Lesson 1 Flashcards

(115 cards)

1
Q

introductie

++

A

紹介

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voor de eerste keer

++

A

初めて

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heb net gedaan~

A

V たばかり

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Excuseer (maar) …

++

A

失礼ですが

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

[Honorifiek van です]

A

~でいらっしゃる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

[Humble voor 言う]

++

A

申す

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

[meer beleefd voor どうぞよるしく。お願いします, letterlijk ‘Ik verzoe申す]

++

A

よろしくお願いします

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Les geven, onderwijzen

++

A

教える

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sinds~ jaren geleden

A

~年前から

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in het buitenland studeren

++

A

留学する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

huiswerk

++

A

宿題

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

er is/zijn veel

++

A

多い

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

je best doen, hard proberen

A

がんばる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

graduaat student

++

A

大学院生

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vriend

++

A

友達

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ik (neutraal voor mannelijke sprekers)

++

A

ぼく 僕

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

[suffix voor naam v persoon van gelijke of lagere stand]

++

A

~くん ~君

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

graduaatschool

++

A

大学院

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

elektrotechniek

++

A

でんきこうがく 電気工学

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

om te studeren in (major in)

A

せんこうする 専攻する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

jij (meer voor mannelijke sprekers tgov gelijke of lagere stand]

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hobby

A

趣味

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hoge school, bachelor (undergraduate)

A

がくぶ 学部

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

goed (in)~

A

(~が)上手

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een van deze dagen
今度
26
eenmaal
一度
27
hoe dan ook, in ieder geval (by all means)
ぜひ
28
Alsjeblieft
お願いします
29
trouwens
ところで
30
(Ik) ben nog niet goed
まだまだです
31
interesse
興味
32
eigenlijk, in feite
実は
33
middelbare school
中学
34
naaste, naast
35
familie
家族
36
spelen
遊ぶ
37
cultuur
文化
38
kennis
ちしき 知識
39
overvloedig, genoeg
ほうふ 豊富 (な)
40
vliegtuig
飛行機
41
zitten (in/op~)
(~に) 座る
42
vrouw
女性
43
praten met/tegen
話しかける
44
naar huis gaan
帰る
45
vorige maand
先月
46
afstuderen (van ~)
(~を) 卒業する
47
werken (voor ~), in dienst zijn (bij ~)
(~に) つとめる 勤める
48
~ weken
~週間
49
vakantie
きゅうか 休暇
50
nemen
取る
51
om naar huis terug te keren
帰るところ
52
geboren zijn in ~)
(~で) 生まれる
53
opgroeien (in ~)
(~で) そだつ 育つ
54
Verwacht worden, verondersteld worden & het is een regel/gewoonte dat ~
~ことになった
55
één nacht
一晩
56
blijven (overnachten)
泊まる
57
zeer (veel)
とても
58
leuk vinden, gek zijn op ~
(~が) 気に入る
59
terwijl, gedurende de tijd da =
間に
60
ouders
両親
61
plaats
62
naam kaart, visitekaartje (business card)
名刺
63
telefoonnummer
電話番号
64
dagboek
日記
65
Narita (internationaal vliegveld)
成田空港
66
stad, dorp
67
arriveren (in ~)
(~に) つく 着く
68
(10 uren) een paar, enkele uren
(十) すうじかん 数時間
69
het duurt, neemt (o.v.v. tijd en geld)
かかる
70
Internationale Datumsgrens
ひづけへんこうせん 日付変更線
71
zelfde
同じ
72
vliegveld
空港
73
verwelkomen, ontmoeten
迎える
74
~ is gevonden (intransitief)
見つかる (自動詞)
75
~laten overnachten (onderdak bieden) (transitief)
泊める (他動詞)
76
Het is geregeld dat ~
~ことになった
77
zichzelf
自分
78
eerste naam
ファーストネーム
79
roepen, om ~ op te roepen door
(~を... で) 呼ぶ
80
moeilijk om~
~にくい
81
jetlag
じさぼけ 時差ボケ
82
slapen
眠る
83
appartementenjacht
アパート探し
84
iemand naar een plaats nemen, meenemen
連れていく
85
dichtbij
近く
86
eindelijk, uiteindlijk
けっきょく 結局
87
stappen
歩く
88
passend, geschikt
てきとう 適当 (な)
89
vinden~
見つける 他動詞
90
verhuizen naar een nieuwe plaats/vestiging
引っ越す
91
beslissen om ~
~ことにする
92
vanavond
今晩
93
kennis
ちじん 知人
94
Wanneer ww
V たら
95
jong
若い
96
man, male
だんせい 男性
97
beleefd
ていねい (な)
98
vloeiend
ペラペラ
99
zelf introductie
自己紹介
100
verrast zijn
びっくりする
101
vorig jaar
去年
102
manier (van doen)
しかた 仕方
103
binnenkort
そのうち
104
en dan, daarna
それから
105
van middelbare leeftijd
ちゅうねん 中年
106
elkaar
おたがい お互い
107
prachtig
美しい
108
dochter
むすめ 娘
109
onmogelijk~ (kan niet mogelijk)
とても~ない
110
grammatica
文法
111
manier van denken
考え方
112
nogal wat (quite a lot)
ずいぶん
113
verschillen, anders zijn
違う
114
het lijkt dat, vermoedelijk
~らしい
115
cultur shock
カルチャーショック