Kennisclip 6 Flashcards

1
Q

Waar en wanneer ontstond cultural studies?

A

In Groot-Brittannië in de jaren zestig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie kenmerken van cultural studies?

A

Het is politiek relatief neutraal, het ging als eerste populaire cultuur onderzoeken, in plaats van klassieke ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur en er was sprake van nieuwsgierig naar invloed media op sociale achterstand en ongelijkheid (vrouwen, ouderen, allochtonen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn media volgens cultural studies?

A

Een cultuurproduct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de marxistische maatschappijkritiek in?

A

De mens is gereduceerd tot productie-eenheid en zij zullen in opstand komen tegen deze uitbuiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vijf overeenkomsten tussen de neomarxisten en cultural studies?

A

Zetten zich af tegen traditionele wetenschapsbeoefening die uitgaat van de waardevrijheid van de wetenschap en die te weinig rekening houdt met de maatschappelijke samenhang, gaan uit van maatschappelijke betrokkenheid van onderzoekers, letten sterk op het verzwijgen of verbergen van machtsbelangen, gaan uit van langetermijnwerking van de media en zullen de politieke en economische belangen van de zenders in hun mediaonderzoek betrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ligt de focus op voor de neomarxisten?

A

Op het ontmaskeren van de ideologische kanten van de mediacultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt de focus op voor de cultural studies?

A

Op de omgang van gewone mensen met de media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bij de neomarxisten geanalyseerd?

A

De media-inhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bij cultural studies geanalyseerd?

A

De media-inhoud en de reactie van het publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke benadering hebben de neomarxisten?

A

Een elitair-pessimistische benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke benadering heeft cultural studies?

A

Een kritisch-optimistische benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de invloed van massamedia op het publiek volgens de neomarxisten?

A

De invloed van massamedia op het publiek is homogeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de invloed van massamedia op het publiek volgens cultural studies?

A

De werking van het medium is niet eenduidig en de invloed op het publiek is heterogeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly