jkbhj Flashcards
(23 cards)
Price variance
AQ (AP β SP)
Efficiency variance
SP ( AQ β SQ)
Productivity
ππ’π‘ππ’π‘/ ππππ’π‘
Operational productivity
ratio van aantal output tot aantal input
Financial productivity
ratio van dollar output tot dollar input
Partial productivity
focust op de relatie tussen 1 van de input factoren en de output behaald.
Partial productivity = ππ’ππππ ππ π’πππ‘π ππππ’ππππ‘π’πππ/
ππ’ππππ ππ π’πππ‘π ππ π πππ π‘ ππ π π πππππ ππππ’π‘ πππ ππ’πππ
Sales quantity variance
variantie door een verschil in the total number of units sold
(total units of all products sold - budgeted total units of all products) budgeted sales mix of the products budgeted cm/unit of the products
Sales mix variance
variantie door in verschil in de sales mix %
(actual sales mix of the product - budgeted sales mix of the product) total units sold budgeted cm/unit of the products
Market size variance
variantie door een verschil in de market size of the firmβs product
Market share variance
variantie door een verschil in market share of the firm
Cost center
controleert alleen kosten
* E.g. productie afdeling
* KPIs: actual cost vs budget, input price/efficiency variance
Revenue center
controleert alleen omzet
* E.g. marketing/sales afdeling
* KPIs: revenue vs target, sales growth, market share
Profit center
controleert omzet en kosten
* KPIs: profit vs target
Profit center
controleert omzet en kosten
* KPIs: profit vs target
Investment center
controleert kosten, omzet en activa * KPIs: return on investment, residual income
ROI
ROI = Profit/Investment
ROI = Profit/Sales (ROS) * Sales/Investment (Asset turnover)
Residual Income
RI = Netto-inkomen - (GeΓ―nvesteerd kapitaal * Gewenste rendement)
Balanced score card:
meet een organisaties prestaties vanuit 4 perspectieven
Financial perspective:
inkomsten, omzet, kosten en investments
Customer perspective:
market share, klant tevredenheid etc.
Internal-Business-Process Perspective:
innovatie proces, operaties proces, na-sales service proces
Learning-and-growth Perspective:
werknemer tevredenheid en technologie
Leg kort het verschil uit tussen het flexibele budget en het statische budget.
Leg verder uit waarom de vergelijking tussen de daadwerkelijke resultaten en het flexibele budget beter geschikt is om de prestaties van een productieafdeling te evalueren dan de vergelijking tussen de daadwerkelijke resultaten en het statische budget.
Het statische budget wordt aan het begin van de periode gemaakt met een projectie/raming van de verkoopvolume en productie.
Het flexibele budget maakt gebruik van de standaarden die worden gebruikt om het statische budget te bereiden en het daadwerkelijke verkoopvolume.
De vergelijking tussen de daadwerkelijke resultaten en het flexibele budget is beter geschikt omdat productieafdelingen verantwoordelijk zijn voor het beheersen van de productiekosten, terwijl ze wellicht weinig invloed hebben op het daadwerkelijke verkoopvolume.
