voc: p.475 - 480 Flashcards
(102 cards)
allier l’utile à l’agréable
het nuttige aan het aangename koppelen
un sommet
een bergtop
tonifiant, tonifiante
stimulerend, versterkend
un jour férié
een (officiële) feestdag
se réjouir de
zich verheugen over
limpide
helder, doorzichtig
desservir
verbinding houden met…
sauvage
wild, woest
le patrimoine
het erfgoed
une découverte
een ontdekking
un amateur
liefhebber (van)
aride
dor/droog
à l’est/à l’ouest
in het oosten/Westen
déguster
proeven/smullen
contempler
beschouwen, oplettend kijken naar…
une senteur
een aroma/geur
fleurir
bloeien, in bloei staan
attrayant, attrayante
aantrekkelijk
estival, estivale
zomers, zomer-
un paysage
een landschap
bosser
studeren, hard werken
une saveur
een smaak
une réserve
een natuurreservaat
embaumer
lekker ruiken