les 3 Flashcards

(41 cards)

1
Q

sprouting

A

zenuwvezels gaan extra vertakkken –> nieuwe zenuwvezels worden gevormd –> gevoeligheid stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functie van adelta-vezels en c-vezels in het parodontium(3)

A
  • signaleren van mechanische en nociceptieve impulsen
  • vrijzetten van neuropeptiden ( rolbij ontstekingsreactie)
  • verder geleiding van pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

osseoperceptie

A

ter hoogte van het bot zijn er zenuwvezels die mechanische en thermische stimuli kunnen waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fulcrum

A

kantelpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rond een implantaat kan druk en pijn worden waargenomen door;(2)

A
  • zenuwvezels in het bot

- sprouting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pijn- gewaarworden intensiteit registreren (5)

A
  • VAS = visueel analoge schaal
  • numeriek
  • verbaal
  • gelaatsuitdrukkingen
  • pain raiting scale –> combinatie van verschillende schalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

allodynie

A

pijn die veroorzaakt wordt door niet-toxische prikkel ( die normaal geen pijnveroorzaken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

anesthesie

A

opgeheven gevoel van tast en pijnzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

analgesie

A

opgeheven pijnzin bij noxische prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dysesthesie

A

onaangename, abnormale gewaarwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hypesthesie

A

verminderde gevoeligheid voor sensibele prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hypoalgesie

A

verminderde gevoeligheid voor noxische prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hyperesthesie

A

overgevoeligheid voor sensibele prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

paresthesie

A

abnormale, niet onaangename gewaarwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

test uitvoeren sensibiliteit(4)

A
  • thermische sensibiliteitstest
  • elektrische sensibiliteitstest
  • proefpreparatie
  • anesthesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

thermische sensibiliteitstest(2)

A
  • warmte toevoegen

- koude toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

warmte toevoegen (3)

A
  • gutta percha
  • warme spreader
  • isolatie onder rubberdam en warm water aanbrengen
18
Q

koude toevoegen (4)

A
  • chloorethylsneeuw
  • dichlorodifluoromethaansneeuw
  • koolzuurgassneeuw
  • isolatie onder rubberdam en koud water aanbrengen
19
Q

orofaciale pijn (4)

A
  • primaire pijn
  • referred pain
  • sensitisatie
  • neuro-patische pijn
20
Q

pulpotomie

A

als de apex nog niet volledig afgevormd is. een deel van het pulpaweefsels wordt weggenomen (alleen het deel wat in contact is gekomen met cariës)

21
Q

welk middel wordt gebruikt bij pulpotomie om het niet weggenomen pulpaweefsels vitaal te laten blijven + afkorting

A

MTA= mineral trioxide aggregate

22
Q

pulpectomie

A

alle aanwezige zenuwvezels/bloedvaten worden verwijderd –> wortelkanaalbehandeling

23
Q

wanneer kunnen we een pulpitis krijgen? (5)

A
  • cariës
  • preparatietrauma
  • te hoge restauratie
  • orthodontische behandeling
  • luxatie
24
Q

waarom is een element met ernstige pulpitis moeilijk te verdoven? (4)

A
  • zuur milieu in het ontstekingsgebied vermindert effectiviteit anestheticum
  • ontstekingsmediatoren sensibiliseren nociceptoren
  • sensibilisatie in CZS
  • psychologische factoren
25
periodontitis apicalis + andere benaming
chronische ontstekingsreactie in het alveolair bot rond het wortelpunt = ostitis centralis
26
wanneer botresorptie bij de apex? (2)
- bij invasie van toxines/antigenen van de microflora in het wortelkanaal - bij uitbreiding pulpitis naar peri-apicaal
27
oorzaken traumatische periodontitis (4)
- bij slag of stoot op element - bij bewegen van het element in de alveole na luxatie - bij orthodontische verplaatsing - bij te hoge restauratie of andere occlusiestoornis
28
pericoronitis
ontsteking van de gingiva rondom de kroon van de tand
29
trismus
beperkte mondopening
30
alveolitis + andere benaming
ontsteking van de alveole na tandextractie = dry socket
31
triggerpunten
hypersensitieve zones in spieren
32
referred pain van de kauwspieren - masseter - temporalis - digastricus
- masseter = onder- en boven molaren - temporalis = elementen in de onderkaak - digastricus = onderfrontelementen
33
3 karakteristieken van tandpijn en myofasciale oorsprong
- constante diepe, zeurende , niet kloppende pijn - pijn verandert niet bij klinische tests van het element - tandpijn neemt toe bij palpatie van de betrokken spier
34
sialoadenitis
ontsteking van de speekselklieren
35
oorzaken sialoadenitis(2)
- door obstructie van de afvoergang - bacteriële of virale infecties - gaat gepaard met het ruiken van maaltijden --> speeksel wordt in gang gezet
36
verschillende anamneses (4)
- biografisch en sociaal - medisch - orofaciaal - pijn
37
verschil tussen sensibiliteitstest en vitaliteitstest
sensibiliteits test geeft een indruk over de gezondheid van de pulpa. vitaliteitstest test of er nog bloeddoorstroming is door de tand.
38
primaire pijn
prikkel wordt doorgeven aan thalamus. bron en locatie komen overeen
39
neuro-patische pijn
door voortdurende sensitisatie terwijl er geen nociceptieve prikkeling bestaat
40
anachoresis
bacteriën vanuit de bloedbaan geraken de tand binnen
41
myofasciaal
spieren in het aangezicht