Les 3: Bewaring en toegang tot bronnen, vroeger en nu Flashcards

(21 cards)

1
Q

Hoe wordt identiteitsvorming beïnvloed door archieven?

A

Archieven bepalen welk verleden zichtbaar is. Toegang en selectie vormen ons zelfbeeld en de verhalen die we geloven.

miauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belangrijke opmerking over bronnen van minderheidsgroepen?

A

Er zijn vaak minder bronnen bewaard gebleven die door hen zijn opgemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn enkele redenen voor de noodzaak van informatiebewaring?

A
  • Collectieve identiteit en geheugen
  • Opeisen van rechten in de samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gevolgen van het selectieve proces van bronbewaring?

A

Niet alle feiten worden als bron beschouwd en niet alle bronnen worden bewaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rol van staatsvorming in archiefvorming?

A

Centralisering van bestuur en informatiewinning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen traditionele en innovatieve methoden in criminologie?

A
  • Traditioneel: survey, interview, focusgroepen
  • Innovatief: big data, photo-elicitation, netwerkanalyses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de methodologische barrières voor onderzoek naar vrouwen in de geschiedenis?

A

Gebrek aan materiaal en analfabetisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de betekenis van digital history?

A

Onderzoek naar het verleden met behulp van digitale technologieën en big data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het ‘herkomstbeginsel’ in archiefonderzoek?

A

Een ordeningsprincipe dat de context en vindplaats van bronnen benadrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van digitale ontsluiting van archieven?

A

Toegankelijke en gebruiksvriendelijke raadpleging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de uitdagingen van het werken met historische data?

A

Fragmentarisch, tijdrovend, en methodologische onzekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de impact van sociale media op archiefonderzoek?

A

Mogelijkheden en valkuilen van digitale ontsluiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van bronnen die in historisch onderzoek gebruikt kunnen worden?

A
  • Gevangenisregisters
  • Administratieve rapporten
  • Ego-documenten
  • Kranten
  • Dagboeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de betekenis van ‘de bronnen die bewaard bleven’?

A

Ze zijn vaak overgeleverd door de historische overwinnaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van het ontbreken van archiefdwang in de private sector?

A

Geen wettelijke vereiste tot bronbewaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fonds

A

Collectie van dossiers die alle activiteiten van eenzelfde instantie bundelen

17
Q

Inventaris

A

Overzicht van de verschillende documenten in een fonds

18
Q

Archiefdepot

A

Bewaarplaats voor archieven, zoals Rijksarchief of stadsarchief
Waar documenten van officiële of particuliere instanties veilig worden opgeslagen en beheerd

19
Q

Eenvoudige materiële waarheid

A

Beperkt zich tot vaststellen van feiten

20
Q

Statistische waarheid

A

Bepalen van exacte aantallen obv onvolledige of anders gebrekkige informatie

21
Q

Psychologische en emotionele waarheid

A

Peilt naar intenties en belevingswereld van auteurs