Les 1 Weefselniveau : epitheel of dekweefsel Flashcards
(38 cards)
Noem de 4 weefseltypen
epitheel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel
Geef de definitie van (cel)differentiatie
Het geleidelijk ontstaan van specifieke karakteristieken (kenmerken en functies) van cellen tijdens de embryonale ontwikkeling als gevolg van het activeren of onderdrukken van genen.
Geef een ander woord voor epitheel
Dekweefsel
Wat is epitheel ?
Epitheel of dekweefsel bestaat uit lagen cellen die in- of uitwendige oppervlakten bedekken en uit klieren.
Geef 5 belangrijke kenmerken van epitheel of dekweefsel
1) structuur : cellen liggen dicht opeengepakt.
2) ze hebben een vrij (apicaal) oppervlak dat aan de omgeving of aan een inwendig compartiment of transportbuis is blootgesteld.
3) epitheelcellen die aan het blootgestelde oppervlakte beschadigd geraken of verloren gaan, worden voortdurend vervangen of geregenereerd.
4) ze zijn via een basaal membraan met het onderliggende bindweefsel verbonden.
5) ze zijn avasculair
Wat betekent apicaal ?
Vrij (vb vrij oppervlakte : apicaal oppervlakte)
Wat is een basaal membraan ?
Een basaalmembraan is een dunne, stevige laag van eiwitten en suikers die ligt onder epitheelcellen (de cellen die oppervlakken en holtes bekleden, zoals de huid en bloedvaten).
Het vormt als het ware een onderlaag of fundering waarop deze cellen rusten. Het basaalmembraan scheidt het epitheel (dekweefsel) van het onderliggende bindweefsel.
Het is niet-celachtig, wat betekent dat het geen levende cellen bevat, maar wel eiwitstructuren
Geef de 4 functies van epitheel of dekweefsel en per functie minstens één voorbeeld.
1) fysieke bescherming :
- huid (indien intact bescherming tegen schokken, schaven, uitdroging, barrière tegen bv. bacteriën) of
- maag (bescherming tegen HCl)
- dunne darm (bescherming verteringsenzymen).
2) doorlaatbaarheid regelen
- dunne darm : het darmepitheel laat voedingsstoffen zoals glucose, aminozuren en vetzuren door vanuit de darminhoud naar het bloed of lymfe.
- nieren : In de nierkanaaltjes bepaalt het epitheel welke stoffen uit de voorurine worden terug opgenomen in het bloed (zoals water, glucose, zouten).
- longen het plaveiselepitheel van de longblaasjes (alveoli) laat zuurstof en koolstofdioxide passeren.
3) zintuigfunctie :
- in gespecialiseerde epitheelcellen kunnen veranderingen in de omgeving waarnemen (tastzintuigen in diepste lagen van epitheel)
4) gespecialiseerde klierproducten vormen
- exocrien : klierproduct afgeven aan oppervlakte van epitheel bv. zweet, melk, verteringsenzymen,..
- endocrien : klierproduct afgeven aan weefselvocht of bloed (hormonen bv. insuline)
Wat is de Latijnse naam voor basaal membraan ?
Lamina basalis
Het epitheeloppervlakte kent vaak gespecialiseerde structuren. Geef twee van dergelijke structuren en hun functie
1) borstelzoom (microvilli) : vnl op plaatsen voor opname / of afgifte van (voedings)stoffen bv. in dundarm.
2) trilharen (cilia) op trilhaarcel : bv. in luchtwegen om slijmlaag met
Geef een andere naam voor microvilli
Borstelzoom
Geef een andere naam voor trilharen
Cilia
Geef een synoniem voor stamcellen
Kiemcellen of ongedifferentieerde cellen.
Epitheel moet zich voortdurend herstellen en vernieuwen. Dit gebeurt door voortdurende deling van stamcellen. Waar bevinden deze cellen zich ?
In de diepe lagen van het epitheel, vlakbij het basaal membraan.
Dekweefsel of epitheel is onder te verdelen in verschillende gespecialiseerde typen. Men kan op 2 manieren een indeling maken. Geef beide indelingen en van elks de onderverdelingen.
De onderverdeling is te maken op basis van enerzijds het aantal cellagen en anderzijds de celvorm.
1) verschillende lagen (eenlagig vs meerlagig)
2) vorm van buitenste cellaag (plaveiselepitheel, kubistisch epitheel, cilindrisch epitheel)
Geef de kenmerken van éénlagig epitheel.
Eénlagig epitheel bestaat uit één cellaag die het basaal membraan bedekt en is dus dun. Aangezien het dun is, is het kwetsbaar en niet niet bruikbaar voor mechanische bescherming.
Noem 2 algemene locaties mét voorbeelden waar éénlagig epitheel is terug te vinden ?
Eénlagig epitheel wordt enerzijds aangetroffen
1) op beschermde plaatsen IN het lichaam. Het bekleedt inwendige compartimenten en transportbuizen zoals
- peritoneale,pleurale en pericardiale holte
- de bloedvaten en de compartimenten van het hart
2) die gebieden waar afscheiding of opname plaatsvindt van stoffen (vergemakkelijkt diffusie) zoals
- bekleding van spijsverteringskanaal, urinewegen, oppervlakten in de longen
Geef de kenmerken van meerlagig epihteel.
Er liggen verschillende cellagen boven het basaal membraan waardoor die weefseltype een grotere mate van bescherming biedt.
Waar is meerlagig epitheel terug te vinden ?
Meerlagig epitheel wordt aangetroffen op die plaatsen die een grotere mechanische of chemische belasting kennen zoals de bekleding van de mond, de oppervlakte van de huid, de anus.
Geef een andere naam voor plaveiselcelepitheel
squameus epitheel. Squama (Latijn) is plaat of schub.
Geef de uiterlijke kenmerken (3) van squameus epitheel
Squameus of plaveiselcelepitheel
- is dun en vlak
- ligt de celkern steeds in het dikste deel van de cel
- van bovenaf gezien lijken ze op spiegeleieren die naast elkaar liggen.
Geef de uiterlijke kenmerken (4) van kubisch epitheel
Kubistisch epitheel
- lijkt driedimensionaal op zeskantige doosjes
- lijkt op doorsnede vierkant
- ronde kern ligt in centrum van de cel
- afstand tussen naburige celkernen is +/- gelijk aan de hoogte van de cel.
Geef de uiterlijke kenmerken (4) van cilindrisch epitheel
Cilindrisch epitheel
- lijkt driedimensionaal op zeskantige doosjes
- lijkt in doorsnede op rechthoek
- celkernen liggen in smalle band bij elkaar, dicht bij basaal membraan
- hoogte van het epitheel is vele malen groter dan de afstand tussen de celkernen.
Geef 5 anatomische plaatsen waar éénlagig PLAVEISELepitheel voorkomt
Bekleding van
1) ventrale lichaamsholten
2) hart en bloedvaten
3) delen van nierbuisjes
4) hoornvlies
5) alveoli van de longen