JAL HC 8 Flashcards
(44 cards)
Hoe weerleg ik tegenargumenten? (3)
- Tegenargumenten aanvoeren = tegenaanval
- Pijnpunten aankaarten in argumentatie tegenstander = verdediging
Verhouding argumentatieschema’s en drogredenen
Argumentatieschema’s: soort info = centraal
–> link argument en gebruikte soort informatie (deskundigheid, gelijkenis etc)
Drogredenen: argument zelf = centraal
–> niet langer de link
3 functies drogredenen
1) Bevestiging eigen stelling
2) Weerlegging andere stelling
3) Ontwijking andermans argument
3 soorten drogredenen
1) Inferentieschema = gebruikte redeneervorm
2) Informatiebron = waar komt argument vandaag
3) Betekenis = woord anders ingevuld
Deductieve drogreden
OABC = O NEE
Drogreden van de compositie
Je concludeert onterecht dat iets waar is voor het geheel op basis van het geit dat het waar is voor een deel van het geheel.
Drogreden van de divisie
Wat waar is voor het geheel, moet waar zijn voor een deel.
Foutieve disjunctie
Inclusieve en exclusieve verward (verkeerde of)
(minstens één is waar vs. slechts één is waar)
–> equivocatie van of
Vals dilemma
Contradictie, maar in werkelijkheid contrair
–> Doen alsof er twee opties zijn, terwijl er in realiteit meer zijn
Vals compromis
Onterecht stellen dat de compromis tussen twee betwiste stellingen de waarheid is
–> De waarheid sluit geen compromissen
Non sequitur (volgt niet)
Conclusie volgt niet uit premissen, dus niet deductief geldig
Inductieve drogreden
Vanuit concreet geval naar algemene regel
Abductieve drogreden
Vanuit concreet geval naar ander geval
Probleem inductie en abductie
Moeilijk om uit aantal observaties algemene regel te induceren.
Overhaaste veralgemening
Te snel vanuit het bijzondere denken dat we het allemaal wel weten.
= Inductieve drogreden
Jumping to conclusions
Te snel naar een bepaalde verklaring springen
= Abductieve drogreden
Verklaring op basis van te weinig informatie en altijd zeer specifieke elementen van de werkelijkheid
Metalogische drogredenen
= restcategorie, horen niet thuis in voorgaande categorieën.
Dicto simpliciter
Doen alsof de algemene regel een absolute regels is = je doet onterecht alsof er geen uitzondering bestaan
Link met compositie: verwarring deel/geheel
Vb. Sporten is gezond, iedereen moet sporten!
Cirkelredenering
Conclusie = premisse
Wat u probeert te bewijzen gaan onderbouwen met een argument dat veronderstelt dat uw conclusie klopt.
Variant cirkelredenering: herhaling
= herformulering permisse
TEST: vervang het woordje want gewoon door een leesteken, als het kan => herhaling
Variant cirkelredenering: circulariteit
= mening voordoen als argument
Uit p volgt q en q volgt uit p
Impertinente argumenten
Aangedragen informatie onderbouwt de stelling niet, doet niet ter zake
Triviale argumenten
Dragen zelfs geen nieuwe info aan
Drogredenen die betrekking hebben op de informatiebron
Argument hecht meer belang aan oorsprong van informatie dan aan de informatie zelf.
Eerder ad populum dan ad verecundiam