Les 4 +5 : Kritische evaluatie van bronnen Flashcards

(31 cards)

1
Q

Big data methode

A

Methode die gebruikt wordt om op een nieuwe manier (extreem) grote hoeveelheden gegevens te ontsluiten -> focus op “networked data collections”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De V’s van big data

A
  • Volume: Omvang zodanig groot dat traditionele database-systemen niet langer efficiënt werken
  • Velocity: De snelheid waarmee data ontvangen, beheerd en geanalyseerd worden
  • Variety: De diversiteit aan data-types: gestructureerd, niet-gestructureerd, semi-gestructureerd
  • Veracity: Detectie van accuraatheid - om over betekenisvolle data te kunnen beschikken moeten anomalieën en outliers gedetecteerd worden
  • Variability, Visualisation, Value, Validity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Valkuilen en uitdagingen big data

A
  • Historische big data: blijven gedeeltelijke, beperkte sporen uit het verleden
  • Verdwijnen context (incorrecte interpretaties)
  • Categorisering: impact op (niet) zien
  • Aandacht methodologische transparantie (echtheid onderzoek nagaan)
  • Keuze voor en bewaring van digitale data (specifieke kennisproductie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

7 principes van de historische kritiek

A
  • Externe kritiek: herstellingskritiek, oorsprongskritiek, ontleningskritiek
  • Interne kritiek: interpretatiekritiek, gezagskritiek, bevoegdheidskritiek, rechtzinnigheidskritiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

AVG

A

Algemene Verordening Gegevensbescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende fouten bij kopiëren

A
  • Lapsus: slordigheid in algemeen, onvoorzichtigheid
  • Dittografie: herhalen van woorden
  • Metathese: verspringen van letters
  • Haplografie: weglaten van woord of zin
  • Vereenvoudigen of vervormen
  • Interpolaties: te kwader trouw elimineren en/of toevoegen -> verkrijgen rechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Autografie

A

Werk is gemaakt door de auteur van de bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Apografie

A

Werk is opgetekend door iemand anders dan de auteur van de bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Terminus ante quem

A

Datum vóór een bepaalde gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Terminus post quem

A

Datum na een bepaalde gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Webscraping

A

Zoveel mogelijk info van een website halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Macroscopische analyse

A

Te veel informatie daarin gaan focussen op de juiste en belangrijke elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Microscopische analyse

A

Met bepaalde stukjes informatie 1 geheel maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verification driven onderzoek

A

Een bestaande hypothese proberen te verifiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Datadriven onderzoek

A

Het zoeken naar patronen en verbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Function creep

A

Info blijven verder gebruiken voor nieuwe doeleinden

17
Q

Regular-expression searching

A

Tussen thema’s patronen zoeken

18
Q

Text mining

A

Omzetten in gestructureerde data

19
Q

Topic clustering

A

Synoniemen zoeken en deze in analyse gieten

20
Q

Vormen van vervalsing (4)

A
  • intellectueel falsum: vormelijk echt, inhoudelijk vals
  • materieel falsum: document gaat niet uit van instantie waarvan het beweert af te stammen
  • pastische: document of voorwerp is via nabootsen of combineren van kenmerken van 1/meer originelen
  • kopie
21
Q

3 functies van paleografie

A
  1. Ontcijferen van alfabetten en letterbeelden
  2. Dateren en lokaliseren van ongedateerde teksten
  3. Helpt om echtheidsproces van tekst te maken
22
Q

Diplomatiek

A

Studie van stijlkenmerken van oorkonden

23
Q

Econometrie

A

Rekenkundige benadering waarbij kwalitatieve element wordt teruggedrongen

24
Q

Dittografie

A

Herhalen van woorden

25
Metathese
Verspringen van letters
26
Lapsus
Verwarren van gelijkluidende woorden, slordigheid in algemeen
27
Haplografie
Verkeerd splitsen/samenvoegen, weglaten van deel woord of zin
28
Homoioteleuton
2 opeenvolgende zinnen eindigen op hetzelfde woord
29
Fouten ter goeder kwaad
Kopiist begrijpt model niet en wijzigt het model om het begrijpelijk te maken
30
Interpolaties
Vervangen van woorden en zinnen door anderen Doel: bepaalde rechten illegaal toe te eigenen of ideologie te verdedigen
31
Conjectuur
Een tekstverbetering die gebaseerd wordt op een gissing, wanneer de bron corrupt, verminkt of onleesbaar is.