KNO, pr neus, neusbijholten en schedel Flashcards

1
Q

Neus onderdelen

A

Bestaat uit nasus externus en cavum nasi. Uitwendige neus bestaat uit benige delen (os nasale) en kraakbenige delen (cartilagines nasales). Cavum nasi wordt in 2 helften gedeeld door septum nasi (bestaat ook uit benige en kraakbenige delen). Conchae nasales zijn 3 benige uitsteeksels aan laterale wand van neusholte. Die worden geïnnerveerd door vaatrijke tunica mucosa. Concha superior en media zijn deel van os ethmoidale en concha inferior is apart botje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrenzingen van cavum nasi

A

Dak: os frontale, os nasale, os ethmoidale en os sphenoidale
Bodem: maxilla en os palatinum
Mediale wand: maxilla, os palatinum, cartilago septum nasi, lamina perpendicularis ossis ethmoidalis en vomer
Laterale wand: os nasale, maxilla, os palatinum en conchae nasales.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nasopharynx

A

Choanae zijn openingen tussen neusholte en nasopharynx.
Laterale wand van nasopharynx ligt ostium pharyngeum (opening) van tuba auditiva. Boven de opening ligt torus tubarius (verhevenheid laterale pharynxwand). Vestibulum ligt vlakbij apex nasi en bevat haren. Wordt lateraal door mucosaplooi van eigenlijke neusholte gescheiden. Bij zwelling van slijmvlies kan neusholte geheel worden afgesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conchae

A

Neusschelpen, zijn benig en bedoeld voor oppervlakte vergroting. Zijn er 3, worden bedekt met tunica mucosa, die past zich snel aan o.b.v. temperatuur en vochtigheid van de buitenlucht.
Concha nasalis superior is kort en vormt onderste begrenzing voor processus spheno-ethmoidalis. Medialis en inferior zijn groter en staan meer horizontaal. Onder een concha ligt de bijbehorende meatus nasi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuren zijn te zien als je naar meatus nasi medius kijkt door de concha nasalis medius om te klappen?

A

Hiatus semilunaris (uitmondingen cellulae ethmoidalis anterioris en zinus maxillaris), infundibulum (uitmonding sinus frontalis) en bulla ethmoidalis (verhevenheid uitpuilende ethmoidcel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Arteriële aanvoer neusslijmvlies

A

Aa. Ethmoidalis (komt neusholte in via lamina cribrosa (met n. olfactorius))
a. sphenopalatina en a. palatina major (uit a. maxillaris, komt binnen via foramen sphenopalatinum)
takjes van a. facialis (komt binnen via vestibulum nasi).
En anastomosen als plexus van Kiesselbach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veneuze afvoer neusslijmvlies

A

Takjes van v. opthalmica, v. maxillaris en v. facialis. Sinus cavernosus is onderdeel van veneuze plexussysteem in de hersenen, maar ook anastomosen in bijv. het aangezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Innervatie neusslijmvlies

A

n. olfactorius (I), uitlopers gaan via openingen van lamina cribrosa naar bulbus olfactorius.
Buiten reukepitheel zijn er: n. ethmoidalis anterior (uit n. V1) n. nasopalatinus en palatinus major (uit n. V2) en n. infraorbitalis (uit n. V2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neusbijholten/sinus paranasales

A

Sinus frontalis: mondt uit in infundibulum (meatus nasi media) via ductus nasofrontalis
Sinus maxillaris: mondt uit in hiatus semilunaris (meatus nasi media)
Sinus sphenoidalis: mondt uit in recessus spheno-ethmoidalis (boven concha superior)
Cellulae ethmoidalis/sinus ethmoidalis: posterieure monden achter matus nasi superior uit, anterieure in hiatus semilunaris
Neusbijholten zijn bekleed met zelfde slijmvlies als de neus en secreet van kliercellen en traanvocht gaat naar neusholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sinusitis

A

Zwellingen neusslijmvlies, neusbijholten worden dan dichtgedrukt. Operatief draineren bij sinusitis maxillaris: kan of wand neusbijholte via meatus nasi inferior te openen (Claoué) of benige voorwand wegenemen (Caldwell-Luc-operatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Botten van viscerocranium (aangezichtsschedel)

A

Maxilla, os palatinum, vomer, os nasale, os lacrimale, os ethmoidale, os zygomaticum, mandibula, concha nasalis inferior.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Botten van neurocranium (onderverdelen in schedeldak en schedelbasis)

A

Os frontale, os pariëtale, os temporale, os occipitale, os sphenoidale en lamina cribrosa van os ethmoidale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schedelnaden/suturen

A

Sutura saggitalis: tussen beide os pariëtale
Sutura coronalis: tussen ossa pariëtale en os frontale
Sutura squamosa: tussen os pariëtale en os temporale
Sutura lambdoidea: tussen ossa pariëtale en os occipitale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fossa cranii anterior

A

In midden hiervan: crista galli ossis ethmoidalis (falx cerebri hecht hieraan). Aan weerszijden hiervan ligt lamina cribrosa ossis ethmoidalis. Bodem bestaat o.a. uit pars orbitalis ossis frontalis, deze is onregelmatig van vorm door nauwe relatie met gyri van lobus frontalis van hersenen. Vrije achterrand van cranii anterior wordt gevormd door ala minor ossis sphenoidalis en processus clinoïdeus anterior als mediale uiteinde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fossa cranii media

A

In midden ligt corpus ossis sphenoidalis met sella turcica. In groeve hiervan, fossa hypofysialis, ligt hypofyse intraduraal. In diafragma sellae zit opening voor hypofysesteel. Aan weerszijden van turks zadel zijn ala major ossis sphenoidalis en pars squamosa ossis temporalis.
Achterwand wordt gevormd door voorzijde pars petrosa ossis temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fossa cranii posterior

A

Bestaat uit achterkanten van beide ossa petrosa (onderdeel os temporale), clivus (os sphenoidale en ethmoidale) en rest van os occipitale

17
Q

Fossa pretygopalatina

A

Is piramidevormige ruimte onder orbita, tussen maxilla en processus pterygoideus. Allerlei zenuwen en bloedvaten kruisen hier van en naar de hersenen en van en naar aangezicht.