L2: architectuurtoerisme Flashcards
1
Q
kenmerken architectuurtoerisme
A
- hedendaaagse architectuur: spektakelarchitectuur, bilbao-effect
- bouwkundig erfgoed: -> cultureel erfgoed toerisme
-> maakt deel uit van stedelijk landschap
-> geïsoleerde ruimtelijke eenheid: adbij, begraafplaats - verstreken belevingswaarde
2
Q
attracties architectuurtoerisme
A
- iconische gebouwen: guggenheim museum
- architectuurwoningen
- architecturale landschappen: art nouveau stijl
- musea & tentoonstellingen: Vlaams architectuurinstituut
- Evenementen: BRU art nouveau, art nouveau festival
- logies: the pinapple, dunmore, GB
- populaire cultuur: mini-europa BRU
3
Q
DEF cultureel erfgoed
A
= alles wat door vorige generaties is gemaakt & nu nog bestaat & grote waarde voor de gemeenschap.
4
Q
erfgoedwaarden
A
- sociaal-cult: hist, cult. symbolisch, esthetisch (zintuigelijke ervaring), spiritueel-relig.
- economisch: non-profit, gebruikswaarde
5
Q
onroerend erfgoed
A
Tastbaar: open monumentendag, archeologiedagen
- archeologisch
- landschappelijk
- varend
- herhaldisch: wapenschilden
vb. begijnhof
6
Q
4 beschermstatuten:
A
- beschermd monument
- beschermd stads-of dorpsgezicht
- beschermd cultuur historisch landschap
- beschermd archeologische site
7
Q
Herbestemming kenmerken
A
1: kernactiviteit: gebed
2: medegebruik: voor andere kath. christ. gemeenschappen bv. orthodox
3: nevenbestemming: multifictioneel gebruik: ook voor andere doeleinden bv. concert
gedeeld gebruik: met bouwkundige ingreep
4: herbestemming
- ontwijding gebouw, gn kernactiviteit meer
- streven naar herwarderen hist., kunsthist, cult. waarden
