Lezen, Zakelijke Teksten Flashcards

(8 cards)

1
Q

Onderwerp

A

Je vind het onderwerp door te vragen waar de tekst over gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoofdgedachte

A

Bevat een onderwerp, staat meestal aan het begin of eind van de tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deelhoofdgedachte/kernzin

A

Een kernzin van een alinea is vaak de eerste of laatste zin van een alinea. Het is de zin met de belangrijkste informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Deelonderwerp

A

Het onderwerp van een alinea. Het onderwerp komt vaak voor in het tussenkopje of in de eerste zin van de alinea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tussenkopje

A

Een tussenkopje geeft vaak het deelonderwerp aan van de volgende alinea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Samenvatten

A
  • hoofdzaken herkennen
  • onderscheid tussen hoofd en bijzaken maken
  • hoofdzaken in de juiste volgorde zetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Feiten

A

Feiten zijn gegevens die je kunt controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mening

A

Als je er “vind ik” of “volgends mij” voor kunt zetten is het een mening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly