kernfysica H3: radioactiviteit Flashcards

1
Q

nucliden of isotopen

A

atomen met eenzelfde aantal protonen maar een verschillende massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

radioactieve isotopen of radionucliden

A

onstabiele isotopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waardoor stoten protonen elkaar af in de kern van radioactieve isotopen?

A

door de coulombkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor is de afstotingskracht van protonen in de kern van radioactieve isotopen groot?

A

aangezien de afstand tussen de protonen heel klein is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt de Coulombkracht tegengewerkt?

A

door de sterke kernkracht tussen quarks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitleg sterke kernkracht tussen quarks

A

als de kern voldoende neutronen bevat, is de afstand tussen protonen groter en is de sterke kernkracht groot genoeg om de Coulombkracht te overwinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is een isotoop onstabiel?

A

wanneer de verhouding protonen en neutronen niet klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er als een isotoop onstabiel is?

A

de atoomkern zal veranderen (vervallen) = kernreactie of transmutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat komt er vrij tijdens het verval van de atoomkern van het onstabiel isotoop?

A

ioniserende straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat betekent ioniserend?

A

er worden ionen gevormd waarbij chemische bindingen verbroken kunnen worden en er radicalen kunnen ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat veroorzaken de radicalen?

A

ongewenste chemische reacties waardoor cellen weefsels en organen beschadigd kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt kanker in door radioactieve straling?

A

als DNA getroffen wordt kan de celdeling verstoord worden en kan de cel woekeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat houdt het feit in dat er afwijkingen kunnen ontstaan bij nakomelingen?

A

wanneer het DNA van een geslachtscel getroffen wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

er bestaan 3 soorten ioniserende straling

A

α,β en y straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly