Kleine herkauwers Flashcards

(69 cards)

1
Q

diagnose cryptosporidium

A
  1. oocysten in mest
  2. antigenen in mest: ELISA, IFT, dipstick
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen giardia

A
  • vaak asymptomatisch
  • chronische intermitterende diarree (zelden oorzaak diarree)
  • minder groei
  • gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

diagnose giardia

A
  1. cysten in feces: sed-flot
  2. antigen in feces: ELISA, IFT, dipstick NIET betrouwbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling giardia

A

fenbendazole: 1x per dag voor 3 dagen (in combinatie met hygiëne)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

coccidiose schaap

A

eimeria ovinoidalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

coccidiose geit

A

eimeria ninakohlyakimovae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

coccidiose stal of weide?

A

beide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symptomen eimeria

A
  • diarree (soms bloed)
  • gedaalde eetlust, gewichtsverlies
  • dehydratatie
  • sterfte
    subklinische vorm komt veel voor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diagnose eimeria

A
  1. feces:
    - kwantitatief: OPG via McMaster
    - kwalitatief: identificatie -> PCR
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behandeling eimeria

A
  1. diclazuril po
  2. toltrazuril po
    = coccidiostatica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

belangrijkste maagdarmwormen KHK

A
  1. haemonchus contortus: lebmaag
  2. teladorsagia circumcincta: lebmaag
  3. trichostrongylus: lebmaag + dunne darm
  4. nematodirus: dunne darm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

problemen bestrijding MD wormen

A
  1. hoge weidebezetting
  2. anthelminthicum resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschillen MD wormen rund <-> schaap

A

KHK:
- weideseizoen langer
- ooien en lammeren grazen vaak samen
- duidelijke species - seizoen verschillen
- peri-parturient rise -> ooi tijdelijk opnieuw vatbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nematodirus

A
  • dunne darm
  • eieren enkel door lammeren uitgescheiden
  • volledige larvaire ontwikkeling in ei -> L3 verlaat ei na koude-warmte = lente
  • larven overleven winter in ei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer piek nematodirus?

A

lente (enkel lammeren gevoelig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

haemonchus contortus

A
  • lebmaag
  • L3 overleven winter niet -> peri-parturient rise enige bron infectie
  • zomer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wanneer piek haemonchus contortus?

A

zomer (juli - aug) => ontwikkeling tot L3 bij hoge temperaturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

teladorsagia epidemiologie

A
  • lebmaag
  • overwinteren -> lammeren vroeg geïnfecteerd
  • belang geïnhibeerde larven klein
  • zomerpiek door peri-parturient rise
  • late zomer - herfst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

trichostrongylus epidemiologie

A
  • lebmaag + dd
  • belang geïnhibeerde larven klein
  • zomerpiek door peri-parturient rise
  • najaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wanneer piek trichostrongylus?

A

najaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wanneer piek teladorsagia?

A

late zomer - herfst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

nematodirus symptomen

A

in dunne darm tijdens voorjaar
- diarree
- vermageren
- dehydratatie
- sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

haemonchus symptomen

A

in lebmaag tijdens zomer
- anemie
- oedeem/bottle jaw
- geen diarree –> donkere keutels met verteerd bloed
- vermageren
- sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Anemie, geen diarree: welke ziekten in DD?

A
  • haemonchus
  • leverbot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
teladorsagia symptomen
in lebmaag tijdens zomer/najaar (voorjaar: hypobiose) - diarree - vermageren
26
trichostrongylus symptomen
in dunne darm tijdens najaar - donkere diarree - vermageren
27
diagnose maagdarmwormen
1. uitgebreide anamnese/symptomen 2. eieren in mest: miniflotac of mcmaster
28
wat is epg bij nematodirus besmetting?
>100 epg
29
wat is epg bij strongyliden besmetting?
>500 epg
30
waar moet je rekening mee houden bij coprologisch onderzoek maagdarmwormen?
- bemonstering op weide moeilijk -> best rectaal nemen - meerdere stalen nodig - diarree = verdunning eieren - grenswaarden zijn indicatief
31
wanneer spreek je van een goede wormbehandeling?
ei-uitscheiding minstens 95% lager dan eerst -> faecal egg count reduction test
32
behandeling maagdarm wormen
1. benzimidazoles po meerdere dagen: geiten hebben hogere dosis nodig 2. closantel tegen haemonchus 3. ML: SC, IM, pour-on of per os 4. monepantel po veel resistentie tegen benzimidazoles, maar ook tegen ML en monepantel
33
preventie maagdarmwormen
- weidebeheer - preventief ontwormen
34
hoe gebeurt preventief ontwormen bij maagdarm wormen?
1. ooi ontwormen bij partus 2. lammeren regelmatig ontwormen tijdens weideseizoen: ML NADEEL: anthelminthicum resistentie
35
nevenresistentie
resistentie tegenover een anthelminthicum als resultaat van selectie door een anthelminthicum met gelijkaardig werkingsmechanisme
36
kruisresistentie
resistentie tegenover een anthelminthicum als resultaat van selectie door een anthelminthicum met verschillend werkingsmechanisme
37
multipele resistentie
resistentie tegenover een anthelminthicum met verschillende werkingsmechanismen, ten gevolge van selectie met elke groep
38
factoren die resistentie-ontwikkeling beïnvloeden
- onderdosering - behandelingsfrequentie - langdurige gebruik zelfde groep anthelminthica - tijdstip van behandelen - proportie behandelde dieren
39
refugia
deel van populatie wormen die niet onder selectiedruk staat
40
FECRT
Fecal Egg Count Reduction Test = test om anthelminthicum-resistentie te detecteren -> bepaalt effectiviteit van anthelminthicum doro ei-uitscheiding voor en na behandeling te vergelijken --> resistentie als <95% reductie aanwezig is
41
uitstellen resistentie
- quarantaine aangekochte dieren - correct doseren - geen BZ - dieren NIET naar zuivere wei verplaatsen bij behandeling -> weide besmet door resistente populatie - niet elk jaar zelfde anthelminthica - test jaarlijks werkzaamheid anthelminthica - niet te vaak ontwormen -> beter een targeted treatment - bij resistentie tegen alle producten: clostantel -> enkel haemonchus en leverbot
42
FAMACHA
testen van kleur oogmucosa bij Haemonchus om te bepalen of behandeling noodzakelijk is
43
Dag score
kijken naar bevuiling achterhand bij Teladorsagia en trichostrongylus om te bepalen of behandeling noodzakelijk is
44
op basis van welke criteria bepaal je of behandeling bij maagdarm wormen noodzakelijk is?
1. morbiditeit: klinische evaluatie, FAMACHA voor haemonchus, dag score achterhand 2. productie: BCS (1 + 2 behandeld) 3. faecal egg counts
45
lintworm herkauwers
moniezia benedeni (rund) + expansa (schaap en geit)
46
behandeling moniezia
benzimidazoles po
47
diagnose moniezia
- eieren of proglottiden mest: ruitvormig - postmortem: wormen
48
skrjabinema symptomen
- perianale jeuk: eieren worden op perineum gelegd - onrust -> daling melkproductie
49
skrjabinema diagnose
1. eieren via tape
50
skrjabinema behandeling
1. ML -> geen resistentie
51
fasciola hepatica verschil met rund
- schapen/geiten blijven LEVENSLANG gevoelig -> geen immuniteitsopbouw - extra behandeling bij KHK kan nodig zijn tijdens weideseizoen (triclabendazole)
52
fasciola hepatica symptomen
afhankelijk van aantal opgenomen metacercariën: - productievermindering - anorexie - anemie - diarree mogelijk - sterfte
53
diagnose fasciola hepatica
1. eieren in mest: sed-flot of miniflotac of botvanger 2. post mortem: wormen in galgangen Enkel in patente periode kunnen eieren worden teruggevonden
54
behandeling fasciola hepatica
1. closantel: volwassen 2. benzimidazoles po: triclabendazole ook tegen juveniele stadia
55
controle fasciola hepatica
- weidebeheer - strategisch gebruik anthelminthica
56
welke taenia komt voor bij KHK?
taenia hydatigena: HK -> hond
57
symptomen taenia hydatigena KHK
- meestal asymptomatisch - zware infecties: hepatitis
58
diagnose taenia hydatigena KHK
post-mortem cysticerci lever, buikholte, mesenterium
59
preventie taenia hydatigena voor KHK
- geen rauw slachtafval voederen honden - honden behandelen met praziquantel
60
behandeling taenia hydatigena KHK
GEEN behandeling -> meestal subklinisch
61
belangrijkste longworm KHK in Be
Muellerius capillaris
62
symptomen muellerius capillaris
- meestal symptoomloos - geiten gevoeliger: hoesten, dyspnee
63
diagnose muellerius capillaris
1. L1 aantonen in mest -> baermann
63
behandeling muellerius capillaris
ML: IM, SC, PO of pour-on
64
symptomen toxoplasma gondii
abortus schapen, vnl tijdens 1e dracht ooi NIET ziek
65
diagnose toxoplasma gondii
1. immunohistochemisch onderzoek placenta: necrotische letsels op cotyledonen 2. serologisch onderzoek foetus: antilichamen -> weinig van belang wegens hoge prevalentie toxoplasmose; IgM wel tijdelijk 3. PCR op placenta of foetus
66
toxoplasma gondii zoonose?
Ja
67
TG + EG toxoplasma gondii
TG warmbloeden EG kat
68
behandeling toxoplasmose KHK
GEEN -> bioveiligheidsmaatregelen