Libre service, Unité 4, SE- B Flashcards
(65 cards)
1
Q
krabben
A
gratter
2
Q
het hoofd
A
la tête
3
Q
het oog, de ogen
A
l’oeil, les yeux
4
Q
de verkoudhijd
A
le rhume
5
Q
het oor
A
l’oreille
6
Q
de neus
A
le nez
7
Q
de mond
A
la bouche
8
Q
de tanden
A
les dents
9
Q
de rug
A
le dos
10
Q
de buik
A
le ventre
11
Q
de arm
A
le bras
12
Q
het been
A
la jambe
13
Q
de pukkel
A
le bouton
14
Q
de voet
A
le pied
15
Q
het ziekenhuis
A
l’hôpital
16
Q
de breuk
A
la fracture
17
Q
de enkel
A
la cheville
18
Q
de vinger
A
le doigt
19
Q
de teen
A
le doigt de pied
20
Q
de gezondheid
A
la santé
21
Q
de hand
A
la main
22
Q
de knie
A
le genou
23
Q
de elleboog
A
le coude
24
Q
het lichaam
A
le corps
25
pijn hebben aan
avoir mal à
26
uitlachen
se moquer de
27
de vraag
la question
28
de raad
le conseil
29
de oplossing
la solution
30
zich voelen
se sentir
31
zich concentreren
se concentrer
32
zweten
transpirer
33
de orthodontist
l'orthodontiste
34
de tandarts
le dentiste
35
weigeren
refuser
36
opstaan
se lever
37
gaan slapen
se coucher
38
dik worden
grossir
39
ongelukkig
malheureux, malheureuse
40
allergisch zijn voor
être allergique à
41
zich zorgen maken
se faire du souci
42
antwoord geven op
répondre à
43
bang zijn voor
avoir peur de
44
de faalangst
la peur de l'echec
45
belachelijk
ridicule
46
lopen
marcher
47
bleek
pâle
48
de dokter
le médecin
49
meteen
tout de suite
50
overal
partout
51
de pleister
le pansement
52
genezen
guérir
53
de spier
le muscle
54
verlichten
soulager
55
bloeden
saigner
56
het flesje
le flacon
57
voorschrijven
prescrire
58
overgeven
vomir
59
de zalf
la pommade
60
het recept
l'ordonnance
61
de insectenbijt
la piqure d'insecte
62
het medicijn
le médicament
63
de keelpijn
le mal de gorge
64
de zonnesteek
le coup de soleil
65
de infectie
l'infection
