la voiture U6 Flashcards
(35 cards)
een verkeersopstopping
un bouchon/un enbouteillage (fr.) une file (wal.)
een omweg
un détour
een omleiding
une déviation
een bocht
un virage
een overtreding
une infraction (à la loi)/(au code de la route)
een overtreding
une infraction (à la loi)/(au code de la route)
een verkeersbord
un panneau indicateur
de benzine
l’essence
een veiligheidsgordel
une ceinture de sécurité
versnellen
accélérer
vertragen
ralentir
een boete
une amende
een fietspad
une piste cyclable
een bestuurder
un conducteur/un chauffeur
een rijbewijs
un permis de conduire
een uitrit
une sortie
het voetpad
le trottoir/le sentier piétonnier
een wegwijzer
un poteau indicateur
een bumper
un pare-chocs
een koplamp
un phare
de voorruit
le pare-brise
een ruitenwisser
un essuie-glace
een wiel
une roue
een band
un pneu