Kernconcepten Flashcards
(23 cards)
groepsvorming
Het tot stand komen van bindingen
tussen meer dan twee mensen,
doordat ze elkaar beïnvloeden
en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.
Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen
die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben,
- het gevoel een groep te zijn,
- lid te zijn van een gemeenschap,
- de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn,
- en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.
sociale institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels
- die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
politieke institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels
- die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties
- rond politieke machtsuitoefening
- en politieke besluitvorming reguleren.
representativiteit
De mate waarin
- de (politieke) besluiten,
- de standpunten
- of achtergrondkenmerken
van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.
conflict
Een situatie waarin
- individuen,
- groepen
- en/of staten
- elkaar tegenwerken
- om de eigen doelen te bereiken.
(voor BEIDE partijen uitleggen wat hun doel is)
representatie
De vertegenwoordiging van een groep
- in (politieke) organisaties
- door één of enkele betrokkenen
- die namens de groep optreden.
cultuur
Het geheel van
- voorstellingen,
- uitdrukkingsvormen,
- opvattingen,
- waarden en normen
die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
sociale ongelijkheid
een situatie waarin verschillen tussen mensen consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie.
1. uitleggen over welk verschil het gaat
2. welk concreet gevolg heeft die ongelijkheid (in schaarse en hooggewaardeerde goederen, en/of waardering, en/of behandeling.
samenwerking
Het proces waarin
- individuen,
- groepen
- en/of staten,
- relaties vormen
- OF hun handelen op elkaar afstemmen (= afspraken maken)
- voor een gemeenschappelijk doel (het doel benoemen wat beide partijen gezamenlijk hebben)
macht
het vermogen om hulpbronnen in te zetten
- om bepaalde doelstellingen te bereiken
- en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
gezag
macht die als legitiem beschouwd wordt
acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur
- of elementen daaruit,
- dan die waarin iemand is opgegroeid.
socialisatie
- Het proces van overdracht en verwerving
- van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
- Het proces bestaat uit
- opvoeding,
- opleiding
- en andere vormen van omgang met anderen.
identiteit
- Het beeld dat iemand van zichzelf heeft,
- dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt
- en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon
- en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.
politieke socialisatie
Het proces van overdracht en verwerving
- van de politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toe behoren.
- Het proces bestaat uit
- opvoeding,
- opleiding
- en andere vormen van omgang met anderen.
ideologie
Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden,
- meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen.
rationalisering
Het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid
- met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken
- en van het doelgericht inzetten van middelen
- om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.
individualisering
Het proces waarbij individuen
- in toenemende mate hun zelfstandigheid
- op verschillende gebieden
- kunnen vergroten.
institutionalisering
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels (=normen)
- vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen,
- die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat
democratisering
Het proces van verandering
- van de machts- en gezagsverhoudingen
- door een grotere inspraak
en
- medezeggenschap van degenen met minder macht.
globalisering
Het proces van uitbreiding en intensivering
van contacten en afhankelijkheden
over zeer grote afstanden
en over landsgrenzen heen.