KEA blok 5 (deel 1) Flashcards

(48 cards)

1
Q

Kosteneffectiviteit betreft altijd:

A

een vergelijkende analyse van twee of meer zorgprogamma’s in termen van effecten en kosten (NB: het gaat dus niet alleen om kosten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel van kosteneffectiviteit:

A

informatie m.b.t. welk zorgprogramma het meest wenselijk is om te financiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Economische evaluatie op verschillende niveaus

A
  • Micro: individuele zorgprofessional
  • Meso: ziekenhuis niveau
  • Macro: Nationaal/regionaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillende type economische evaluaties (4)

A
  • Kosten minimalisatie analyse (KMA)
  • Kosten baten analyse (KBA)
  • Kosten effectiviteits-analyse (KEA)
  • Kosten utiliteits-analyse (KUA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Health Technology Assessment (HTA)

A
  • Multidisciplinair (medisch, sociaal, ethisch, juridisch, organisatorisch en economisch).
  • Uitgebreide advies mogelijkheden voor gezondheidszorg beleid.

( Het succes van een technologie wordt door meer bepaald dan alleen kosteneffectiviteit )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vroege Kosteneffectiviteitsanalyse (KEA)

A

Beoordeling van de potentiële impact van een medische technologie gedurende ontwikkeling wat betreft:

  • Veiligheid
  • Effectiviteit
  • Patiënt-uitkomsten
  • Economische aspecten

Doel: ondersteunen van ontwikkelaars in hun besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fundamenteel onderzoek

A

Onderzoek naar ziekteprocessen en biologische processen

  • Potentiele oplossingen voor biomedische problemen
  • Soms al schatting van de potentiele impact.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Translationeel onderzoek

A
  • Onderzoek naar de mogelijke toepassingen
  • Proof of Principle & ontwikkeling prototypes, blueprints etc.
  • concurrentie
  • verwachte barrieres
  • kenmerken van de technologie
  • preferenties gebruikers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klinisch onderzoek fase 1

A

Veiligheid in gezonde participanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klinisch onderzoek fase 2

A

(Biologische) werking en bijwerkingen in selecte groep participanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klinisch onderzoek fase 3

A

RCT voor effectiviteit en veiligheid in doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Market access

A

Post market surveillance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Collingridge dilemma

A
  • Impact van een technologie is onzeker tot gebruik in de praktijk
  • Helaas: aanpassen van de technologie is dan vaak onmogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vroege KEA vs. late KEA

A
  • Geeft een schatting van potentiele kosten en effecten
  • Adviseren ontwikkelaars
  • Soms beperkt bewijs van effectiviteit
  • Ontwikkeling kan worden beïnvloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vroege KEA stap 1

A

Scope

  • Heldere omschrijving van het probleem
  • PICO vraagstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vroege KEA stap 2

A

Beschikbare data/informatie

Wat is er al gedaan op dit gebied?

Welke data bronnen zijn beschikbaar?

  • Patiënten data
  • Literatuur
  • Expert opinion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vroege KEA stap 3

A

Model (beslisboom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Vroege KEA stap 4

A

Kosteneffectiviteit

  • Totale kosten berekenen
  • Totale effecten berekenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vroege KEA stap 5

A

Beslissing

  • Al dan niet verder ontwikkelen
  • Product aanpassen
  • Nieuwe toepassing kiezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Narrowing down the scope

A
  • Een ontwikkelaar moet kennis hebben van de toepassing van de technologie
  • PICO-systeem vaak gebruikt
  • Patient-intervention-comparator-outcome
  • Stimuleert de onderzoeker om na te denken over wat onderzocht gaat worden
21
Q

Meerdere belangen (stakeholders) uitgang vroege KEA:

A

Uitgang vroege KEA is het standpunt van de ontwikkelaar

–> als gevolg: de belangen van gebruikers en kopers meegenomen

22
Q

PICO –> P

A

P= patiënt

  • Omschrijving van de patiëntenpopulatie
  • De kosten en effecten bepaald door de gekozen patiënten populatie
  • Sommige technologieën zijn breed inzetbaar
  • Lijn, comorbiditeit, land etc.
23
Q

PICO –> I

A

I= Intervention

  • Omschrijving van de technologie
  • Technologie = interventie
  • Test + handeling
24
Q

PICO –> C

A

C= Comparator

  • Omschrijving van de huidige zorg
  • Gebrekkige omschrijving –> foute conclusies
  • Huidige zorg is niet gelijk aan de controle arm in gerandomiseerde studie…
  • Is soms land en setting afhankelijk
  • Zorgprofessionals bij je onderzoek betrokken?
25
PICO --> O
O= outcome - Welke uitkomsten worden gemeten? - Hoe worden deze gekwantificeerd?
26
Quality Adjusted Life Years (QALY's)
Voor kwaliteit van leven gecorrigeerde levensjaren
27
APCOI
- Applicatie +PICO - Application - Patient - Comparator - Outcome - Intervention
28
Mogelijke bronnen voor data inventarisatie (Stap 2 vroege KEA)
- Patienten data - Literatuur - Richtlijnen - Expert opinion
29
NMA (network- meta analyses) / systematisch literatuur onderzoek
- Directe vergelijking mogelijk wanneer gerandomiseerde studie ontbreekt - Robot vs. laprascopische of open chirurgie - Niet altijd beschikbaar voor een vroege KEA
30
RCT
gerandomiseerde studie
31
Quasi-experiment
Experiment zonder randomisatie
32
Observationele studies
Case control, cohort
33
Uitdagingen voor technologie
- Resultaten van studies verouderen snel - RCT's zijn niet altijd haalbaar - Illustreert wederom het belang van iteratieve KEA's
34
Kosten waarderen --> zorggebruik wordt gewaardeerd per eenheid (unit)
- Een daadwerkelijke marktprijs reflecteert opportuniteitskosten - Echter, de markt in de gezondheidszorg is sterk gereguleerd! Een prijs in de gezondheidszorg geeft dus niet altijd de daadwerkelijke kosten weer
35
Kostprijzen, er kan een onderscheid worden gemaakt tussen:
- Variabele kosten - Vaste kosten - Incrementele kosten - Integrale kosten
36
Variabele kosten
Variabele kosten variëren met de omvang van de hoeveelheid geproduceerde diensten - Proportioneel: gelijke kosten per eenheid bij hoger volume - Progressief: duurder per eenheid bij hoger volume - Degressief: goedkoper per eenheid bij hoger volume
37
Vaste kosten
Vaste kosten (constante kosten/ capaciteitskosten) blijven gelijk en worden niet beïnvloed door de omvang productie binnen de capaciteit en binnen hun levensduur
38
Integrale kostprijs
kostprijs van een dienst waarbij alle kosten (dus zowel vaste als variabele kosten) van een organisatie aan de eindproducten worden toegerekend
39
Welke kostprijs in economische evaluaties?
Idealiter: gebruik maken van totale/ integrale kostprijs - totale kostprijs (variabele plus vaste kosten) - Integrale kostprijs (alle kosten in het eindproduct) Dus niet een marginale/ incrementele kostprijs
40
Waarom idealiter totale/integrale kostprijs in economische evaluaties?
Omdat een goede economisce evaluatie: - Alle kostenposten includeert - Kosten op langere termijn inzichtelijk maakt - Het mogelijk maakt om programma's te vergelijken binnen verschillende organisatievormen en schaalgroottes
41
Indien een gedetailleerde kostprijsberekening teveel tijd kost/ inefficiënt is:
Kostenhandleiding (methodologie van kostenonderzoek en referentieprijzen voor economische evaluaties).
42
DBC
Diagnose behandel combinatie --> gebruikt voor vergoeding voor specifieke diagnose codes
43
Pas op bij DBC's:
DBC's zijn hoogstwaarschijnlijk niet specifiek genoeg voor je onderzoekspopulatie
44
Waarom een model (Vroege KEA)
- Data van verschillende bronnen | - Lange termijn informatie
45
Wat is een model (vroege KEA)
- is een vereenvoudiging van de werkelijkheid - Moet voldoende gedetailleerd zijn om de belangrijkste verschillen tussen de huidige zorg en de interventie te bepalen - Vaak: hoe ingewikkelder het model, des te meer assumpties
46
Assumpties
- Assumpties zijn vaak onvermijdelijk vooral in vroege KEA's | - Moeten uitvoerig getest worden in onzekerheidsanalyses
47
Model validatie, komt het model overeen met de werkelijkheid?
- face validiteit --> expert opinion - Verificatie --> kloppen de berekeningen? - Cross-validiteit --> Vergelijkbaar met andere modellen? - Externe validiteit --> komen de gesimuleerde resultaten overeen met beschikbare data? - Voorspellende validiteit --> komen de voorspellingen overeen met de uiteindelijke resultaten
48
Beperkingen beslisboom
- Lastiger bij lange termijn consequenties | - Dan worden vaak complexere modellen gebruikt