Lesson 1: Survival Kit Flashcards
(34 cards)
1
Q
Een advocaat
A
A solicitor
2
Q
Een voorstander zijn van
A
An advocate
3
Q
Slecht, somber
A
Bleak
4
Q
Bleek
A
Pale
5
Q
Brutaal, onbeschoft
A
Impudent
6
Q
Wrede manier
A
Brutal
7
Q
Een doos
A
A carton
8
Q
Karton
A
Cardboard
9
Q
Dokterscabinet
A
Doctor’s surgery
10
Q
Advocatencabinet
A
Lawyer’s office
11
Q
Medicijnkast
A
Medicine cabinet
12
Q
Camperen
A
Camping
13
Q
Campeerplaats
A
Campsite
14
Q
Parkeerplaats
A
Parkinglot
15
Q
Parkeren
A
Parking
16
Q
Samenloop van omstandigheden
A
Concurrence of events
17
Q
Concurentie
A
Competition
18
Q
Samenwerken
A
Concurrence
19
Q
Ondernemer
A
Entrepreneur
20
Q
Begrafenisondernemer
A
Undertaker
21
Q
Hedendaagse zaken
A
Current affairs
22
Q
Effectieve kost
A
Actual cost
23
Q
Uiteindelijke verkoop
A
Actual sale
24
Q
Stroom
A
Current
25
Brief
Letter
26
Kort
Brief
27
Kok
Chef
28
Baas
Chief
29
Stof
Fabric
30
Fabriek
Factory
31
Isoleren
Insulation
32
De afgezonderdheid
Isolation
33
Froufrou
Fringe
34
Pony
Pony
