les 1 Flashcards

(37 cards)

1
Q

symptomen bij doorbraak van melktanden (5)

A
  • koorts
  • huilen
  • kwijlen
  • diarree
  • uitslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waardoor komen de symptomen van doorbraak bij melktanden?

A

eiwitten van het gedegradeerde glazuurorgaan zouden als antigenen een auto-immuunreactie kunnen opwekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dentitio praecox

A

versnelde doorbraak van melkelementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor zou versnelde doorbraak van definitieve tanden kunnen komen?(5)

A
  • pubertas praecox
  • diabetes
  • leukemie
  • tumoren
  • faciale hemohypertrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pubertas praecox

A

pubertijd treedt te snel op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

faciale hemihypertrofie

A

ene helft van het gezicht is verder ontwikkeld dan de andere helft van het gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor vertraagde doorbraak melkelementen?(3)

A
  • gingivale hyperplasie
  • rubella
  • erfelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waardoor vertraagde doobraak definitieve elementen? (4)

A
  • cleidocraniale dysplasie
  • nierfalen
  • fluorose
  • radiotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cleidocraniale dysplasie

A

probleem van verbening van de botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lokale gebitsfactoren voor vertraagde doorbraak definitieve tanden

A
  • abnormale wortelkromming
  • trauma
  • ondontomen = goedaardige gezwellen van dentogene oorsprongen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

retentie

A

tot stilstand komen van de eruptie en het achterwege blijven van de doorbraak door ruimtegebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dilaceratie

A

na trauma kromming van de wortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dentitio difficilis

A

eruptio difficilis –> als de kroon doorbreekt maar doorbraak komt nadien langdurig tot stilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

impactie

A

retentie door verkeerde kiemligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

infra-occlusie + 2 oorzaken

A

tand ligt niet mooi tot het occlusale vlak

  • ankylose –> afwezigheid van PDL, vergroeiing tussen bot en wortel
  • tekort schieten van het eruptieve mechanisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 afwijkingen in de doorbraakplaats + betekenis

A
  • dystopie = kleine afwijkingen

- heterotopie = grote afwijkingen

17
Q

translocatie

A

met elkaar van plaats gewisselde elementen

18
Q

hypodontie

A

te weinig tanden

19
Q

agenesie

A

niet aangelegd zijn of niet tot ontwikkeling komen van de tandkiem

20
Q

3 vormen van hypodontie

A
  • solitatire agenesie = 1 tand
  • oligodontie = vanaf 6 tanden
  • anodontie = totale afwezigheid tanden
21
Q

oorzaken solitaire agenesie (4)

A
  • erfelijk
  • radiotherapie op jonge leeftijd
  • omgevingsfactoren –> infectieziekten
  • endocriene stoornissen
22
Q

re-inclusie

A

tandvlees omsluit de tand

23
Q

persisterende melkelementen

A

melkelementen worden niet gewisseld

24
Q

hyperodontie

A

te veel elementen

25
4 voorbeelden hyperodontie
- mesiodens - distomolaar - paramolaar - con/neonatale tanden
26
mesiodens
kegelvormige tand tussen centrale bovenincisieven
27
distomolaar
onderontwikkelde 4e molaar
28
paramolaar
onderontwikkelde extra molaar, kan zelfstandig voorkomen of als extra knobbel en/of wortel aan molaren
29
con/neonatale tanden
surnumerair element
30
oorzaken van hyperodontie (4)
- genmutatie - epitheliale resten - splitsing van een tandkiem - herverschijning van een element dat eerder in de evolutie wel aanwezig was
31
2 gevolgen van hyperodontie
- verstoring van de tanddoorbraak | - verkeerde tandstand buurelementen
32
fusie
door versmelting van glazuur en/of dentine kan een breed element ontstaan met een enkelvoudige of dubbelvoudige pulpaholte
33
schizodontie
gemitatie, onvolledige splitsing van de tandkiem
34
twinning
volledige kiemsplitsing
35
oorzaken fusie(4)
- trauma - ruimtegebrek - omgevingsfactoren - erfelijkheid
36
concrescentie
2 elementen (soms3) zitten vast aan elkaar via gezamenlijk wortelcement
37
verschil tussen fusie en concrescentie
bij fusie zitten tanden vast aan elkaar met gezamenlijk dentine en wortelcement, bij concrescentie zitten ze vast door gezamenlijk wortelcement