Les 6 - De Kust Flashcards

(6 cards)

1
Q

Getijdengeul

A

Brengen bij vloed 2x/dag zeewater, geladen met fijn zand en klei, via zeegaten (= opening in kustbarrière) het land binnen, waarna het er bij eb 2x/dag weer uitstroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zandwad

A

Zone nabij geul of dichter bij de zee (meer stroming) waar bij vloed grover materiaal - fijn zand- wordt afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Slikwad

A

Iets verder wordt bij vloed dun laagje (enkele mm) overwegend kleiig sediment afgezet; vorming pioniersvegetatie, die dienst doet als klei-opvang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schorre met kreken

A

Zone die voldoende hoof is opgeslibd zodat enkel nog overstroomd bij springtij of stormvloed; intense begroeiing met zoutminnende vegetatie, geschikt voor schapen; opengebleven iets lagere delen worden kreken (drainageroute voor water richting geulen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kustveenmoeras

A

Wanneer schorre hoog genoeg opgeslibd zodat quasi nooit meer overstroomd door getij vormt zich zoetwaterlens in ondergrond en ontstaat kustveenmoeras door kolonisatie met riet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zoutweide

A

Wanneer gebied niet nat genoeg is evolueert schorre tot zoutweide ipv kustveenmoeras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly