Leerdoelen isbr tot en met week 4 Flashcards
(174 cards)
Wat zijn eenzijdige rechtshandelingen?
- Rechtshandeling die door één partij die bij de overeenkomst is betrokken worden gedaan
*Denk aan wetgevende bevoegdheid - De gelding van het besluit is niet afhankelijk van de instemming van de mensen tot wie het besluit gericht is.
Wat zijn meerzijdige rechtshandelingen
- Meerdere partijen willen dat dezelfde rechtshandeling wordt verricht
*Gemeenschappelijke regeling tussen twee gemeentes
Indicatieve betekenis
Geeft een te verwachte ontwikkeling aan, niet bindend
De noodzaak van eenzijdige bindende overheidsbesluiten
- Ze beantwoorden een maatschappelijke behoefte aan dergelijke besluiten
- Ze zijn essentieel in een samenleving omdat: in elke maatschappij moeten voorzieningen worden getroffen, die de gemeenschap als zodanig aangaan
- Denk aan de handhaving van openbare orde, deze voorzieningen kosten geld. Er zijn besluiten omtrent de verwerving van financiële middelen
De 4 typen besluiten
- Algemeen verbindende voorschriften: Besluiten die in beginsel voor een onbepaaldheid van gevallen gelding hebben en toegepast kunnen worden (Materiële wetten)
- Beschikkingen: niet-algemeen besluit. Kan in één bepaald geval een rechtsgevolg tot stand brengen. Toekenning van een vergunning of subsidie
- Beleidsregels: Geven aan op welke wijze een orgaan zijn beleid denkt te voeren en waaraan het beleid gebonden is. Binden alleen het bestuur, niet de burger. Dit is dus GEEN algemeen verbindend voorschrift
- Plannen die een bindend effect bezitten: bestemmigsplan
Rechtsgevolg
Het gevolg dat door het recht aan een handeling wordt gebonden
Waarom is legitimatie nodig?
- Besluiten nemen op een wettelijke basis is belangrijk zodat er geen sprake is van machtsmisbruik en zodat de eenzijdige bindende besluiten door de burgers aanvaard worden
- De gelding van het besluit is niet afhankelijk van de instemming van degene die erbij betrokken zijn, daarom moet een besluit aanvaardbaar zijn
Aanvaardbaarheid van bindende overheidsbesluiten
- Besluiten worden dus genomen door instanties die daardoor bevoegd zijn verklaard
- De besluiten moeten aanvaardbaar zijn voor degenen die door de besluiten worden gebonden
- Aanvaardbaarheid bij ons: Een meerderheid van volksvertegenwoordigers in de kamer moet instemmen, minderheidsopvattingen moeten daarbij worden gerespecteerd
- ## Omdat de opvatting van ‘aanvaardbaarheid’ niet bij iedereen gelijk is kunnen er conflicten ontstaan
De bronnen van het Nederlandse Staats en bestuursrecht
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht
- Europees recht
- Internationaal recht
- Het statuut der Nederlanden
- De Gw
- Organieke wetten -> wetten die tot stand zijn gekomen in opdracht van de Gw
- Awb
- Bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving
De 5 beginselen van een democratische rechtstaat
- Legaliteitsbeginsel
- Grondrechten
- Machtenscheiding
- Democratiebeginsel
- Rechterlijke controle
Wat is een democratische rechtstaat?
Ook de overheid is gebonden door het recht
Legaliteitsbeginsel
- Positief aspect: het overheidshandelen moet zich berusten op een wettelijke grondslag
- Negatief aspect: overheidsoptreden moet binnen een bepaalde bevoegdheid blijven, deze stelt ook beperkingen aan de bevoegdheden
- Vrijheid is de hoofdregel, beperking is de uitzondering
- Aan de wet zijn eisen verbonden
- Inhoud: rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
Machtenscheiding
- Bij elke uitoefening van macht is er een controleur om ervoor te zorgen dat er geen machtsmisbruik wordt gemaakt.
Voorkomen concentratie van macht
De scheiding hoeft nu niet meer even strikt te zijn - Het kan ook in samenwerking: Art. 81 Gw (formele wetgever)
- Waarborgt de vrijheid van de burgers
Grondrechten
- Algemene normen
primaat ligt bij het individu die fundamentele rechten en vrijheden heeft (natuurrecht denken) - Beschermt de burger tegen overheidsinmenging
- Evolutie: denk aan sociale, economische en culturele grondrechten
- Hier wordt opeens de overheid verplicht om bepaalde grondrechten te realiseren
- Beperkingen (door formele wetgever) is een uitzondering -> beperkingsclausules)
Democratiebeginsel
- Collectieve aspect -> gedachte dat het volk zichzelf bestuurd
Democratische rechtstaat: ook de overheid is gebonden door het recht - We krijgen eisen in de rechtstaat:
1. procedurele vereisten: - Actief kiesrecht: het recht om te stemmen
- Passief kiesrecht: het recht om verkozen te worden
- Meerderheidsbesluitvorming: de helft plus een neemt een beslissing. Gekwalificeerde meerderheid -> bij een hele belangrijke beslissing neemt 2/3de de beslissing
- Burgelijke/politieke grondrechten: het borgen van bepaalde rechten. Recht op vrijheid van meningsuiting
- Materiële vereisten:
- effectieve participatie
- effectieve toegang tot informatie
- Educatie
- effectief respect voor minderheidsopvattingen
Rechterlijke controle
- Op overheidsoptreden tegen de burgers
- Locke: niemand mag rechter zijn in eigen zaak
- Na de 2de wereldoorlog nam controle op rechtmatigheid publiekrechtelijk handelen toe
- Legaliteitsvereiste en geen strijd met grondrecht
Representatieve democratie
- Hier is een parlementair stelsel; regering moet het vertrouwen krijgen van het verkozen parlement
- Vertrouwensregel
- Ministeriële verantwoordelijkheid
- Rechtstreekse verkiezingen Thorbecke: 1848. Hiervoor werd de kamer gekozen door de provinciale staten, de leden van de PS werden gekozen door adel
- 1917 -> algemeen mannenkiesrecht
- 1919 -> algemeen burgerkiesrecht
Evenredige vertegenwoordiging
- Toebedeling zetels gelijk aan uitgebrachte stemmen
- Hierdoor hebben kleinere partijen ook een kans
- 1/150 van de stemmen is 1 zetel
Lijstenselsel
De kandidatenlijsten staan centraal, de kiezer brengt slechts één stem uit. Op zo’n kandidatenlijst staan meerdere kandidaten met overeenkomstige belangen en ideeën, zoals bij de Tweede Kamerverkiezingen of de Gemeenteraadsverkiezingen.
als de 1e van de lijst genoeg stemmen heeft, gaan de overige stemmen naar de persoon eronder
Personenstelsel
De kandidaatstelling richt zich op individuele personen. De kiezer stemt op meerdere personen (kandidaten) en kan zo zijn ‘ideale’ OR samenstellen.
Partijendemocratie
- Opkomst en rol van partijen = belangrijk
- In Nederland is het vrij mandaat (art 67 Gw)
1. De kamerleden stemmen zonder last
2. Politieke partijen kunnen jou nooit verplichten om iets bepaalds te stemmen in de kamer
3. Je kan dus tegen iets van je partij stemmen, maar nog steeds de zetel behouden
Legitimiteit representatieve democratie onder druk
- De staatscommissie parlementaire stelsel kwam met een eindrapport. Wat zie je daarin:
1. We hebben een complexe maatschappij
2. Ruime regelgevende bevoegdheden voor bestuur
3. Terugtred formele wetgever
4. Particratie
5. Kloof tussen burgers en politiek
Verschil de constitutie en de Gw
- Geheel van regels en grondslagen die het staatsrecht omvat.
- Dit document is belangrijk omdat het (mogelijk) kwaliteitseisen formuleert waar de wetgever zich aan moet houden bij het formuleren van wetten. Het biedt de burgers bescherming tegen wetgeving die hun rechten aantast.
- Gw -> regels die met een verzwaardere procedure worden vastgesteld en daarom van orde is
Twee aspecten van vrijheid
- Individuele vrijheid
- Collectieve zelfbeschikking -> de gedachte dat het volk zichzelf bestuurd