leereenheid 4b Flashcards

(36 cards)

1
Q

Wat is beroepshouding?

A

Beroepshouding is de manier waarop je je gedraagt ten opzichte van zorgvragers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent houding in de context van zorgverlening?

A

Houding is de manier waarop jij je gedraagt ten opzichte van iets of iemand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de uitgangspunten die de beroepshouding bepalen?

A
  • respect
  • empathie
  • echtheid
  • openstaan
  • betrokkenheid
  • reactief handelen
  • proactief handelen
  • voorbeeldfunctie
  • integer
  • representatief
  • verantwoordelijk
  • geduldig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is respect belangrijk in de zorg?

A

Respect betekent dat je iemand neemt zoals hij of zij is, wat essentieel is voor goede zorgverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is empathie?

A

Empathie is het vermogen om je in te leven in anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent echtheid in een zorgrelatie?

A

Echtheid betekent dat je gevoel en gedrag met elkaar in overeenstemming zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt openstaan in?

A

Openstaan betekent dat je aandacht hebt voor iemand en onbevooroordeeld bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn vooroordelen?

A

Vooroordelen zijn oordelen die je over iemand hebt zonder dat je die persoon echt kent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is stereotypering?

A

Stereotypering is het toeschrijven van bepaalde eigenschappen aan een hele groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een stereotype?

A

Een stereotype is een beeld dat iemand heeft van een persoon of een groep dat niet volledig overeenkomt met de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent identificatie in de context van zorg?

A

Identificatie betekent dat je je in iemand kunt verplaatsen en dingen van een ander herkent in jezelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is projectie?

A

Projectie is het toeschrijven van je eigen (onbewuste) gevoelens aan een ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent betrokkenheid in de zorg?

A

Betrokkenheid betekent dat je om een ander geeft en dat die ander ertoe doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is reactief handelen?

A

Reactief handelen is wachten tot iemand vertelt wat je moet doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is proactief handelen?

A

Proactief handelen is zelf initiatief nemen en in actie komen wanneer nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt een voorbeeldfunctie in voor verpleegkundigen?

A

Een voorbeeldfunctie betekent dat anderen jou als voorbeeld kunnen zien en van je kunnen leren.

17
Q

Wat is integriteit in de zorg?

A

Integriteit houdt in dat je eerlijk, oprecht en betrouwbaar bent.

18
Q

Vul in: Iemand is _______ wanneer hij of zij betrouwbaar en oprecht is.

19
Q

Wat is het risico van te veel betrokkenheid in de zorg?

A

Te veel betrokkenheid kan leiden tot emotionele belasting voor de zorgverlener.

20
Q

Hoe kun je vooroordelen voorkomen in de zorg?

A

Door altijd een open, begripvolle houding aan te nemen en individuele zorgvragers te verdiepen.

21
Q

Wat is integriteit?

A

Integriteit houdt in dat je eerlijk en oprecht bent, betrouwbaar en je afspraken altijd nakomt.

22
Q

Waarom is het belangrijk om integer te zijn?

A

Omdat anderen op je kunnen bouwen en weten dat je geen verborgen agenda hebt.

23
Q

Wat betekent het om representatief te zijn als verpleegkundige?

A

Het betekent dat je professioneel eruitziet en je ook zo gedraagt.

24
Q

Wat is de verantwoordelijkheid van een verpleegkundige?

A

De verantwoordelijkheid omvat de zorg voor een zorgvrager en jouw eigen handelen.

25
Wat houdt verantwoordelijkheid in?
Verantwoordelijkheid is de verplichting om ervoor te zorgen dat iets goed verloopt.
26
Wat legt de Wet BIG vast?
De Wet BIG bepaalt welke voorbehouden handelingen wel of niet uitgevoerd mogen worden.
27
Wat is geduld in de zorg?
Geduld houdt in dat je ergens voor kunt blijven gaan, zelfs als er geen vooruitgang lijkt te zijn.
28
Wat zijn formele afspraken?
Formele afspraken zijn duidelijke afspraken die door de instelling of organisatie met de zorgvrager zijn gemaakt.
29
Geef een voorbeeld van een formele afspraak.
Een protocol voor borstvoeding of een zorgplan voor zorg op dinsdagmorgen.
30
Wat zijn informele afspraken?
Informele afspraken zijn afspraken die niet officieel zijn vastgelegd.
31
Geef een voorbeeld van een informele afspraak.
Een team dat na het werk samen een kopje koffie drinkt.
32
Wat moet je doen bij het maken van afspraken?
Zorg dat de afspraak haalbaar is en zeg geen dingen toe die je niet kunt waarmaken.
33
Wat zijn de vier W's bij formele afspraken?
Wie, Wat, Waar en Wanneer.
34
Wat moet je doen als je een afspraak niet kunt nakomen?
Informeer alle betrokkenen, bied je excuses aan en stel een nieuw voorstel voor.
35
Wat is een belangrijk aspect van het maken van afspraken?
Luister naar de wensen en ideeën van de zorgvrager.
36
Wat is het doel van het bespreekbaar maken van afspraken?
Om ervoor te zorgen dat iedereen begrijpt wat er is afgesproken.