Les 5: meridianen en collateralen Flashcards

1
Q

Verloop hart meridiaan

A

Hart
Long
Oksel
Bi.k. arm
Bi.k. pink

Tak
hart -> oog
hart -> du.darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verloop dunne darm meridiaan

A

Bu.k. pink
Bu.k. arm
Schouder
Nek/gezicht
Voor oor

Tak:
Hart
Dunne darm
Scheenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verloop long meridiaan

A

MW
Dikke darm
Longen
Sleutelbeen
Bi.k. arm
Bi.k.duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verloop dik.darm meridiaan

A

Bu.k. wijsvinger
Bu.k. arm
Schouder
Nek/gezicht
Mid. lip
Neusvleugel

Tak:
Sleutelbeen
Longen
Dik.darm
Scheenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verloop Pericard meridiaan

A

Centrum borst
Pericard
Tepel
Bi.k. arm
Bi.k. middelvinger

Tak:
Centrum borst
3 warmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verloop 3 warmer meridiaan

A

Bu.k. ringvinger
Achterkant arm
Schouder
Nek/gezicht
Achterkant oor
Wenkbrauw

Tak:
Pericard
3 warmers
Knieholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verloop milt meridiaan

A

1e teen
Bi.z. been
Buik
Borst
7e intercostale ruimte

Tak:
Maag, milt, hart
Spreidt over tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verloop maag meridiaan

A

Onder oog
Hoofd
Borst
Buik
Been
2e teen

Tak:
Gaat door maag en milt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verloop nier meridiaan

A

Onder kleine teen
Bi.z. been
Buik
Borst
Sleutelbeen

Tak:
Contact met nieren/blaas
Eindigt bij tongwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verloop blaas meridiaan

A

Binnenooghoek
Over hoofd
Achterkant rug
Bil
Achterbeen
Kleine teen

Tak:
Contact met blaas en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verloop lever meridiaan

A

Grote teen
Bi.z. been
Genitalien
Ribben

Tak:
Contact met lever/GB
Stijgt op naar oor + kruin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verloop galblaas meridiaan

A

Buitenooghoek
Zigzag over hoofd
Nek
Zijkant borst
Zijkant been
4e teen

Tak:
Contact met GB, lever, genitaliën, stuitje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke meridianen hebben een verbinding met de organen

A

Hoofd
Divergent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke meridianen hebben acupunctuurpunten

A

Hoofd
Luo
Renmai en dumai

Tendo heeft Ashi punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke meridianen lopen (deels) het traject vd hoofdmeridianen

A

Divergent (splisten af en komen terug op yange hm)

Tendo (volgens traject HM, breder uitgewaaierd, maar dan op spieren/pezen niveau)

Huidzones (volgens traject HM maar breder uitgewaaierd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke meridianen komen uit in nek/hoofd

A

Divergente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke meridianen beginnen bij de toppen van vingers/tenen

A

Tendo (uitlopers spieren/pezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke meridianen komen zowel intern als extern

A

Hoofd
Divergent
Extra
Luo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke meridianen komen alleen aan de oppervlakte

A

Tendo
Huidzones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke meridianen zorgen voor balans in hoofd

A

Divergente brengen bloed en qi naar hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke meridianen integreren delen van het lichaam waar de HM niet komt

A

Divergente
Luo vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke meridianen beschermen tegen pathogene factoren

A

Tendo
Huidzones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke meridianen integreren de extra fu en 4 zeeen

A

Extra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke meridianen beschermen, verwarmen en voeden

A

Hoofd
Luo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke meridianen zijn bilateraal, dus verbinden 2 dingen

A

Hoofd (zangfu)
Divergent (zangfu)
Tendo (skelet, spieren, pezen)
Luo (y/y meridianen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke meridianen zijn reservoirs van qi en controleren levenscycli

A

Extra

27
Q

Welke meridianen verzorgen transpiratie en contact met buitenwereld

A

Huidzones

28
Q

Wat zijn de functies van de HM

A

Orgaan qi naar weefsel brengen
Qi en bloed reguleren in de y/y organen, meridianen en vaten

29
Q

Welke meridianen laten verstoringen van de HM zien op de huid

A

Huidzones

30
Q

Welke meridianen hebben een centripetaal verloop (naar het midden)

A

Tendo

31
Q

Hoe vertakken de luo vaten zich

A

HM
Luo punt
Zhi/bi luo
Sun luo
Fu / Xue luo (bloedvaatjes)

32
Q

Welke meridianen verbinden zich altijd met het hart én de zangfu

A

Divergente

33
Q

Waarom zijn er 15 luo vaten en geen 12

A

Ren mai
Du mai
Grote vat vd milt

34
Q

Meridianen zijn geen… maar…

A

Pijpleiding maar stroomgebieden (zoals water naar de zee loopt)

35
Q

Meridianen en collateralen zijn

A

Netwerk van in de lengte lopende stroomgebieden waarlangs Qi beweegt, waarvan de functie vastligt en wat systemen verbindt.

36
Q

Functies meridianen en collateralen

A

Communicatie onderling
Communicatie van intern naar extern
Vervoer van dingen (qi, pathogenen)
Vangnet
Verbinden van systemen

37
Q

Welke meridianen wordt gevormd nog voor de HM

A

Extra meridianen

38
Q

Welke meridianen hebben een relatie met de nieren

A

Extra meridianen

I.v.m. jing van nier
-vroegste ontwikkeling gevormd worden
-omdat ze levenscycli controleren

39
Q

Welke meridiaan zit niet waar hij verwacht te zitten

A

Maag = yang (dus achterkant) maar zit aan de voorkant

40
Q

De huidzones zijn vernoemd naar

A

De 6 grote vaten (tai yin, etc)

41
Q

Welke meridianen worden gevoed door milt/lever

A

Tendo (milt=spieren, pezen=lever)

42
Q

Welke van de 6 meridianen openen naar buiten

A

Groot yin en yang
Tai yang en tai yin

43
Q

Welke van de 6 meridianen sluiten naar binnen

A

Helder yang en terugkerend yin
yang ming en jue yin

44
Q

Welke van de 6 meridianen scharnieren

A

Klein yin en yang
Shao yin en shao yang

45
Q

Yang ming bestaat uit
+functie

A

Dikke darm / maag

-Reguleert transport en vloeistoffen in verteringsprocessen
-Transport voedingsstoffen naar interne

46
Q

Tai yang bestaat uit
+functie

A

Dunne darm / blaas

-Reguleert lichaamstemperatuur
-1e verdediging tegen externe pathogenen
-Meest externe laag

47
Q

Shao yang bestaat uit
+functie

A

3-warmer / galblaas

-Vervoert vuur en vloeistoffen
-Reguleert processen rond organen

48
Q

Tai yin bestaat uit
+functie

A

Long / Milt

-Bron nahemels qi en voedt daarmee het lichaam

49
Q

Shao yin bestaat uit
+functie

A

Hart / Nier

-Reguleert Keizerlijk vuur en fysiologisch vuur

50
Q

Jue Yin bestaat uit
+functie

A

Pericard / Lever

-Opslag / herstel / vernieuwing
-Reservoir van bloed
-Terugkeer naar yang

51
Q

Chinese namen organen
Long
Dikke darm
Maag
Milt
Hart
Dunne darm
Blaas
Nier
Pericard
3-warmer
Galblaas
Lever

A

Fei
Da Chang
Wei
Pi
Xin
Xiao Chang
Pang guang
Shen
Xin Bao
San Jiao
Dan
Gan

52
Q

Welke meridianen komen of gaan naar de hand

A

Hart/dunne darm
Long/dikke darm
Pericard/3 warmer

53
Q

Welke meridianen komen of gaan naar de voet

A

Milt/maag
Nier/blaas
Lever/galblaas

54
Q

Wat zijn de 4 extra yin meridianen

A

Ren mai
Chong mai
Yin qiao mai
Yin wei mai

55
Q

Wat zijn de 4 extra yang meridianen

A

Du mai
Dai mai
Yang qiao mai
Yang wei mai

56
Q

Waar staat ren mai voor en wat is het verloop

A

Dat wat je soep houdt

Omhoog over buik
Langs midden
Naar ogen

Intern: loopt over ruggengraat omhoog

57
Q

Waar staat du mai voor en wat is het verloop

A

Dat wat je stevig houdt

Midden van de rug (graat)
Via achterhoofd
Naar midden bovenlip

Intern: van achterhoofd naar hersenen

Intern: midden voor binnenkant buikwand naar ogen en van daar tak via blaasmeridiaan naar nieren

58
Q

Waar staat chong mai voor en wat is het verloop

A

Alles doordringende as

Loopt over buik langs niermeridiaan omhoog naar neus/keel
Daalt langs binnenzijde been naar grote teen

Intern: naar bovenrand schaambeen

Intern: door ruggengraat omhoog

59
Q

Waar staat dai mai voor en wat is het verloop

A

Centrale riem die alles bijeen houdt

Enige horizontale meridiaan
Omcirkelt het hele lijf

60
Q

Waar staat yin qiao mai voor en wat is het verloop

A

Balancerende ondersteuning langs zijkanten

Van binnenzijde enkel
via binnenzijde been
over de buik
naar binnenooghoek en hersenen

61
Q

Waar staat yang qiao mai voor en wat is het verloop

A

Balancerende ondersteuning langs zijkanten

Van buitenkant enkel
Overzijkant lichaam (been, romp, schouder) naar binnenooghoek
En dan via blaasmeridiaan naar achterhoofd en hersenen

62
Q

Waar staat yin wei mai voor en wat is het verloop

A

Integratie aspecten binnen en buitenzijde

Start halverwege binnenzijde onderbeen, loopt over buik via miltmeridiaan naar keel

63
Q

Waar staat yang wei mai voor en wat is het verloop

A

Integratie aspecten binnen en buitenzijde

Van buitenzijde voet
Naar buitenzijde been
Heup
Schouder
Via nek en kaak
Over buitenzijde hoofd (GB meridiaan)
Eindigt op achterhoofd