Rund Flashcards

(65 cards)

1
Q

Welke maag-darm parasieten komen voor in de stal?

A
  • cryptosporidium: kalf <1 m
  • giardia: kliniek enkel bij hoge infectiedruk
  • eimeria: alle leeftijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke maag-darm parasieten komen voor op de weide?

A
  • ostertagia ostertagii
  • cooperia oncophora -> matig pathogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is cryptosporidium een zoonose?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan het dat crypto zo veel voorkomt?

A
  • hoge ei-uitscheiding
  • onmiddellijk infectieus -> geen rijping in buitenwereld
  • resistent!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symptomen crypto

A
  • bleek gele diarree
  • dehydratatie
  • minder groei
  • sterfte enkel bij menginfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diagnose crypto

A
  • oocysten in feces
  • antigenen in mest -> elisa, ift, dipstick
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

behandeling crypto

A

halofuginonelactaat po meerdere dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opvolging crypto

A

halofuginone lactaat zal parasiet niet elimineren, maar vermindert piek oocysten en vermindert diarree waardoor immuniteit opgebouwd kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

giardia zoonose?

A

ja -> beperkt risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom komt klinische giardiose niet vaak voor?

A

beschadigt darmepitheelcellen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

symptomen giardia

A
  • meestal asymptomatisch
  • chronisch intermitterende diarree
  • minder groei
  • dof haarkleed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

probleem met diagnose giardia

A

in patente periode worden veel cysten uitgescheiden, maar pas in chronische fase zullen dieren ziektesymptomen vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diagnose giardia

A
  • cysten in feces: sed-flot
  • antigen in feces: elisa, IFT, GEEN dipstick
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling giardia

A

fenbendazole (benzimidazole): 1x meerdere dagen (in combinatie hygiene)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pathogene soorten eimeria

A

bovis + zuernii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

symptomen eimeria

A
  • (bloederige) diarree
  • sufheid
  • anorexie
  • dehydratatie
  • tenesme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

diagnose eimeria

A

eieren in mest:
- kwalitatief: identificatie zuernii en bovis -> PCR
- kwantitatief: aantal oocysten / gram mest via McMaster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

behandeling eimeria

A
  • diclazuril 1x po
  • toltrazuril 1x po
    = coccidiostatica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

preventie eimeria

A
  • hygiene
  • preventief behandelen: 2-3 weken na groeperen kalveren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welke invloed heeft T op ontwikkeling strongyliden?

A

Bij hoge T, snellere ontwikkeling eieren
Bij lage T zullen larven langer overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welke invloed heeft T op ontwikkeling strongyliden?

A

Bij hoge T, snellere ontwikkeling eieren
Bij lage T zullen larven langer overleven -> overleving winter, maar sterven in lente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wanneer symptomen strongyliden?

A

najaar = parasitaire gastro-enteritis (eieren komen in zomer uit -> opname larven -> na 3-4 weken uitscheiding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wordt er sneller immuunrespons tegen O. ostertagi of C. oncophora gevormd?

A

cooperia oncophora (<1 weideseizoen), ostertagia ostertagi (>1 weideseizoen dus ook volwassen koeien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is oorzaak van ziekte op weide in voorjaar?

A

hypobiotische larven komen vrij en veroorzaken acute gastritis = winterostertagiosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
diarree in voorjaar-zomer op de weide tijdens eerste weideseizoen?
cooperia oncophora
25
diarree in laatste deel weideseizoen
ostertagia ostertagii
26
symptomen cooperia en ostertagia
PGE = parasitaire gastroenteritis in juli-okt - waterige diarree -> gewichtsverlies - anorexie - doffe vacht - verminderde productie! -> door malabsorptie, maldigestie, endogeen eiwitverlies en VOORAL gedaalde voederopname! 1. cooperia: cattarhale enteritis 2. ostertagia (lebmaag): gastritis met minder HCl productie waardoor pepsine niet wordt geproduceerd -> minder eiwitvertering -> diarree
27
diagnose cooperia oncophora + ostertagia ostertagii
1. mestonderzoek: oocysten in mest -> mcmaster, miniflotac 2. pepsinogeen in serum bij ostertagia -> hoe meer pepsinogeen, hoe meer lebmaagschade (>>3 U = klinische ostertagiose) 3. detectie productieverlies -> ostertagia ostertagii antistoffen op tankmelk
28
opvolging ostertagia ostertagii
bij opstallen of <2 weken na opstallen -> 7 bloedstalen nemen om wormpreventie te evalueren en eventueel bij te sturen volgend jaar
29
Hoe test je productieverliezen bij opstallen volwassen koeien tegen strongyliden?
tankmelk antistoffen
30
behandeling strongyliden (ostertagia, oncophora)
1. levamisole: oraal, pour on, injectie -> volwassen 2. ML: subcutaan, pour-on -> ook larven + persisterende werking => opkomende resistentie 3. benzimidazoles: oraal -> volwassen
31
opstalbehandeling strongyliden
medicatie toedienen ter preventie wanneer dieren worden opgesteld
32
preventie strongyliden
1. preventief ontwormen: minder ei-uitscheiding, minder weide-besmetting - langwerkende formuleringen - OF ontwormingsschema's 2. weidebeheer 3. allebei 4. alternatieve controle: targeted treatment, nematofage schimmels
33
hoe kun je anthelminthica strategisch toedienen bij strongyliden?
- benzimidazoles of levamisole: 3, 6, 9 w na inweiden (ppp: 3 dus GEEN ei-uitscheiding) - ML: 3-8 of 0-6 weken na inweiden -> ppp: 3 w + persisterende werking 2 w = 5 weken beschermd
34
verschil targeted <-> targeted selective treatment
targeted treatment: kudde enkel behandelen indien nodig targeted selective treatment: individuele diere enkel behandelen indien nodig
35
lintworm HK
moniezia species -> cyclus via mosmijten dus meer tijdens zomer, geen opbouw immuniteit, vooral op weide, weinig pathogeen!
36
diagnose moniezia
lintworm die weinig pathogeen is - eieren of proglottiden in feces: ruitvormig - pm: wormen
37
behandeling moniezia
benzimidazoles po -> albendazole en fenbendazole
38
fasciola hepatica zoonose?
ja
39
leeftijd fasciola hepatica?
alle dieren -> na herhaalde infectie minder vatbaar door leverfibrose en verkalking galgangen die jonge leverbotten verhindert
39
seizoen fasciola hepatica
- winterinfectie: metacercariae voorjaar - zomerinfectie: metacercariae najaar
40
symptomen fasciola hepatica
chronische fasciolosis: - productiedaling - minder vruchtbaarheid - anemie - zware infectie: oedeem
41
diagnose fasciola hepatica
- eieren in mest: sed-flot, miniflotac, botvanger - bloedonderzoek - copro antigen ELISA - ELISA antilichamen
42
monitoring fasciolosis bedrijf
antilichamen in serum of melk (antilichamen tot 6 m na infectie aanwezig) => aanwezigheid antilichamen wil niet zeggen dat er een actieve infectie aanwezig is
43
diagnose klinische leverbotinfectie
- ei in mest - anamnese
44
screening infectiestatus bedrijf fasciolosis
- ELISA op tankmelk of vleesnat: antilichamen
45
diagnose voor selectie dieren voor individuele behandeling - fasciolosis
- ei in mest - elisa: antilichaam
46
diagnose screening anthelminthicum resistentie fasciolosis
1. copro-ag 2. botvanger
47
symptomen dictyocaulus viviparus
- hoesten - neusuitvloei - hyperpnee - dyspnee - soms sterfte
48
diagnose dictyocaulus viviparus
- L1 in feces -> baermann - L1 in BAL - antilichamen ELISA op melk of serum vanaf 3-4 w pi
49
behandeling dictyocaulus viviparus
1. levamisole: injectie, pour-on 2. benzimidazoles: po 3. ML: injectie, pour-on = BESTE (1 m bescherming)
50
preventie dictyocaulus viviparus
- vaccinatie met bestraalde l3 - preventieve behandeling - weidebeheer
51
parasiet genitaalstelsel rund
neospora caninum
52
symptomen neospora caninum
abortus rund -> individueel of abortusstorm
53
diagnose neospora caninum
- antilichamen in pericardiaal of thoracaal vocht foetus - trachyzoieten en bradyzoieten in hersenen, hart, lever foetus -> IFT
54
behandeling neospora caninum
GEEN behandeling -> rund kan meerdere keren aborteren
55
bloedparasiet rund
babesia divergens
56
door welke teek wordt babesia divergens overgedragen?
ixodes ricinus
57
komt babesia divergens voor in Be?
in beperkt deel zuid-belgie (ardennen = endemisch) -> acute babesiose komt voor in streken zonder enzootische stabiliteit (na 1 besmetting immuniteit) => in VLAANDEREN enkel acute babesiose
58
seizoen babesia
lente en herfst
59
welke leeftijd wordt aangetast door babesia?
>9 m (hieronder: natuurlijke weerstand)
60
symptomen babesia
- anemie - koorts - hemoglobinurie acute babesiose: shock, hemolytische anemie, icterus, orgaanfalen, sterfte (prevalentie laag, mortaliteit hoog)
61
diagnose babesia
- merozoieten in RBC (bloeduitstrijkje) - serologie: antilichamen >1 week (niet voor acute gevallen) - PCR: aantonen DNA
62
babesia zoonose?
ja
63
behandeling babesia
imidocarb subcutaan