Les: tandheelkundige cementen

Question 1

waar worden vloeibare cementen voor gebruikt?

Answer 1

om te kleven

Question 2

waar wordt de stopverf consistentie voor gebruikt?

Answer 2

• voorlopige vulling
• vulling
• bodemlaag

Question 3

algemene vereisten waaraan een dentaal cement dient te voldoen

Answer 3

 Atoxisch en niet irriterend voor de pulpa
 Onoplosbaar in speeksel of andere vloeistoffen waarmee het in de mond in
aanraking komt
 Sterke hechting aan tandglazuur, dentine, goudlegeringen, porselein of composiet
 Niet hechten aan instrumenten.
 Sterk zijn onder trek-, druk- en schuifbelasting en hoge breuktaaiheid hebben
 Optische eigenschappen vergelijkbaar met tandweefsel
 Thermische, elektrische en fysische eigenschappen : zodanig dat pulpa beschermd wordt
 Makkelijk te verwerken

Question 4

soorten retentie voor cement als kleefmiddel

Answer 4

• micromechanisch
• macromechanisch
• chemisch

Question 5

stappen cementeren van een preparatie

Answer 5

1. mengen van het cement
2. cement wordt in de preparatie gepenseeld
3. preparatie wordt geplaatst op de tand
4. overtollig cement vloeit onder druk weg langs de randen
5. het cement hardt uit (volledig of gedeeltelijk)
6. overtollige cement wordt verwijderd

Question 6

eigenschappen van cementen als kleefmiddel

Answer 6

 Voldoende vloeibaar om aan te brengen
 Van vloeibare fase tot vaste fase in enkele minuten  Sterk zijn (schuif, duw, drukkrachten weerstaan)
 Biocompatibel
 Niet oplosbaar in het speeksel: ontstaan van cariësrecidief  Hechting aan de tand en de restauratie
 Optische eigenschappen ≈ tandweefsel

Question 7

waarom is een goede mondhygiëne belangrijk voor het belang van een goede pasvorm?

Answer 7

• zuurvormende bacteriën
• oplosbaarheid cement is groter in een zure omgeving
• ontstaan van cariës recidief

Question 8

eisen/eigenschappen voor cement als bescherming van de pulpa

Answer 8

• tussenliggende laag tussen dertine en vulling
• wanneer er slechts een dun laagje dentine achter blijft
• nooit aan de randen van een vulling leggen
• bescherming pulpa: liner en onderlaag

Question 9

liner =

Answer 9

• bescherming van de pulpa tegen chemische irritatie
• stimuleer de vorming van secundair dertien of zet F- vrij
• <0,5mm, te dun om thermisch te isoleren of om te weerstaan aan krachten –> sterker materiaal erbovenop nodig

Question 10

onderlaag =

Answer 10

• dikker en sterker dan liner
• thermische bescherming
• soms afgifte F-
• soms irritatie van de pulpa voordat het cement is uitgehard
• combi met liner

Question 11

verschil tussen liner en onderlaag:

Answer 11

liners worden steeds sterker

Question 12

welke cementen worden gebruikt als tijdelijke restauratie?

Answer 12

• liners en onderlagen: in een dikkere consistentie

- speciale formules voor tijdelijke of definitieve restauratie

Question 13

wanneer gebruik je tijdelijke vulmaterialen?

Answer 13

• tijdelijke vulling
• tijdelijke vulmaterialen als onderlaag
• cariëscontrole

Question 14

wanneer gebruik je tijdelijke restauratieve materialen?

Answer 14

• urgentieprocedure

- in afwachting van een definitieve diagnose

Question 15

wanneer gebruiken we tijdelijke vulmaterialen voor cariëscontrole?

Answer 15

• hoog aantal cariëslaesies
• verschuiving van carcinogene omgeving naar een niet-cariogene omgeving
• zinkoxide eugenol cement en glasionomeercement

Question 16

solvateren =

Answer 16

een molecuul of ion van een opgelost stof een aantal oplosmiddelmoleculen min of meer vast aan zich bindt. de buitenkant van deeltjes van de opgeloste stof gaan er dus uitzien alsof het eigenlijk ook gewoon alleen maar oplosmiddel is

Question 17

wat zorgt voor de verharding van cementen?

Answer 17

• zuur-base reactie
• solvatatie
• gelmatrix
• poeder (p) - vloeistof (v)

Question 18

wat voor soort zijn de meeste tandheelkundige cementen?

Answer 18

zuur-base cementen (ZB)

Question 19

soorten samenstelling van cementen

Answer 19

• poeder en vloeistof
• pasta - pasta
• plastisch pasta in een tube (verhardt na contact met lucht en water)

Question 20

cementvormende vloeistoffen moeten:

Answer 20

• voldoende zuur zijn om basisch poeder te binden
• stabiele complexen kunnen vormen
• geschikte reactie midden vormen voor de verhardingsreactie
• reactieproducten kunnen solvateren (oplossen)

Question 21

waar is de verhardingsreactie van polymeren en composieten op gebaseerd?

Answer 21

op een polymerisatiereactie

Question 22

ZnO =

Answer 22

• poeder gebruik in cementen
• enige onoplosbaar, niet-toxisch hydroxide/oxide dat met zuur kan reageren
• licht irriterend en analgetisch
• antibacterieel en adstringerend
• additieven: Al2O3, MgO

Question 23

glaspartikels =

Answer 23

• poeder gebruikt in cementen
• SiO2 + K2O, Na2O, CaO
• fluoride

Question 24

classificatie ZnO

Answer 24

licht therapeutisch, zeer biocompatibel

Question 25

classificatie kunsthars

Answer 25

sterker, minder oplosbaar, hardt uit op commando (lamp)

Question 26

classificatie F-Al-Si- glas

Answer 26

sterker, cariostatisch door F-afgifte

Question 27

classificatie Ca(OH)2

Answer 27

zeer therapeutisch, desinfecterend, cel stimulerend

Question 28

soorten vloeistoffen in cementen

Answer 28

- eugenol - fosforzuur - polyacrylzuur

Question 29

eugenol =

Answer 29

* Kruidnagelolie: antibacterieel ,analgetisch * Licht irriterend effect * Scherp aromatische reuk en smaak * !! Onderdrukt de polymerisatie (composieten) * Additief:ethoxybenzoëzuur * Aanvankelijk wit maar vergeelt met verouderen

Question 30

fosforzuur =

Answer 30

* Irriterend voor weefsels * 1/3 water: belangrijk voor reactiviteit * Opgelet dop op flesje houden bij niet gebruik!

Question 31

polyacrylzuur =

Answer 31

* 30-50%, heel viskeus | * Bindt met calcium in tandstructuur: stabiel in natte omgeving • In waterhardende cementen: gevriesdroogd PAZ

Question 32

eigenschappen van de cementen zijn afhankelijk van

Answer 32

- eigenschappen van de componenten die gebruikt worden | - mengprocedure

Question 33

factoren die de mengprocedure bepalen bij ZOE cementen

Answer 33

 Poeder/vloeistof verhouding afhankelijk van gebruik: • Onderlaag of tijdelijke vulling: dikker • Kleven: dunner  Poeder/vloeistof verhouding: • Hoog: hoe sterker het cement, minder oplosbaar in de mond, hoe beter • Opgelet bij kleven: indien niet vloeibaar genoeg, pas kroon niet goed, kans op secundaire cariës, micromechanische retentie verkleind

Question 34

waarom is de mengtijd van groot belang?

Answer 34

te traag? - te dikke massa, niet vloeibaar genoeg om te kleven - slechte adhesie, onvoldoende vloeibaar om de tand te bevochtigen, onvoldoende micromechanische en chemische adhesie

Question 35

wanneer glasplaat met mengen?

Answer 35

bij zinkfosfaat cementen: exotherme reactie

Question 36

het klassieke zinkoxide eugenol cement =

Answer 36

poeder: ZnO vloeistof: eugenol

Question 37

snel hardend of gewijzigde ZOE cementen:

Answer 37

toevoeging van materialen - bindtijdmodificatoren: versnellers of verraders - natuur-en kunstharsen: verhoging van druksterkte - plasticeer middelen (olijfolie): minder breekbaar - antibacteriële agentia

Question 38

E.B.A cementen:

Answer 38

- ZnO wordt vervangen door: kwarts partikels, aluminiumoxide partikels - vloeistof: Ortho-Ethoxy-Benzoëzuur (acid), zeer langer verhardingstijd, wordt zeer goed verdragen

Question 39

non eugenol cementen -> eugenol

Answer 39

- invloed op polymerisatiereactie van arcylaat-bevattende cementen of vullingen - wordt vervangen door bv vanillezuur - wordt gebruikt voor tijdelijke restauraties

Question 40

eigenschappen ZOE cement

Answer 40

- niet sterkt - pijnstillend, pulpa protectie of pijnstillende vulling - als onderlaag, geeft f af - goede biocompatibiliteit - gemodificeerd ZOE is goed voor onder Ag

Question 41

indicatie klassieke ZOE

Answer 41

voorlopig vullingsmateriaal

Question 42

indicatie snelhardende ZOE

Answer 42

- VV | - bodemlaag onder AG

Question 43

indicatie EBA cement

Answer 43

definitief fixatiecement

Question 44

indicatie non-eugenolcement

Answer 44

voorlopig fixatiecement

Question 45

eigenschappen zinkfosfaatcementen

Answer 45

- fixatiecement (vloeibare consistentie) - bodemlaag (stopverfconsistentie) - poeder & vloeistof (Harvard) - exotherme reactie

Question 46

eigenschappen polycarboxylaatcementen

Answer 46

- goed verdragen door pulpaweefsel - kleeft aan tandsubstantie - vloeistof en poeder

Question 47

indicaties glasionomeercement

Answer 47

- kleven van metalen/metaalkeramische kronen - als liner/basislaag - als restauratief materiaal - als sealant

Question 48

vormen glasionomeercement

Answer 48

- P/V - pasta pasta - capsule

Question 49

eigenschappen glasionomeercement

Answer 49

- sterk - weinig oplosbaar - adhesief - f- vrijzetting - biocompatibel

Question 50

eigenschappen calciumhydroxide cementen Ca(OH)2

Answer 50

- gunstige werking op vitale pulpa - stimuleert aanmaak tertiair dentine - pH: alkalisch: sterk antibacterieel

Question 51

vormen calciumhydroxide cementen:

Answer 51

poeder/vloeistof pasta/pasta lichthardend

Question 52

activatie composietcementen

Answer 52

- chemisch pasta/pasta - licht - dual cure (beide)

Question 53

toepassing composietcementen

Answer 53

 Kroon en brugwerk : fixeren van kleefbruggen  Hechting aan metaal en tandweefsel  Cosmetische tandheelkunde (owv kleurschakering)

Question 54

voordeel composietcementen

Answer 54

geringe oplosbaarheid

Question 55

nadeel composietcementen

Answer 55

``` - microlekkage  Polymerisatiekrimp  Hoge thermo-expansiecoëfficiënt  Hoge waterabsorptie  Geringe elasticiteitsmodulus ```

Question 56

sterkte - ZOE cementen - Ca(OH)2 cementen - zinkfosfaatcementne - polycarboxylaatcementen - kunstharscementen

Answer 56

- zeer zwak - bijzonder zwak - matig sterk - matig sterk - afhankelijk van de vulstofgraad

Question 57

therapeutische eigenschappen Ca(OH)2

Answer 57

 Stimulatie van tertiaire dentine-vorming  Lage pH  Antibacterieel  Pulpabeschermend

Question 58

therapeutische eigenschappen ZnO

Answer 58

 Analgetisch |  Adstringerend  antiseptisch

Question 59

therapeutische eigenschappen eugenol

Answer 59

- sederend | - goede afdichting in combi met ZnO