Les Connecteurs Flashcards
(117 cards)
voorafgaan
précéder + verbe
ten eerste, ten tweede…
dans un premier temps, dans un second temps
(al) hoewel
bien que +subj
gevolgd worden door
être suivi de, par + verbe
dus
donc
in verband met
en rapport avec + subst
op dit ogenblik/toen
en ce moment (-ci)
dankzij
grâce à + subst
vanaf
dès +substantif
terwijl, in tegenstelling tot (2)
alors que
tandis que +ind
met zich meebrengen
entraîner
met betrekking tot
concernant + subst
om / in de hoop/ met het oog op (5)
afin de +inf pour +inf dans le but de dans l'espoir de en vue de +inf
in afwachting van
en attendant +substantif
toen/dan
à ce moment (là)
in de eerste plaats…, in de tweede instantie
en premier lieu, en second (deuxième) lieu
toch
toutefois +ind
toegegeven, zeker … maar
cetes
ten gevolge van
suite à + subst
resulteren uit / het resultaat zijn van
résulter de + subst
zodat
de sorte que + ind
door
en + gérondif
gepaard gaan met
s’assortir de
se doubler de
zo
ainsi
de cette façon