La sécurité sur l'Internet Flashcards
(71 cards)
1
Q
internet
A
le web
2
Q
een helm, een koptelefoon
A
un casque
3
Q
een (draadloos) toetsenbord
A
un clavier (sans fil)
4
Q
een mail
A
un courriel
5
Q
een woordenboek
A
un dictionnaire
6
Q
een (externe) harde schijf
A
un disque dur (externe)
7
Q
oortjes, een koptelefoon
A
des écouteurs
8
Q
een scherm
A
un écran
9
Q
een film
A
un film
10
Q
een forum
A
un forum
11
Q
een luidspreker, box
A
des haut-parleurs
12
Q
een browsing history, historiek van webbezoeken
A
un historique (de navigation)
13
Q
een spel
A
un jeu
14
Q
een mail
A
un mail, un e-mail
15
Q
een paswoord
A
un mot de passe
16
Q
een zoekmotor, zoekprogramma
A
un moteur de recherche
17
Q
een computer
A
un ordinateur
18
Q
een laptop
A
un ordinateur portable
19
Q
een parameter, instelling
A
un paramètre
20
Q
een profiel
A
un profil
21
Q
een ‘uitspraak’
A
un propos
22
Q
een pseudoniem
A
un pseudonyme
23
Q
een (draadloos) netwerk
A
un réseau social
24
Q
een scanner
A
un scanner
25
een server
un serveur
26
een muismat
un tapis de souris
27
een vertaalsite
un traducteur en ligne
28
een emailadres
une adresse e-mail
29
een inbox
une boîte e-mail
30
een inktvulling
une cartouche d'encre
31
een USB-stick
un clé USB
32
een internetverbinding
une connexion internet
33
een verspreiding
une diffusion
34
een printer
une imprimante
35
een belediging
une insulte
36
een mening
une opinion
37
een foto
une photo
38
de veiligheid
la sécurité
39
een serie
une série
40
een muis
une souris
41
een tablet
une tablette
42
een video
une vidéo
43
een webcam
une webcam
44
genant, onprettig
gênant
45
oncontroleerbaar
incontrôlable
46
verlegen
timide
47
opdat..., ten einde...
afin de + inf.
48
online
en ligne
49
in netwerk
en réseau
50
verantwoordelijk zijn voor
être responsable de
51
schoonmaken, opruimen
faire le ménage
52
updaten
mettre à jour
53
noch... noch...
ni... ni...
54
op internet
sur internet
55
circuleren, rondgaan
circuler (sur internet)
56
bestellen
commander
57
communiceren, iets melden aan iemand
communiquer qqch à qqn
58
raadplegen
consulter
59
een blog maken
créer un blog
60
verwijderen, deleten
effacer
61
versturen
envoyer
62
printen
imprimer
63
matigen, intomen
modérer
64
iets delen
partager qqch
65
deelnemen aan
participer à
66
iets publiceren
publier qqch
67
nadenken (over)
réfléchir (à)
68
respecteren
respecter qqn/qqch
69
beveiligen
sécuriser
70
typen
taper
71
downloaden
télécharger
