IT Fundamentals Flashcards

(48 cards)

1
Q

Wat is een positioneel talstelsel?

A

Een talstelsel waarbij de positie van de getallen doorslaggevend (bepalend) is en een betekenis bevat op basis van het grondtal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een bit (b)?

A

Binary digit (0 of 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een byte (B)?

A

Een rij van 8 bits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een nibble?

A

Een rij van 4 bits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel bits zijn er nodig om x-verschillende aantallen voor te stellen (binair talstelsel)

A

x = 2^n (n is het aantal bits)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke methode zijn er om negatieve getallen binair voor te stellen?

A
  1. Teken + absolute waarde methode
  2. Excess-N methode
  3. 2’s complement methode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met welke methode voor de negatieve waarden kan je ook binaire berekeningen uitvoeren?

A

2’s complement methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn transistoren?

A

Elektrische componenten die een logische poort maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de bekendste transistoren?

A
  • BJT
  • MOSFET (NMOS en PMOS)
  • CMOS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke poort is dit: Ã = B

A

De NOT-poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke poort is : A . B = (AB) = C

A

De AND-poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke poort is A + B = C

A

De OR-poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke poort is A ⨁ B = C

A

De XOR-poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de waarheidstabel van een XOR-poort

A

De uitgang staat op 1 als beide ingangen verschillend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de waarheidstabel van een NOT-poort

A

De uitgang is het tegenovergestelde van de ingang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de waarheidstabel van de AND-poort

A

De uitgang staat op 1 als beide ingangen op 1 staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de waarheidstabel van de OR poort

A

De uitgang staat enkel op 0 als beide ingangen op 0 staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke poort is (A ̅∙ ̅B ̅)= (AB) ̅= C (AB beide complement)

A

De NAND-poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de waarheidstabel van de NAND-poort?

A

De uitgang staat enkel op 0 als beide ingangen op 1 staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de poort: (A+B) ̅=C (volledig linkerlid complement)

21
Q

Welke waarheidstabel heeft de NOR-poort?

A

De uitgang staat op 1 enkel wanneer beide ingangen op 0 staan.

22
Q

Wat is de poort: (A⊕B) ̅=C (volledig linkerlid complement)

A

De XNOR-poort

23
Q

Wat is de waarheidstabel van een XNOR-poort

A

De uitgang staat op 1 enkel wanneer beide ingangen dezelfde waarde hebben

24
Q

Wat is een Boole-Algebra?

A

Een specifieke algebraïsche structuur, zoals er verschillende in de wiskunde gebruikt worden.

25
Waaruit bestaat een Boole-Algebra B?
* Uit een verzameling S met minstens 2 constanten * Uit twee binaire operatoren op S (+ en .) * Uit een unaire operator (complement)
26
Hoe tonen we aan, of testen we of een verzameling een Boole-Algebra is?
Door de verzameling te testen op de axioma's van Huntington.
27
Wat zijn de verschillende axioma's van Huntington?
1. De commutatieve wetten: x + y = y + x x . y = y . x 2. Distributieve wetten: x + (y . z) = (x . y) + (x . z) x . (y + z) = (x + y) . (x + z) 3. Identiteits wetten: x + 0 = x x . 1 = x 4. Complements wetten: x + ~x = 1 x . ~x = 0
28
Hoe kunnen gemakkelijk testen of de commutativitiet wetten geldig zijn?
Als de waarheidstabel over de diagonaal gespiegeld kan worden.
29
Hoe testen we of de axioma's van huntington geldig zijn voor een verzameling?
We berekenen de waarheidstabel per axioma. (voor de commutatieve wetten kan dit rapper door de testen of de waarheidstabellen diagonaal gespiegeld kunnen worden)
30
Wat zijn de eigenschappen van een Boole-Algebra?
* Elk complement is uniek * Het complement van 0 is 1 en het complement van 1 is 0 * Involutie: Het complement van het complement van x , is de waarde x ~~ x = x * Idempotentie: x + x = x x . x = x * Begrenzing: x + 1 = 1 x . 0 = 0 * Absorptie: x + (x . y) = x x . (x + y) = x * Associatie: x + (y + z ) = x + y + z x . (y . z) = x . y . z * Wetten van de Morgan: Complement van een som = product van de complementen Complement van een product = som van de complementen
31
Wanneer zijn boolese functies gelijk?
Als f(x,x1,...) = g(x,x1,...)
32
Hoe bereken we of beide functies f(x) en g(x) gelijk zijn.
Door de waarheidstabel op te stellen en voor elke input de output te vergelijken.
33
Waarvoor staat DNV?
Disjunctieve Normaal Vorm (duale van het CNV)
34
Waarvoor staat CNV?
Conjunctieve Normaal Vorm (duale van het DNV)
35
Wat is een Disjunctieve Normaal Vorm?
De som van minimale uitdrukkingen
36
Wat is een Conjunctieve Normaal Vorm?
Het product van maximale uitdrukkingen
37
Wat is een minimale uitdrukking?
Een boolese uitdrukking die het product is van factoren die voorkomen in de uitdrukking. (alle mogelijke variabelen van de Boole-algebra, deze factoren zijn de factor zelf, of het complement van de factor)
38
Wat is een maximale uitdrukking?
Een boolese uitdrukking die de som is van factoren die voorkomen in de uitdrukking. (alle mogelijke variabelen van de Boole-algebra, deze factoren zijn de factor zelf, of het complement van de factor)
39
Wat is een Veitch-Karnaugh diagram?
Een uitvoertabel die een grafische methode geeft om de DNV en de DNV op te stellen. Dit diagram kan tevens ook gebruikt worden om de Booleaanse uitdrukking te vereenvoudigen.
40
Hoe maak je een KD (Veitch-Karnaugh diagram) als de DNV gegeven is?
In het diagram zet je voor alle minimale waarden een 1 bij de functie waarden.
41
Hoe maak je het KD als je een som van producten krijgt, maar niet het KD?
Je maakt het diagram op dezelfde manier als wanneer de DNV gegeven is. Enkel noteer je nu in het diagram een 1 voor alle mogelijke combinaties, indien er factoren ontbreken. (en dus geen minimale waarden is). (f(x,y) = x + (x . y) (je noteert een 1 bij xy en x~y
42
Hoe maak je een KD wanneer de CNV gegeven is?
Analoog als wanneer de DNV gegeven is. Echter noteer je nu bij de maximale waarden een 0 als functiewaarde.
43
Wat is codeertheorie?
Codeertheorie is verantwoordelijk voor het achterhalen van het orgineel bericht.
44
Wanneer is het verzonden bericht niet gelijk aan het ontvangen bericht?
Als er ruis voordoet op het communicatiekanaal
45
Welke soorten ruis zijn er?
1. Natuurlijke ruis (natuurfenomen) 2. Toevallige ruis (onvoorspelbare communicatiebeschadiging) 3. Opzettelijk ruis (Communicatie die doelbewust verstoort wordt)
46
Hoe bereken we het logx a?
Tot welke macht moet ik x verheffen om als uitkomst a te hebben
47
Waar op de grafiek lezen we de waarden voor dom f af?
Op de x-as
48
Waar op de grafiek lezen we de waarden voor bld f af?
Op de y-as