juni Flashcards

(74 cards)

1
Q

bazig

A

autoritair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitgesproken, overduidelijk

A

geprononceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heel erg

A

hyper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vindingrijk, vernuftig

A

ingenieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onhandig iemand, knoeier

A

kluns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kalm, dapper, zonder schrik

A

koelbloedig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

iemand met veel spierkracht

A

krachtpatser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

complete verandering, gedaantewisseling

A

metamorfose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

slim, verstandig, gewiekst

A

pienter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

slank en sierlijk

A

rank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het toeschrijven van de kenmerken van een persoon aan een groep mensen waardoor een onjuist beeld ontstaat dat door velen wordt gedeeld bv: het domme blondje

A

stereotypering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verkleden, maskeren

A

vermommen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oppervlakkig uitgewerkt personage, met terugkerende kenmerken

A

vlak personage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

personage met een complex (= ingewikkeld) karakter dat in het verhaal een innerlijke verandering doormaakt; de gevoelens van deze persoon worden gedetailleerd beschreven en getoond

A

vol/rond personage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

negatief stereotype

A

vooroordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geëmancipeerd, mondig, onafhankelijk

A

vrijgevochten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

uitheems, uit vreemde landen

A

exotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

dapper, moedig

A

heldhaftig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

drugsverslaafde

A

junkie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

stijlstroming, fase in de kunst die kenmerkend is voor de manier van uiten van een bepaalde groep in een bepaal- de periode
(beide kanten kennen)

A

kunststroming (beide kanten kennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de uiterlijke vormgeving i.v.m. kunst zoals: schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst, dichtkunst…
(beide kanten kennen)

A

kunstvorm (beide kanten kennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

simpel, eenvoudig
(kunst teruggebracht tot zijn essentie, eenvoudige kunstuiting)

A

minimal (minimal art)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

beminnen, houden van, liefhebben

A

minnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

voorvoegsel wat ‘nieuw’ betekent

A

neo (neologisme-neoromantiek-neorealisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
spreektaal manier van voordragen op muziek, meer sprekend dan zingend
parlando
26
kunststroming (19e eeuw) waarin gestreefd wordt naar het weergeven van de maatschappelijke werkelijkheid, ontstaan als reactie op de romantiek Kenmerken: - focus op alledaagse werkelijkheid - objectief - oog voor details - het verstand primeert (beide kanten kennen)
realisme (beide kanten kennen)
27
kunststroming (18e-19e eeuw) waarin het gevoel overheerst Kenmerken: - focus op de ideale werkelijkheid - subjectieve, zintuiglijke waarnemingen - verheerlijking van de natuur - ideale kleurenpatronen - vlucht uit de werkelijkheid, zelfs de dood wordt gezien als aantrekkelijk - heimwee naar oude culturen en helden - verlangen naar het exotische (beide kanten kennen)
romantiek (beide kanten kennen)
28
- vlucht uit de werkelijkheid, zelfs de dood wordt gezien als aantrekkelijk - heimwee naar oude culturen en helden - verlangen naar het exotische
escapisme
29
de heersende opvattingen in een bepaalde periode
tijdsgeest
30
verbrijzelen, tot stof vermalen, vernietigen
verpulveren
31
verbazend sterk iemand
krachtpatser
32
- (figuurlijk) sterk benadrukt, - (letterlijk) duidelijk naar voren komen
geprononceerd
33
bazig
autoritair
34
overladen
overstelpen
35
in verband met schoonheid
esthetisch
36
gedaanteverwisseling
metamorfose
37
vindingrijk, vernuftig
ingenieus
38
lang en smal
rank
39
overgaan van vast naar gasvormig zonder vloeibaar te worden
sublimeren
40
jargon (eerder met een negatieve connotatie) vaktaal (eerder met een positieve connotatie)
sociolect
41
woord dat afgeleid is van een plaats
geoniem
42
afkorting die wordt uitgesproken als een woord
acroniem
43
woord dat afgeleid is van een persoonsnaam
eponiem
44
voetbalvandaal, gewelddadige herrieschopper
hooligan
45
negatief woord voor 'gezicht'
tronie
46
(positief woord) een actievoerder
activist
47
van de oorspronkelijke bewoners afkomstig
autochtoon
48
straattaal ontwikkeld in Limburg door jongeren met een migratieachtergrond
Cités
49
wat betreft schoonheid
esthetisch
50
wat betreft een volk, volkenkundig
etnisch
51
uitsluiting
exclusie
52
insluiting
inclusie
53
vaktaal
jargon
54
met weinig ruimte voor mensen die anders denken
kortzichtig
55
bevolkingsgroep
populatie
56
goede naam, goede sociale status, faam
prestige
57
gebonden aan een streek
regionaal
58
taalvariant gesproken door een groep mensen uit eenzelfde sociale omgeving op basis van leeftijd, opleiding, hobby’s, werk...
sociolect
59
verdraagzaam
tolerant
60
in verband brengen met
associëren
61
ondertitel bij een bepaald product, vat krachtig samen wat kenmerkend is
baseline
62
vaktaal
jargon
63
mogelijkheid/mogelijk
potentieel
64
pronken, met trots tonen
prijken
65
voorstel
propositie
66
in opstand komen tegen iets of iemand, tegen iets of iemand ingaan
revolteren
67
slagzin, zin die zegt waar je naar streeft
slogan
68
persoon die strategie uitwerkt
strateeg
69
plan, werkwijze om je doelstelling te bereiken
strategie
70
ruziën, kibbelen
bakkeleien
71
opvoedkundige
pedagoog
72
met betrekking tot het leerproces
cognitief
73
onthouden
memoriseren
74
onderling samenwerkend
interactief