen van de banden tussen de lidstaten zoals het EVRM
26
EVRM
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden
27
Internationaal recht
Bevat rechtsregels voor het verkeer tussen staten onderling en voor het verkeer tussen staten en internationale organisaties
28
De verschillende rechtsbronnen van het internationale recht
Verdrag, geschreven Besluiten van internationale organisaties, geschreven Gewoonterecht, ongeschreven Algemene rechtsbeginselen, ongeschreven Jurisprudentie, ongeschreven
29
Waar staan alle rechtsbronnen?
Art.38 van het Statuut van het Internationale gerechtshof
30
Eerste bron, het verdrag
andere benamingen = conventie, statuut of handvest schriftelijke overeenkomst gesloten = verbonden beginsel = pacta sunt servanda
31
Bilateraal
Verdrag tussen twee landen
32
Multilateraal
Verdrag tussen meer dan twee landen
33
Pacta sunt servanda
Het verdrag dat wordt opgesteld moet ook echt nageleefd worden
34
Tweede bron, besluiten van internationale organisaties
bindend of niet-bindend bindend = van de veiligheidsraad van de vn
35
derde bron, gewoonterecht
2 elementen sprake van regelmatige statenpraktijk, gedragen zich op een bepaalde manier Opvatting van de praktijkvereisten op basis van het recht opinio iuris voorbeeld = vrijdag van exploratie van bijv de ruimte
36
Opinio Iuris
rechtsovertuiging die juridisch bindend is
37
vierde bron, algemene rechtsbeginselen
moeten voldoen aan twee kenmerken naleven in de verschillende stelsels opgenomen in het recht, mogelijkheid voorbeeld = schending van een recht leidt tot aansprakelijkheid van een staat, dus deze moet dan ook opdraaien voor de schade
38
laatste bron, jurisprudentie
hoogste instantie EHRM
39
Voorbeeld van een bilateraal verdrag
grensverdrag
40
Waar staat alle informatie over verdragen?
Weens Verdrag inzake het Verdragenrecht
41
Wat staat er in het verdrag over de algemene verdragen?
Het houdt zich bezig met alle fases in de levenscyclus van een verdrag
42
Welke fases?
Sluiten voorbehouden inwerkingtreding voorlopige toepassing uitlegging beëindiging
43
Stappen hoe een verdrag gesloten wordt
onderhandeling door regering of ministers van kracht ligt aan de datum wat in het verdrag staat Art.91 GW Ratificatie is de laatste stap, naar buiten brengen als land dat je achter het verdrag staat
44
Art. 91 GW
De staten generaal moet nog toestemming verlenen nadrukkelijk of stilzwijgend
45
Welk stelsel heeft Nederland?
Monistisch stelsel incorporatiesysteem genoemd gelden overal dezelfde regels ook wel gematigd
46
Ander woord voor dualistisch
transformatiestelsel
47
Regionaal
Lidstaten uit hetzelfde continent
48
Verenigde Naties
Art. 1 van het Handvest van de VN nobele doelen zoals vrede en veiligheid hoofdzetel in New York
49
Welke instellingen zitten er allemaal in de VN?
Algemene vergadering = hoofdportaal, alle leden hebben een zetel Veiligheidsraad = bekendste instelling, 15 leden, 5 daarvan permanent Secretaris Generaal = personificatie, functie door iemand anders uit het continent Internationaal gerechtshof = rechtspraak in zaken, Den Haag Internationaal Strafhof = misdrijven
50
Raad van Europa
46 lidstaten straatsburg niet verwarren met de EU, wel dezelfde vlag
51
EU
28 staten lid Verenigd Koninkrijk met de Brexit de EU verlaten wachtlijst
52
Welke instellingen in de EU?
Europese Raad = bekendste, staatshoofden Raad van de EU = ministers Europees Parlement = maken wetgeving en controleren het dagelijks bestuur Europese Commissie = taak in wetgevingsproces, dagelijks bestuur, 28 leden waarvan 26 commissarissen Hof van Justitie van de EU = Luxemburg, nationale rechters
53
Wat is geen doelstelling van de EU?
het creëren van een Europese Grondwet
54
3 namen van belangrijke personen
Jean-Claude Juncker = Voorzitter Europese Commissie Guterres = Secretaris Generaal VN Donald = Voorzitter Europese Raad
55
Soevereiniteit
Het gezag wat een land heeft op zijn grondgebied, de staat mag dit zelf beslissen
56
‘een ieder verbindendheid’
dit is een voorwaarde aangezien het moet gaan om een specifiek recht waar je een beroep op kunt doen
57
volkenrecht
andere naam voor het internationale recht
58
Wilsovereenstemming
alle partijen stemmen in,
59
twee onderscheiden tussen verdragen;
schriftelijk of mondeling, kan allebei maar meestal wordt t opgeschreven
60
4 verschillende soorten verdragen
1.regering maakt afspraken met de andere partij 2.verdragen die aan onze wetgever de opdracht geven om wetgeving te maken 3.rechtstreeks doorwerken in het nationale rechtsstelsel 4.regelingen waarbij bevoegdheden worden opgedragen aan bijv de EU
61
Ratificatie
het naar buiten treden van een wet, dit is de laatste stap, soort dubbele controlevraag
62
een besluit
soort beschikking, voor een bepaalde groep personen
63
een verordening
een regeling van de EU van algemene strekking
64
een richtlijn
lijkt op een verordening, specifiek aan een land, lidstaten worden vrij gelaten qua afspraken
65
lijstje als een verdrag tot stand komt
onderhandeling ondertekening ratificatie of bekrachtiging bekendmaking inwerkingtreding
66
waar leent de EU zijn bestaansrecht aan?
verdrag je sluit je aan bij zo’n verdrag de oprichting geschied door staten
67
binnengrens
grenzen tussen landen
68
buitengrens
de grens van de EU
69
hoeveel instellingen heeft de EU?
7 stuks, deze staan in artikel 13
70
laatste twee instellingen;
centrale bank = het handhaven van de prijsstabiliteit, onafhankelijk rekenkamer = budgetteren, art.285 VWEU
71
Wat staat er in een dagvaarding?
dag, tijd en plaats voor welke feiten je verdacht wordt wat ook wel de misdrijven worden genoemd de straf staat hierin nog niet vermeld
72
Wie is bevoegd om over te gaan op vervolging?
het OM
73
de strafrechtelijke procedure
opsporing terechtzitting en uitspraak
74
volgorde met opsporing
aanhouden verhoor inverzekeringstelling
75
wanneer mag je een persoon niet staande houden?
als deze nog geen verdachte is
76
interne werking
iedere burger van nederland kan een beroep doen op, vaak Art. 6 EVRM
77
hoeveel landen zijn er lid van de EU?
27 landen
78
plaatsen waar de organen zich bevinden;
algemene vergadering = new york strafhof = den haag parlement = brussel/straatshof gerechtshof = den haag bank = frankfurt evrm = straatsburg commissie = brussel hof = luxemburg
79
een orgaan koopt iets voor het algemeen belang, welk algemeen rechtsgebied
privaatrecht
80
het stelsel van evenredige vertegenwoordiging
kiesstelsel alle stemmen tellen mee
81
wie kiezen de leden van de tweede kamer
leden van de provinciale staten
82
seign en contraseign
seign = koning contra = ministers
83
totstandkoming AMvB
behandeling ministerraad advies publicatie