knm werk Flashcards
(50 cards)
1
Q
baan
A
job
2
Q
stageplek
A
internship
3
Q
zoals
A
such as
4
Q
neef
A
cousin
5
Q
kennismaken
A
become acquainted
6
Q
een paar
A
a few
7
Q
krijg
A
get
8
Q
bedrijf
A
company
9
Q
meteen
A
right away
10
Q
solliciteren
A
apply
11
Q
opleidiing
A
education
12
Q
werkervaring
A
work experience
13
Q
diplomawaardering
A
credential evaluation
14
Q
ervaring
A
experience
15
Q
past
A
suits
16
Q
uitnodiging
A
invitation
17
Q
aannemen
A
hire
18
Q
taak
A
task
19
Q
afspraak
A
agreement
20
Q
voorbereiden
A
to prepare
21
Q
het aantal
A
the number of
22
Q
het loon
A
the salary
23
Q
het bedrag
A
the amount
24
Q
uitkeringen
A
benefits
25
de leidinggevende
the supervisor
26
overleggen
to consult
27
veilig
safe
28
aardig
nice
29
vanwege
because of
30
geloof
religion
31
geheim
secret
32
vroeg
early
33
de personeelsvereniging
the staff association
34
de ondernemingsraad
the works council
35
lid
member
36
word
become
37
de vakbond
the trade union
38
meepraten over
participate in the discussion about
39
meedoen met
participate in
40
af en toe
occasionally
41
de beslissing
the decision
42
ontslaan
fire, lay off
43
de vergunning
the license
44
de toestemming
the permission
45
Het ondernemingsplan
the business plan
46
verkopen
to sell
47
het spul
stuff, thing
48
de gastouder
baby sitter
49
werkloos
unemployed
50
de plicht
the duty
