Learning Goals Flashcards
(45 cards)
Definition “Roman Peace” and when it lasted
(2)
- Pax Romana onder Keizer Augustus. Brak af in 3de eeuw.
- Constantijn en Diocletianus proberen te redden, maar na Theodosius en eind 4de eeuw wordt de split administratief permanent.
Beginnings early Christianity and major changes between 1st and 5th centuries CE
(4)
- Begon als mysterie cultus, maar verschilde met andere met (1) een oprichter en redder die echt bestaan heeft en (2) één God (niet de beste van een groep) die iedereen zou accepteren die gedoopt werd.
- In 4de eeuw officiële religie Romeinse Rijk, wordt meer structureel met patriarchen, aartsbisschoppen, bisschoppen, priesters en leken.
- Vergaderingen (councils) die strikter bepaalde wat orthodox en heidens was, zoals de First Great Council of Nicaea (325).
- Mede door Augustinus werd het christendom meer neoplatonisch, de materiële wereld werd minder belangrijk ten opzichte van de spirituele.
Most important barbarian tribes and eventual place of settlement
(4)
- Barbaarse invoeging in het Romeinse Rijk verliep vaak als: barbaren komen onder druk in hun eigen gebied, Romeinen laten hun immigratie toe, conflict tussen de barbaren en de Romeinen in dat gebied, en uiteindelijke accommodatie en nederzetting.
- Visigoten kwamen van boven de Danube, weggedreven door de Hunnen. Plunderen in 410 Rome, en migreren uiteindelijk naar Iberië.
- Ostrogoten onder leiding van Theodorik voeren oorlog op het Italiaanse schiereiland om Odovacar (die de West-Romeinse keizer had afgezet) af te zetten. Theodorik wordt de eerste middeleeuwse koning. Hij had wel problemen met geloofsgeschil tussen zijn Ariaanse Ostrogoten en de Katholieke Romeinen.
- Franken (Merovingische dynastie) onder leiding Clovis in hedendaags Frankrijk (duh). Hij weet macht te grijpen over andere stammen en sluit organisatorisch best aan op de Romeinen. Hij wordt uiteindelijk katholiek, net als zijn volk. Clovis had een duidelijke erfopvolging, en zijn zonen breiden met veel succes hun erfenis uit.
Explain what is meant by “localism” and give examples of localism in early medieval society.
(2)
- De troebele politiek, religie, economie en samenleving werd het best aangepakt met lokale (militaire) macht.
- Stammen werden koninkrijken en lokale enigheid werd gebaseerd op “overeenkomende” etniciteit en familiebanden.
Describe the development of monasticism and provide examples of variants in early medieval Europe.
(4)
- Sommige monniken waren extreem in hun ascese en kuisheid, anderen richtten gemeenschappen op waarbij ze vaker met elkaar ontmoette en samenwerkte naar spiritueel welzijn. Dit tweede leidde tot kloosters (zie definities hierboven), die veelal de regel van St. Benedictus volgde. Daarin werd het dagelijks werk van een monnik of non duidelijk bepaald, met individuele armoede, kuisheid en gehoorzaamheid als fundamentele verplichtingen.
- De kloosters werden zo een centrum voor geleerdheid en zorgde ervoor dat veel teksten overgeschreven en bewaard bleven.
- Paus Gregorius zorgde voor een relatief “vreedzame” bekering van heidenen door hun feesten en tradities samen te smelten met die van het christendom.
- Op het platteland had de kerk minder gezag, ook omdat boeren de geestelijken eerder zagen als rijke landeigenaren dan spirituele redders (mede doordat veel leden van de kloosters ook uit elite families kwamen).
Identify points of strength and weakness in early medieval intellectual life.
(2)
- De verminderen van Romeinse cultuur en communicatie in West-Europa leidde ook tot beperkingen in kennisdeling en Latijn. Toch ontstaat er in Ierland een bloeiende en rigoureuze leer.
- Dankzij het scriptorium van vele kloosters zijn veel teksten niet alleen bewaard, maar ok bestudeerd. Dit bleef echter voor een lange tijd lokaal.
Characterize the major features of Byzantine government.
(1)
- Op een manier was deze heel conservatief. De uitgebreide bureaucratie en krijgsmacht waren voorzichtig in het acteren op nieuwe ideeën of wilde beleidsacties van keizers. Zelfpreservatie boven verandering, om zo hun idee van kern cultuur en erfgenaam van Romeinse Rijk te behouden.
Describe the role of Byzantine religion within the Empire.
(3)
- De Oosterse-Orthodoxie ging vaak gepaard met patriottistische ideeën, al was er lang controversie met het monofysitisme. Deze verschilde met het idee van Christus als bovenmenselijk, terwijl zowel de katholieken als Oosters-Orthodoxen Christus als perfect mens en God zagen, bekend als het nestorianisme.
- Conflict tussen de Orthodoxie en de kerk in Rome ging over een lange tijd over iconisme (Orthodoxie was meer tegen want er was gevaar dat je bepaalde personen ipv God ging aanbidden), ceremonies, de aard van de heilige drie-eenheid en de paus als enige hoofd van de kerk. Dit leidde tot het schisma van 1054.
- Monasticisme kwam ook uit het Orthodoxe gebied, die vaak patronage kregen van aristocraten en vrijstelling vroegen van bepaalde belasting.
Identify characteristic features of Byzantine economy, society, and culture.
(6)
- Constantinopel was een centrum voor handel voor veel en verre rijken. De regering deed hiervoor ook metingen en prijzen standaardiseren, regelde importbelasting en zorgde ervoor dat de meest gewilde goederen binnen het rijk bleven.
- Het kreeg een vrij consistente stroom van graan uit Egypte ofc.
- Belasting was per hoofd, wat een probleem werd met de Plaag van Justinianus van 542. Ook werden Justinianus z’n afbetalingen aan de Perzen duur en werd er minder geprofiteerd van oorlog.
- Dankzij de plaag en militaire verliezen werden regionale steden minder belangrijk tussen de zesde en achtste eeuwen, en gingen aristocraten zich verplaatsen naar gefortificeerde huizen op het platteland. Wanneer de economie het weer beter deed in de 9de eeuw, gingen ze de dorpen waarin ze woonde weer opbouwen en zo regionale macht naar zich toe trekken.
- Oorspronkelijk Griekse kunst werd meer mystieker onder de Romeinen, en nog verder in het Byzantijnse Rijk. Het gebruikt dus rijke kleuren die hemelse goddelijkheid uitstraalde en religieuze solemniteit.
- Latijn werd niet de taal van het hof of academisch werk, maar Grieks, gepaard met een focus op de oud-Griekse teksten.
Outline the main contours of Byzantine political fortunes between 500 and 1452.
(3)
- De Tijd van Justinianus (527-565): Justinianus (laatste Romeinse Keizer) erfde een volle schatkist en welvarende staat van zijn voorgangers, en had veel hulp van zijn vrouw, Kijzerin Theodora. Zijn (1) bouwde Constantinopel op na de Nika opstand van 532, (2) codificeerde het Romeins recht (Corpus Juris Civilis), en (3) veroverde het Italiaanse schiereiland van de Visigoten. Echter was aan het eind van zijn heerschappij de schatkist leeg, kon hij moeilijk het Italiaanse schiereiland verdedigen van de Lombarden en kwam er een plaag tussen 541-543. Ook eindigt de afbetaling van Perzen in 540.
- Inkrimping (565-850): Italiaanse schiereiland verloren aan Lombarden (uiteindelijk ook Ravenna in 751), Visigoten nemen Iberië en Noord-Afrika over, Heraclius herovert de Balkan van Perzië maar verloor gebieden rond middenoosten van Arabische legers. Het rijk werd kleiner en armer, gecentreerd op Constantinopel, maar ook uniformer en meer verenigd in cultuur en religie.
- De Macedonische Opleving (850-1050): Onder Basil I en zijn dynastie worden Slaven en Bulgaren uit de Balkan veroverd, maar met name de religieuze bekering had lange effecten. De Russische prinsen en burgers werden spirituele onderdanen van de Orthodoxie. De heropleving en de Macedonische dynastie kwam ten einde met de inval van de Seljuk Turken.
Explain the origin of Islam and the most important of Muslim beliefs.
(5)
- Mohammad was geboren in Mekka, werkte als handelaar.
- Hij krijgt visies van Gabriel en verspreid zijn geloof, maar moet vluchten naar Medina in 622. Dit is de Hijra, en het begin van het Islamitische kalender.
- In Medina kwam Mohammad aan de leiding. Eerst doordat gemeenschap, religie en regering onder een kap vallen in de Islam. Ten tweede, is onderdanigheid aan God alleen mogelijk door onderdanigheid aan zijn boodschapper. Uiteindelijk veroveren zij ook Mekka.
- Het Islam is vrij tolerant naar Joden en Christenen, maar ziet zichzelf wel als superieur, met hun eigen boek de Koran. De Koran mag strikt gezien niet vertaald worden, en werd het standaard schoolboek. De Hadith kwam later, onderdanig aan de Koran en in het begin vooral oraal verspreid.
- Zie Five Pillars Islam hierboven.
Outline the political history of the Umayyad and Abbasid dynasties.
(5)
- The Early Conquests (632-655): Perzië en Byzantijnen verzwakt, dus het lukt de verenigde Arabische stammen uit te breiden in het Perzische rijke en Egypte over te nemen. Ook hielp de expansionistische ideologie van de religie hierbij.
- Civil War (655-661): een successiestrijd tussen een commerciële elite familie, de Umayyaden, en de neef/schoonzoon van Mohammad, Ali. Ali verliest. Hieruit komen drie stromingen, waarbij Kharijieten (die geloven dat iedere Moslim aan de macht mag komen als de gemeenschap ervoor kiest), de Sjiieten (waarbij de enige voorwaarde is dat de leider uit de familie van de profeet moet komen), en Soennieten (waarbij de leider uit de Quraysh moet komen). De laatste twee blijven van grote invloed tot op de dag van vandaag.
- Umayyad Dynasty (661-750): Veel aanvallen op Constantinopel, maar falen. Nemen wel Noord-Afrika en Iberië (van de Visigoten) over. Uiteindelijk deel van machtsbalans Byzantijnen, West-Europa en hunzelf. Hoofdstad in Damascus.
- The Golden Age of the Abbasids (750-950): In 750 worden de Umayyaden omvergeworpen door de Abbasiden, die met Perzische aristocraten in hun regering hun focus leggen op het oosten en de hoofdstad verzetten naar Baghdad. Vanuit daar werd er geregeerd met een complexe bureaucratie, en de stad wordt een centrum van een commercieel netwerk. Zijn culturele en intellectuele piek was onder Harun al-Rashid (r. 786-809). Sufism komt ook naar voren.
- Fragmentation (950-1453): De Arabische aristocratie had voortaan dus minder totaal gezag in het Islamitische rijk, het enige wat de diverse groep in de regering verenigde was de Arabische taal. Dat leidde tot versplintering van lokale dynastieën en provinciale macht dat langzaam maar zeker ervoor zorgde dat Egypte, Noord-Afrika, Al-Andalus (die ook hun eigen kalief uitroepen) en Sicilië zelfstandig werden.
Identify the areas of scholarship sustained and developed by Muslim scholars in the Early Middle Ages and subsequently introduced into Western Europe.
(1)
- Islamitische geleerden waren goed in bestaande cultuur van de overgenomen of bekeerde plekken te bestuderen en uit te breiden. Denk aan Theologie, Geneeskunde, Wiskunde en meer wetenschappen die al ontstonden in Oudgriekse wereld.
Explain factors contributing to the rise and fall of the Carolingian Empire.
(4)
- De Merovingen werden steeds zwakker vergeleken met hun aristocraten, omdat ze steeds land en betalingen moesten geven voor loyaliteit. De Karolingers weten gebieden van andere aristocraten te veroveren (onder Pepin of Heristal) en worden daarmee machtiger dan de koninklijke familie.
- Het erfsysteem van de Karolingers had dezelfde nadelen als die van de Merovingen, maar ze hadden geluk dat ze voor lange tijd maar één of twee legitieme zoon(s) hadden.
- Charles Martel breidt hun gebied nog verder uit.
- Om het koninklijk gezag van de Merovingen af te nemen, zorgt Pepin the Short voor een alliantie met de paus, waardoor ze ook voortaan met goddelijk gezag heersen.
Assess the role of the Church in supporting the Carolingians and anticipate future consequences of the connection between Church and state.
(3)
- De kerk had ook steun nodig van de Karolingers omdat ze (1) het niet eens waren met het iconoclasme van het oosten en (2) er steeds minder garantie was dat het oosten überhaupt kon helpen ivm hun eigen problemen.
- Pepijn verslaat dan ook voor het pausdom de Lombarden.
- Ondertussen zorgde Sint Bonifatius voor hervormingen in de Frankische kerk, met onder andere de ontwikkeling van kloosterscholen en een beter systeem voor lokale parochies.
Explain the main achievements of Charlemagne.
(4)
- Uitbreiden van Frankische rijk met jaarlijkse seizoensoorlog (waaronder Saxony).
- Gekroond als Keizer in 800 door Paus Leo III.
- Enigszins zijn nadruk op monogamie die duidelijk maakte wat legitieme of illegitieme erfgenamen waren.
- Een intellectuele opwekking door basaal onderwijs te steunen, ookal was de intellectuele bloei vooral op elitair niveau. Ook werd er een nadruk gelegd op het behouden en verder ontwikkelen van de grote werken van het klassiek-christelijk verleden. Ook nog een duidelijk, gestandaardiseerd handschrift.
Identify the three main groups of invaders into Western Europe in the ninth and tenth centuries and assess the impact.
(1)
- Moslim (piraten), Vikingen, en Magyar (horsemen) die ervoor zorgden dat lokale, aristocratische macht sterker in West Frankische Rijk, stedelijke macht in het Italiaanse schiereiland en koninklijke macht in Oost Frankische Rijk.
Explain the system of feudalism (vassalage) and its role in Western European responses to invaders.
(1)
- Macht lag dankzij de invasies bij de mensen die het land konden verdedigen, ridders. Zij kregen land voor hun dienst (wat aansluit op manoralism).
Assess the political status by the year 1000 of England.
(1)
- Vier grote fragmenten (Northumbria, Mercia, East Anglia, Wessex)
-> Alfred the Great weet de Danish tegen te houden en trouwt zijn dochter aan Mercia voor alliantie
-> Zij weten Danelaw over te nemen en verenigen Engeland
-> onder Ethelred “the Unred” gaan de Danish weer aanvallen en scoren een langgaande afbetaling
-> Canute of Denmark neemt Engeland over
-> na Canute’s dood overleefd zijn rijk de onzekerheid niet en gaat de kroon naar Ethelred’s zoon, Edward “the Confessor” (zijn opvolgingsproblemen omdat hij geen kinderen had leid tot de invasie van William the Conquerer uit Normandië in 1066).
Assess the political status by the year 1000 of West Francia.
(1)
- Gebied te groot, communicatie te primitief, en het koninklijke leger te lomp dusss de lokale hertogen, graven, en edelen nemen het over van de Karolingers
-> De Capetingers nemen het over als koninklijke familie, maar zeker in het begin is hun meer theoretisch
-> feudalisme wordt enorm groot hier, met adel die legers ridders zouden aanvoerden (ook tegen elkaar)
-> meer focus op “male primogeniture”, dus dat de oudste zoon zou ervan ipv dat ieder verwant belangrijk is.
Assess the political status by the year 1000 of German states.
(2)
- Hertogen, die eerst controle hadden in naam van koninklijk gezag, nemen in reactie op de invasies de koninklijke landen, bisdommen en kloosters op zichzelf (deze werden Saxony, Swabia, Bavaria, Franconia en Lorraine)
-> Zij weten echter niet volledig de Magyars te bedwangen, en een nieuwe dynastie neemt de koninklijke macht onder Henry the Fowler, de hertog van Saxony.
-> De zoon van Henry, Otto I “the Great” weet de monarchale macht weer over te nemen van de hertogen, weet de Duitse grenzen te verdedigen tegen de Magyarsen en herstelt de koninklijke macht in het Middenrijk
-> Otto I weet de paus te helpen met Lombarden en wordt gekroond als Romeinse Keizer -> Otto’s zoon, Otto II, trouwt met de Byzantijnse princes Theophano - De macht van de Ottonen was zo overheersend dat feudalisme niet echt kon bestaan in het HRR. Ze deden eerder wat veel landeigenaren deden op kleinere schaal: het land van kerken, abdijen en kloosters bezitten en begiftigen om hun eigen gezag te onderbouwen. De geleerde kerkelijken in het rijk waren dus ook loyaal aan de keizer, hadden geen eigenbelang voor erfgenamen hadden baat bij het succes van de keizer.
Assess the political status by the year 1000 of Italian cities.
(1)
- De connectie met de Karolingers verbrokkelde hier enorm, en de macht ging naar steden en kleinere machten die over waren van Justinianus z’n invasies
-> bisschoppen konden efficiënt hun steden organiseren in een crisis en nemen langzaam maar zeker ook de macht over van lokale graven en hertogen (die vervolgens vooral op het platteland gezag hadden)
-> Otto wist veel kleinere machthebbers en aristocraten te verslaan, maar heerste van een afstand, dus eigenlijk ging er meer macht naar de bisschoppen. Hadden deze steden en gebieden baat bij de stabiliteit, wat volgde tot urbanisatie en commerciële ontwikkelingen (zie Venetië).
Outline the major changes in Western European society between 1000 and 1200 and contrast these with the fortunes of the Byzantine and Islamic Empires.
(2)
- De hiervoor genoemde ontwikkelingen in verbeterd bestuur door edelen, bisschoppen, etc., verminderde dreiging van invasie en commerciële opleving hingen samen met de agrarische revolutie (ploeg), een ontwikkeling van educatie en geletterdheid en (monastieke) hervorming in de kerk en pauselijke macht.
- Ondertussen enorme dreiging Seljuk Turken in het Oosten, en daarna de Mongolen ook.
Outline the major features of the commercial revolution.
(1)
- Minder invasies betekende meer winst. Meer steden konden nu het veroorloven op langere afstand te handelen. Dit zorgde voor geldbelasting ipv goederen, meer huursoldaten, luxe goederen voor aristocraten, etc.